De mensen zijn super vriendelijk, maar toch lezen we regelmatig in de LP dat er bussen overvallen worden, meestal ‘s nachts… We proberen dan ook maar om niet in het donker te reizen. Maar ja, soms lukt het niet anders en in het donker komen we dan ook aan in Oaxaca. We hebben de bustocht dan wel onberoofd overleefd, maar nog misselijk van de vreselijke en lange bus rit en ready om iemand die het ons moeilijk maakt direct onder te spugen 😉 en gewapend met de LP en google maps in de hand, gaan we op zoek naar een hotel. Helaas zit het goedkope hostel uit de LP vol, maar ze verwijzen ons heel lief naar de buurman om de hoek. En die heeft gelukkig een best aardig kamertje voor ons. Oaxaca blijkt een aardig mooie koloniale stad. Dus struinen we als eerste richting de Zócalo, wat zoiets betekent als hoofdplein en waar elke stad er ééntje van blijkt te hebben. Vanaf daar moeten we een mooi uitzicht hebben op de kerken en paleizen van Oaxaca. Als er tenminste niet een soort lowlands-campingachtige bedoeling gaande is. Al ver voor we bij het plein aankomen staan de straten vol met koepeltentjes en is het duiken onder de doeken door, die gespannen zijn tegen de zon. Gespannen luisteren we, terwijl we richting het plein lopen, of we de beats van de Alpha-tent al kunnen horen… Graaiend in onze achterzak merken we dat we geen programmaboekje bij de hand hebben en zijn nieuwsgierig naar wat komen gaat. Dat blijkt meer van hetzelfde te zijn, tentjes, tentjes en nog eens tentjes en het hele plein blijkt één grote camping te zijn. Geen muziek, maar de eetkraampjes zijn wel goed vertegenwoordigd, net als de schoenenpoetsers trouwens, maar wat verder precies het idee was, weten we nog steeds niet. De kerken, als je ze gevonden hebt tussen de tent-doeken, zijn overigens uitbundig versierd en lijken alles te willen goed maken voor de meestal vrij sobere kerken die we tot nu toe gezien hebben in Mexico.
De oorspronkelijke bewoners van Oaxaca waren niet de Maya’s maar de Zapotec. Ook die hebben flink gebouwd vroeger en ook die wonen tegenwoordig in de kleine dorpjes rondom de stad. Die twee lijken te verenigen en we gaan naar Atzompa, waar die dag een lokale markt is. Helaas deze keer geen geluk met een lokale bruiloft, waar iedereen zijn beste traditionele outfit heeft aangetrokken. Sterker nog, de hele markt blijkt er niet te zijn… Gelukkig was dit niet het enige waarvoor we waren gekomen en beginnen we maar aan de loop de berg op naar de Atzompa ruÏnes. Onderweg zien we nog de mooie potten die Atzompa tegenwoordig bakt en ze bekend om staat. Dat ze niet zo bekend staan om de ruïnes, blijkt wel als we daar aankomen. We zijn de enige bezoekers en we mogen gratis naar binnen! Ondanks dat de ruïnes gemaakt zijn door de Zapotec, doen ze toch wel Mayaans aan. Als we honger hebben gekregen van al die piramides, speelvelden, huizen en paleizen, besluiten we een mangootje te schillen met uitzicht. Maar dat vind het bewakingsmeneertje, die ons er blijkbaar uit vond zien als twee vandalistisch toeristen en ons dus tóch echt aan het volgen was, geen goed idee… Want ja, straks gooien ze die schillen niet in één van de vele prullenbaken die overal staan… Dan gaan we maar op weg naar de volgende ruïne stad die op de volgende berg staat. Nu waren de Zapotec met hun indrukwekkende piramides hun tijd technologisch ver vooruit, maar een brug bouwen tussen de twee bergen, bleek toch een brug te ver. Dus nemen wij de benenwagen helemaal naar beneden en dan weer helemaal omhoog om bij Monte Alban uit te komen. Gelukkig was er beneden nog een eettentje waar we heerlijke tostada’s hebben gegeten en een winkeltje waar we, heel dom, geen water hebben gekocht. Dus soort van goed voorbereid begonnen we weer aan de, best onaangename weg, omhoog. Monte Alban bleek weer een mooie ruïne stad te zijn en ook best groot en mooi gebouwd op een plateautje boven op een bergje waardoor je driekwart rond een heel mooi uitzicht had op de omgeving. Na alle ruïnes toch nog weer onder de indruk en ook moe van het flink wandelen en te weinig drinken gaan we iets te lang zitten om te genieten van het uitzicht, want als we bij het parkeerterrein aankomen, hoort Rogier nog net de bus wegrijden… Dat betekent een uur wachten en dat betekent dus teruglopen. Gelukkig berg af, maar toch. Op de doorgaande weg helaas ook geen bus naar de stad, dus nog verder lopen en als we eindelijk weer een winkel zien, slurpen we 1,5 liter water weg al voordat we met een bijna lege fles bij de kassa staan. Dan gaan we verder langs het busstation om onze volgende tripjes te organiseren. Onderweg komt een druk zwaaiende man aan looprennen: ‘jullie moeten hier niet lopen, hier zitten allemaal gevaarlijke mannen’. Uh okay… Hoe weten we dat jij niet één van die gevaarlijke mannen bent?!? Hij beloofde dat niet te zijn. ‘Ja, ehuh..’ Maar goed, op sleeptouw genomen door de beste man, die we ook niet afgeschud kregen want die vond het wel gezellig zo op pad met twee toeristen, sjouwen we het busstation over en worden van het spreekwoordelijke kastje naar de muur en weer terug gestuurd. Maar zijn oom woont hier vlakbij en die weet precies wat wij willen weten… Nou vooruit dan maar. Onderweg komen we nog zijn moeder tegen en die heet ons welkom in haar huis. Na een praatje met de oom, die ons inderdaad vertelt waar we een bus kunnen pakken, toppie, moeten we dus nog mee naar zijn ouderlijk huis, dat gelukkig naast dat van de oom is. Maar daar worden we een stuk minder vriendelijk onthaalt. Papa lief is thuis en moet niets hebben van geen Spaans sprekende toeristen… ‘Ze spreken Engels… Weg met die lui, ik vertrouw geen mensen die geen Spaans praten’… Onze escorte: ‘het is mijn vader maar, maak je geen zorgen, je hoeft niet bang te zijn, echt, het is goed, mama zegt dat jullie mochten blijven…’ Wij wilden helemaal niet blijven, moe en hongerig dat we waren. ‘Ja nee, je vader joh… We moeten nu echt gaan’.
In Oaxaca gaan we ook maar eens een keertje luxe uit eten en zien we een hele andere kant van de Mexicaanse keuken met o.a. koude mangosoep & cactus met sprinkhanen. En hier in Oaxaca moet dat natuurlijk vergezeld gaan van het lokale drankje, Mezcal. Technisch is Mezcal gewoon Tequila. Maar het is net als met Champagne, het mag alleen Tequila heten als het uit de streek Jalisco komt. Gruwelijk sterk en als Elske een heel klein slokje neemt, zegt haar gezicht dat ze het vooral gruwelijk vies vindt! Twee Mezcal dus voor Rogier. Het Mexicaanse eten is best lekker, maar op straat bestaat het vooral uit antojitos (vrij vertaald: snackdrang vullertjes). Kleine snacks waarvan je er vrij veel moet eten om vol te zitten en eigenlijk altijd een variant zijn op de tortilla met verschillende vullingen. We noemen er een paar: taco’s; kleine tortilla’s, huaracha’s; wat grotere ellips vormige tortilla’s (Mexicaanse pizza?!), quesadilla’s; dubbel gevouwen tortilla met kaas, empanades; dubbel gevouwen en gefrituurde tortilla’s, burrito’s: iets wat in de buurt komt van de welbekende wrap, tlayudas: grote dubbel gevouwen en gegrilde tortilla, tostades geroosterde tortilla’s, gordita’s; open gesneden tortilla’s (Mexicaans broodje shoarma?!) etc. Wij vinden de burrito’s, tostades en tlayudas het lekkerste, die zijn lekker goed gevuld! Maar hoe typisch Mexicaans wij burrito’s ook vinden, het staat hier zeker niet standaard op de kaart… Wat wel altijd op tafel staat, is saus. Heel veel saus! En ook best wel hele hete saus! Ook de, veilige uitziende, groene saus is bedrieglijk hot hot hot! Het is maar goed dat je de saus (meestal) zelf mag toevoegen. Eten doe je trouwens met de twee-vinger-peuter-techniek… wij zullen wel eten als beesten volgens de Mexicanen met onze twee-handen-afhap-techniek?
Vanuit Oaxaca vertrekken we naar de kleine bergdorpjes in de buurt om mooi te wandelen. Een groot succes… Not. Tenminste not om bij het startpunt te komen. Het was natuurlijk dom om te denken dat de busmaatschappij die ‘Benito Juarez’ heet ook daadwerkelijk naar Benito Juarez zou rijden… ‘Gelukkig’ gaat er wel een bus bij een andere busmaatschappij naar Cuajimoloyas… 3 uur later ofzo. Nou ja, dan starten we gewoon ergens anders, doen wij niet moeilijk over. Nogal laat en in de regen komen we eindelijk aan bij Cuajimoloyas en kunnen we nog net naar de viewpoint lopen voordat de hemel los barst. Het uitzicht, ook al was het grijs, was wel heel mooi en beloofd moois voor de volgende dag. Maar voordat we kunnen gaan slapen, moeten we eerst nog een keer verkassen van hotel, want de slagregen komt dwars door de kieren van de ramen en maakt de kamer zo nat dat de mevrouw ons voor dezelfde prijs in een luxe cabaña stopt. Relaxt!! Een mini restaurant zit vlakbij en onder het genot van een echt goede warme chocolademelk warmen we weer helemaal op. De échte chocomelk is er niks bij en het is wel duidelijk dat het de Maya’s zijn die de chocomelk hebben uitgevonden (al schijnt die wel iets anders te smaken). Bij de chocolademelk kregen we ook brood. Lekker droog en deed ons vooral denken aan taai taai, qua smaak en structuur en Elske verlekkerde zich al helemaal bij het denken aan de pepernoten die ze 2017… weer kan eten (als de houdbaarheidsdatum het toelaat, kan iemand dan een zakje voor ons bewaren? Hoeven we in ieder geval niet helemaal tot december ‘17 te wachten…) De warme chocolademelk was extra fijn omdat het hier op 3000 meter best frissssjes is en het speet ons dan ook wel een beetje dat we de meneer die de open haard wilde aansteken, hebben weggestuurd… De volgende dag konden we dan eigenlijk op pad. Natuurlijk eerst nog een lekkere chocolademelk en ontbijtje en aan de wandel maar. We moesten er nog wel even voor tekenen dat we er bewust voor kiezen zonder gids te wandelen en dat een eventuele zoektocht naar ons, als we in de problemen raken, geheel voor eigen rekening is. Het pad zou goed te volgen zijn door ‘alle’ bordje, dus die handtekening was snel gezet. Maar als we aan het lopen zijn, blijkt dat we niet goed weten welke bordjes we moeten volgen… En lopen we een flink stuk verkeerd in plaats van de Azsteek route te nemen. Terug naar waar we zeker weten goed waren en dan na flink zoeken, maar gokken op het meest logische pad. Zien we de tweede keer (we waren dit pad al eerder opgelopen, maar leek niet goed, dus zijn toen weer terug gegaan) na een veel te lang tijdje toch bordjes dat we weer op de weg zijn. We bleken de bordjes ‘pas op cactussen’ (althans zo interpreteerde wij het bordje) te moeten volgen. Kostte maar ruim 3 uur extra… Ach ja, de dag is nog jong en wij zijn nog jong, of zo iets… Onderweg is het mooi, heuvelachtig, mooie bloempjes en enorm gigantisch grote cactussen. Zo van ‘oh ja, nu zijn we echt in Mexico!’ Het tweede deel van de route in minder mooi, of we zijn gewoon te moe van het extra lange lopen, maar uiteindelijk halen we het volgende dorpje. Beetje jammer dat we te laat voor het avondeten zijn, want het enige dat we nog voorgeschoteld kunnen krijgen zijn quesadilla’s met alleen maar kaas. Mexicaanse kaas tosti’s zeg naar. Beetje jammer! De volgende dag begint weer grijs, maar is wel een mooie route door het bos en langs de rivier. Waar de bomen vol hangen met lange slierten Spaans mos (blijkbaar een kadootje van de Spanjaarden) en eruit zien als in een jaren 30 horror films. Wel weer langer lopen dan gedacht, maar op tijd genoeg voor nog een goede lunch en om de one and only bus die per week rechtstreeks naar Oaxaca rijdt, te pakken. Er zijn nog net twee plekjes helemaal achterin en zien we alle mensen in de bus fanatiek meedoen met ‘van-voor-naar-achter-van-links-naar-rechts’ als de bus ons langzaam de bergen uitkronkelt. Helemaal grappig omdat een redelijk aantal van die mooie grote cowboyhoeden draagt. Ons geluk voor die dag is van korte duur, want als we in Oaxaca aankomen willen ze ons in de supermarkt geen, dik verdiend al zeggen we het zelf, biertje verkopen. Jullie begrijpen hoe verbolgen Robier hierover was… Terug in het hotel roepen we Google ter verwoording voor deze idiotie en blijkt het te maken te hebben met de verkiezingen die werden gehouden; in heel Mexico mocht op de twee dagen van de verkiezingen geen druppel alcohol verkocht worden… Want je moet natuurlijk wel nuchter zijn als je stemt… Misschien kunnen ze daar ook nog een keer over stemmen…
Na nog een paar nachtjes extra bijgeboekt te hebben wordt het de hoogste tijd om Oaxaca achter ons te laat en we pakken de bus naar Tlacotalpan. Weer een mooie route door de bergen, waar we best van hadden kunnen genieten als de chauffeur niet had gedaan alsof ie op circuit Zandvoort aan het racen was. Jeetje wat rijden die Mexicanen idioot. Vol op een bocht af, en die waren er véél, stuur omgooien alsof hij 180 graden wil spinnen, dan abrupt en vol op de rem om vervolgens weer hard gas te geven in de volgende bocht. Het is maar goed dat de bus gaat piepen als deze te hard rijd en de buschauffeurs dan ook gelijk het gaspedaal loslaten. Blijkbaar bezorgt de chauffeur zichzelf ook angstzweet en was het daarom nodig om de airco op standje diepvries te zetten. BRRRRR…. het was zo koud dat we onszelf weer hebben ingepakt in sjaal en regenjas, lekker plastic en winddicht. En dat terwijl het buiten helemaal niet warm was, aangezien we hoog door de bergen en in de regen reden. Tlacotalpan lag duidelijk een stuk lager en was het weer zweten geblazen terwijl we door de schattige straatjes met gekleurde huisjes en baby roze én baby blauwe kerk liepen. En in die schattig gekleurde straatjes viel het nog eens extra goed op hoeveel politie, zwaar gepantserd en met helmen en vooral van die grote mitrailleur geweren in de aanslag hier door de straten reden. Overal zien we ze, zelfs in de meest kleine dorpjes, alsof er dikke rellen aan de gang zijn en de ME in hoogste staat van paraatheid is. Blijkbaar zijn ze niet op zoek naar ons, pfew, en laten ze ons rustig op een bankje zitten. Dat wil echter niet zeggen dat we veilig zijn. Meerdere keren worden we achtervolgd en gestalkt door de meneer van de bibliotheek, die ons gratis boeken gaf en ons alleen maar heel vriendelijk wil helpen met van alles waar we niet op zitten te wachten. Een groter gevaar hebben wij niet kunnen ontdekken en alle politie/militairen lijken dan ook wat misplaatst.
Op naar Orizaba, want het is tijd om de hoogste berg van Mexico te beklimmen; de Pico Orizaba met 5611 meters en altijd sneeuw! ‘Oh, dat gaat zomaar niet…? Dat moet je 2 tot 4 maanden van te voren regelen??!’ Tja, wij zijn niet zo van het zóver vooruit plannen…. Een dag of 2 gaat net 😉 Nou, dan gaan we wel voor een mooie wandelroute met uitzicht op de top in plaats van uitzicht vanaf de top. Maar zelfs dat bleek lastiger dan gedacht. Het stadje Orizaba ligt blijkbaar nog 25km van Pico de Orizaba en die hele berg is niet te zien vanuit het gelijknamig stadje. Oké, als we ons iets beter hadden ingelezen, hadden we dat geweten. Maar vinden jullie het ook niet een beetje misleidend… Nou, wij wel! Maar goed, daar waren we dus, Orizaba. Eigenlijk een heel aardig stadje. We bezoeken Palacio de Hierro dat ontworpen is door Gustave Eiffel, je kent hem wel van de Eiffel toren, gemaakt in Parijs en geassembleerd in Orizaba. Heel lui nemen we de kabelbaan naar de top van Cerro del Borrego, waar we nog steeds net niet Pico de Orizaba konden zien (al lag dat vooral aan de wolken) daarna zelf met de benenwagen naar beneden gelopen. En wandelen we langs de dierentuin die langs de rivier is gemaakt. Tegenover het hotel zat de markt, altijd leuk en ideaal om wat te eten. Tussen kraampjes met kleding, groente en fruit, slagers, arcade speelhalletjes, piñada verkopers en nog veel meer, waren er verschillende eettentjes. Alleen is het soms vrij onduidelijk wat het eten is. Zo dacht Elske iets met een lapje vlees besteld te hebben, maar eenmaal op haar bord leek het meer op vet in een sausje. Eh ja, lekker… Nee, niet echt dus of beter gezegd, écht niet! Nog maar een toetje bij een ander kraampje dan. En daar waar het druk is, moet het goed zijn toch? Op dan maar naar die mevrouw, die zelf de grootste fan van haar eten is, die zo heerlijk met vuurvaste handen taco’s staat te bakken op die grote gloeiendhete plaat. En de tostada’s met vlees smaakten inderdaad lekker! Net als de quesadilla’s de volgende dag. Die wel zo loeiheet waren, dat ze eigenlijk niet te eten waren, maar oké. En zo slaap je er zo maar een flink aantal nachten zonder echt iets gedaan te hebben.
Totdat we aan de Canón de la Carbonera begonnen. Daar kon je mooi wandelen door de kloof met aan het einde een waterval. Op enig moment waren we het pad al kwijt geraakt en liepen we over de bolders van een nogal droge rivier. Rogier, de pathfinder, vond gelukkig het pad weer terug, maar dat werd hoe langer hoe smaller, maar nog wel echt een paadje. Dwars door de jungle, en links en rechts moesten we takken en struiken uit de weg slaan om er langs te kunnen. De volgende keer nemen we een kapmes mee! De kloof die zo mooi zou zijn, zag je dus bijna de hele weg niet. Uiteindelijk kwamen we uit bij een nógal steile helling en ging Rogier eerst beneden maar een kijkje nemen voor Elske aan het ‘vrije val abseilen’ begon. De mensen die ons achterop waren gekomen, klauterden uiteindelijk ook naar beneden. Nou ja, dat probeerden ze. De meneer was nogal groot en nam zo ongeveer het hele pad mee naar beneden. Grote keien rolden keihard naar beneden en daarna nog een hele zandverschuiving. Gelukkig gebruikte hij de loshangende wortels niet en had Rogier nog grip om weer naar boven te klauteren. De waterval bleek uit zo ongeveer 2 druppels water te bestaan… Echt een toptripje dus. Maar ach, we hadden de beentjes weer eens lekker gestrekt. Eenmaal terug in Orizaba was het tijd om te eten en hoewel we de naam van tentje wat bijzonder in minder goede zin vonden, Taco Bin Laden…, waren de Taco Arabe (Mexicaanse broodjes shoarma) wel erg lekker, dus we hebben we de eigenaar maar vergeven en onszelf voorgehouden dat ie gewoon een slechte smaak heeft in namen kiezen en niet stiekem een aanhanger is van één of andere foute terreurbeweging. Moe van dit tripje hebben we nog maar een nachtje bijgeboekt voor we verder reizen.
In Xico zijn ze van de koffie, en de mensen die ons een beetje kennen… dus dat leek ons wel wat! De weg naar Xico hadden we eindelijk eens een goede chauffeur en konden we zonder anti-kotspilletjes en dekentjes tegen de kou de weg door de bergen rijden. Mooi, ook hier weer! In Xico vonden we een hotel waarbij we eerst door een binnenplaats met trekkers moesten en toen uitkwamen bij paar kamers die te duur leken en na een gemeenschappelijke ruimte kwamen we uit in een grote binnentuin en zwembad en appartementen van twee verdiepingen en waarvan we zeker wisten dat ze voor ons veel te duur waren. Maar op die kamers tussen de trekkers en binnentuin wilden ze ons wel iets korting geven en zo hadden we weer een fijn kamertje. Maar goed, koffie dus. De volgende dag had Rogier een mooie route bedacht, langs de twee watervallen in de buurt en dan langs de koffieplantage voor hele verse hele heerlijke koffie. Klonk goed. Ware het niet dat we na 3 kilometer lopen het pad naar de waterval, die inmiddels vlak beneden ons was, niet konden vinden en dus weer 3 kilometer terug moesten naar het stadje. Dan maar richting waterval nummer 2, die ook zo’n 3 kilometer lopen was vanaf Xico, maar dus precies de andere kant op. Een nogal nare weg om te lopen, maar deze waterval konden we tenminste vinden. Een mooie! En met water! Nog een extra paadje naar beneden genomen en daar lekker gepicknickt. Als we na ruim 300 traptreden weer boven staan, zien we een bordje voor een pad naar de andere waterval…. Daar dus ook nog maar even gekeken (voor ons Azië fans had iemand hier heel lief Tibetaanse vlaggetjes opgehangen, voor jaren 80 filmfans is dit ook de waterval waar ‘Romancing the stone’ is opgenomen) en dan zien we dat er gewoon een pad was, vlak bij waar we die ochtend hadden gestaan… op zoek naar juist dát paadje… Beetje jammer dus van die 6 kilometers die we eigenlijk niet hadden hoeven lopen. Maar goed lopen is gezond, en zijn we maar snel verder gelopen richting koffieplantage voor een bakkie troost. Daar wilde de beste man ons de plantage nog laten zien, maar na al dat getrek hadden wij daar geen trek in en alleen nog maar trek in koffie. Gelukkig mocht dat ook en hadden we even later twee ieniemienie kopjes met iets wat op espresso moest lijken. Misschien hadden we er teveel van verwacht, maar dit viel dus een beetje tegen en werd het tijd om snel naar huis te gaan. Snel douchen en op zoek naar eten. En dit keer vonden we een uitstekend restaurantje! Zo fijn dat we de volgende avond ook daar wilde eten. Maar toen hadden ze een groot slot op de deur. Zo gemeen! Na nog maar weer een keertje una noche mas werd het weer tijd om verder te trekken. Op naar Puebla voor een herkansing van een flinke bergwandeling.
Maar voor we zelf gaan klimmen, gaan we er eerst naar kijken. En dat kan het beste vanuit het dorpje Cholula dat mooi tussen de vulkanen met niet uit te spreken namen ligt: (Popocatépetl, Iztaccíhuatl, & la Malinche). Als je helder weer hebt tenminste… En nee, dat hadden we niet echt. Helaas valt ons dat pas op als we in de bus richting Cholula zitten, haha. Eenmaal daar begrijpen we ook echt niet vanaf waar we het ideaalplaatje van de sneeuwvulkaan met de kerk hadden kunnen zien. Maar aangezien de berg zich toch al goed verstopt had in de wolken, maakte dat ook al niet meer uit. We bezoeken ook hier nog maar de oude Maya ruïnes waarbij we voor het eerst door een heel gangenstelsel onder de grote piramide mogen lopen. De piramide is overigens de wijdste piramide ooit gebouwd, maar helaas zo vervallen dat het nu meer op een heuvel lijkt. Het gangenstelsel is wel bizar groot en diep en gangetjes best heel klein. De ruïnes buiten vallen in het niet bij wat we al hebben gezien, dus klimmen we maar eens naar de top van het bergje dat vroeger dus een piramide was en waar inmiddels een kerk gebouwd is (deze kerk op deze kerk?). En na een übergezonde lunch van koffie met carrotcake (daar zit toch groente in) 😉 gaan we snel terug naar Puebla om uit te zoeken hoe we de volgende dag bij de vulkaan komen. Terug richting bus, zien we tot onze grote vreugde en teleurstelling gewoon een restaurantje waar we Indiaas, of eigenlijk moeten we Pakistaans zeggen, hadden kunnen eten. Het rook zo goed, dat we bijna alsnog zijn gaan zitten, maar zaten net iets te vol van de taart. Stom!
Zondagochtend. 06:00 uur. De wekker gaat… Ja ja, we weten het…. Op naar het grote busstation CAPU vanaf waar een rechtstreekse, chill, bus gaat naar het begin van de wandelroute. Althans, zo interpreteren wij het volgende gesprek op de tourist information: Is er een bus vanaf CAPU naar la Malinche? Wat onderlinge afstemmingen tussen de dames achter de balie. ‘Si’ is dat een directe bus? ‘Si si!’ Nou, ‘no no’ dus! We moeten eerst naar Huamantla en vanaf daar nog een busje pakken naar de vulkaan. Nog snel een ontbijtje scoren dan maar op het station. Maar ook dat gaat niet echt. Althans, we krijgen wel een ontbijt(je), maar niet snel… Met knorrende maagjes hadden we ieders twee broodjes besteld. Maar die broodjes bleken best groot. Dus nadat we er één naar binnen hadden geschrokt, hebben we de andere maar in laten pakken voor in de bus. Eenmaal in Huamantla aangekomen, vertellen de mevrouwtjes bij een eettentje dat er geen rechtstreekse bus naar La Malinche is. Maar wat verder lopen en verder vragen en nog eens vragen…. Uiteindelijk komen we op een plek waar wel een bus die kant op gaat, maar die gaat pas over een uur (waarschijnlijk de vorige bus net gemist) en die rijdt weer niet helemaal tot aan het beginpunt de wandelroute, wat inhoudt dat we nog 7 kilometer moeten lopen voor we aan het eigenlijke pad kunnen beginnen. Dat leek geen goed idee, ook niet gezien de tijd en moesten we gewoon een taxi nemen om nog soort van kans van slagen te hebben die dag. Iemand op straat weet wel iemand die als taxi wil dienen en na samen op de beste man en auto gewacht te hebben, rijden we richting berg. Om 11 uur kunnen we eindelijk beginnen aan de klim. En dat was dolle pret. NOT! Elske had er nogal moeite mee om dat ene beentje voor het andere te krijgen en gingen we dus helaas langzamer omhoog dan gehoopt. Het eerste stuk was door het bos, maar als we achterom keken, hadden we tussen de bomen door een heel mooi uitzicht over de vlakte beneden. La Malinche staat namelijk redelijk Remy op de open vlakte en dat gaf een bijzonder uitzicht. Eenmaal bij de boomgrens werd het pad minder makkelijk met allemaal graspollen alsof je door de duinen loopt en losliggende stenen en glijdend zand. Maar de aanhouder wint, met vloeken en moeite maar toch, en na 3,5 uur waren we eindelijk op de top… Nee toch niet… nog een bolderveld over… dan nog een subtop over en dan jaaaaaa dé top van 4460m la Malinche. Helaas gingen de wolken sneller dan wij en die hadden ons dus weer eens ingehaald, voordat wij boven waren. En hoe mooi het uitzicht beloofde te zijn toen we omhoog liepen, we zagen dus he-le-maal niets! Het was één en al mist en kou boven op de top en toen het begon te hagelen, zijn we maar snel weer naar beneden gegaan. Rogier doet nog even voor hoe je tekenfilm stijl bananenschil uitglijd over een losse steen en zijn duim doet de komende weken zijn best om 2x zo dik te zijn als zijn conculega aan de andere hand. De weg vinden blijkt in de mist ook wat moeilijker, maar uiteindelijk kwamen we nog best aardig dicht bij het pad uit. Helaas was de hagel inmiddels regen geworden en liepen we als verzopen katjes in onze regenjas/poncho terug naar beneden. Wetende dat we de laatste bus terug naar een stadje hadden gemist. Die ging namelijk om 5 uur en dat gingen wij nooit halen. Dus dat zou weer een dure taxi worden en dan maar heel hard hopen dat er vanaf daar nog vervoer terug naar Puebla was. We hielden al rekening met een dubbele hotelovernachting. Bijna beneden zien we nog een busje staan en we beginnen keihard te rennen. Zo hard als je wel eens ziet in films, als ze achterna worden gezeten door spoken of psychopathische seriemoordenaars die het normaal vinden om iemand anders gezicht op het hunne te plakken (zonder dat gegil erbij dan hè ;-). Nee echt, Speedy Gonzales was er niks bij. Trouwens, wisten jullie dat de naam van Speedy Gonzales afkomstig is van grappen over een Mexicaanse man vanwege zijn vroegtijdige zaadlozing of van zijn vermogen om snel een kans voor copulatie te pakken!? We dachten, we zeggen het even… Als het busje begint te rijden, rennen we nog harder. En gelukkig wacht het busje op ons. Geen idee waar we heen gaan, maar volgens de chauffeur was het goed. En als we na een tijdje op Google maps kijken, zien we dat we richting Puebla rijden. In welk dorpje we eruit gegooid worden weten we niet, maar met elke kilometer groeit de hoop dat we toch nog in ons ‘eigen bedje’ slapen die avond. Wonder boven wonder komen we gewoon helemaal in Puebla uit. Wauw! Al vragen we ons nog een beetje af wat dit ritje moet gaan kosten, aangezien de chauffeur dat bij het instappen niet wilde vertellen. Maar weet je wat? De buschauffeur vraagt gewoon in welk hotel we zitten en wil ons voor de deur afzetten! Hoe lief is dat?!! En de prijs? Die was gewoon eerlijk! Niks geen afzetterij en gedoe. De Mexicanen zijn echt super vriendelijk!
Eens kijken of dat ook in de grote stad zo is. En Mexico City is groot! Er wonen hier meer mensen dan in heel Nederland… Bizar toch. Als we aankomen en het busstation uitstappen, ruikt het ook gewoon naar grote stad. Die stinken namelijk! Nog een paar haltes met de metro en dan hoeven we nog maar een paar straten te lopen naar het hotel. We hebben alleen niet het idee dat we over straat lopen, maar door de werkplaats van een autogarage. En niet één, maar heel veel. Overal staan auto’s op de weg en tot ver op de kruisingen en overal liggen onderdelen op straat en wordt er druk gesleuteld. Ons hotel staat aan een wat vage straat met een nogal bouwvallig en onbewoond gebouw aan de overkant. Maar het hotel is nice! Lekker ruim, met kingsize bed, voor Mexicaanse begrippen dan, want Rogier past er maar net in. Maar het beste is de flinke bieropener aan de muur… Prima kamer voor wat chille dagjes niets doen. Al vragen we ons wel af of dat gat in het raam een kogelgat is, maar dat zal wel niet, toch?!
Ook in Mexico blijft ons Aziëhart kloppen en we worden aangemoedigd door de vele Taekwondo fans hier. Niet dat we ze echt gezien hebben, maar ze moeten er zijn, want zelfs in de kleinste dorpjes zien we Taekwondo scholen. En ook zijn er overal Chinese restaurants. We vermoeden inmiddels dat de Chinezen écht óveral zijn! Hebben we zeker geen moeite mee. Vooral Elske snackt inmiddels naar andere snacks dan taco’s en tostada’s en de altijd aanwezige bonensaus… Dus met dank aan de Chinezen hebben we afgelopen 1,5 week al 3 keer Chinees gegeten! Fijn ook weer eens wat groente in je gerechten te hebben! Daarnaast vonden we een Indiër en konden we de kans om Indiaas te eten ook zeker niet voorbij laten gaan. Het was iets minder gezellig zitten dan we dachten, want ons uitzicht op de Zócalo werd al heel snel geblokt door een fijn rolluik dat vanwege sluitingstijd (19:00 uur…) voor de ramen ratelde. En ze hebben pisang goreng, jummie! De gebakken banaan heet hier ongetwijfeld anders, maar lekker is het wel. Ook hebben we nog een keer pizza gehaald (wat we overigens echt beter niet hadden kunnen doen, bah!) en de Mexicaanse variant van een broodje shoarma gegeten. Dat deden we bij ‘Torta Gigante’. Naast gigantisch druk, waren de broodjes ook echt giga gigantisch groot. Echt mega gigi gigantisch over de top groot. We hadden wel gezien dat ze aan de grote kwant waren, maar hadden heel naïef toch ieders een broodje besteld. Toen ze eenmaal op ons bordje lagen, moesten we heel hard lachen en wisten we dat we gewoon één broodje hadden moeten delen. Net als de locals dus allemaal wel deden, zagen we later. Rogier had de ‘italiana’ en die was meer dan rijkelijk belegd met 6 dikke plakken kaas, een dikke plak (je kon er gewoon blokjes kaas van snijden) van een andere soort kaas en nog 6 dikke plakken ham. De torta con pastor, de shoarma, was ook heel goed belegd en was zo groot dat je er niet eens fatsoenlijk een hap af kon nemen. En na een half broodje zaten we propvol en hebben we met hele lange tanden de tweede helft weg gekauwd. En de volgende dag hebben we tegen beter weten in gewoon nog een keer een broodje ‘pierna’ (gebakken vette ham) en milanesa (soort schnitzel) besteld. Jullie kunnen raden hoe dat verliep…
Maar voor Chinees en giga broodjes shoarma kwamen we natuurlijk niet naar Mexico City. Dat we hier waren, was om een bezoekje te brengen aan de grootste piramides van Mexico in Teotihuacán. Maar als je ruïnes wilt zien in Mexico City hoef je zelfs de stad niet uit. Pal naast (en waarschijnlijk ook onder) de Catedral Metropolitana, die best indrukwekkend is, liggen de ruïnes van Templo Mayor en is dit dus ook weer zo’n typische geval van deze kerk op deze kerk. Templo Mayor was in haar hoogtijdagen het middelpunt van het Azteekse rijk. Sterker nog, voor de Azteken was dit zelfs het middelpunt van het universum! De Spanjaarden dachten hier duidelijk anders over en gooiden de boel plat en bouwden er gewoon overheen. GRRRRR…!!! De Spanjaarden hadden sowieso maar 2 korte jaren nodig om de 3000 jaar oude Mexicaanse beschaving zo ongeveer weg te vagen, een nieuw geloof op te dringen en de oorspronkelijke bevolking te reduceren tot slaven en 2e-rangs burgers. Pas in 1978 herontdekken elektriciteitsmedewerkers de tempel en werd besloten om een aantal koloniale gebouwen te slopen (ha!) om een gedeelte van de tempel uit te graven. De Azteken aanbaden de kolibrie god Huitzilopochtli en dit was geen schattig zoete nectar zuigertje, maar meer een soort van gigantische vliegende mensenbloedzuiger die elke dag gevoerd moest worden, anders zou hij er wel eens eventjes voor zorgen dat de zon niet meer opkwam. Toen de Spanjaarden arriveerden moet er een 40m hoge rode piramide gestaan hebben, gewijd aan ’t beestje. En de rode kleur lijkt niet geheel onverklaarbaar als je bedenkt dat er 20.000 mensen in maar liefst 4 dagen tijd geofferd zijn na een grote verbouwing in 1487… 20.000 mensen in 4 dagen… dat zijn gewoon 3,5 mensen per minuut… Jan de Bouvrie wit was toen gelukkig nog niet in, want zie dan je huis maar eens wit te houden na een verbouwing. Het beestje werd ook wel de oorlogsgod genoemd aangezien het oorlog voeren onvermijdelijk maakte om aan nieuwe mensenoffers te komen… Ook al zien we liever ruïnes dan koloniale gebouwen, de Spanjaarden hebben van Mexico City verder trouwens best een relaxte stad gemaakt met grote koloniale gebouwen pleintjes en parkjes, mannen met Berlijnse straatorgeltjes?!!??? En hééél vééél politie, uitgedost als de ME in Nederland… Het zal wel goed voor de werkgelegenheid zijn.
Maar goed we kwamen dus naar Mexico City voor de grote piramides van Teotihuacán. De bus er naar toe wordt volgens de LP nogal eens overvallen… Maar het grootste gevaar om geld te verliezen, blijkt de mevrouw op het busstation die denkt: als ik gewoon wat muntjes teruggeef als wisselgeld aan een toerist zal hij wel geloven dat het goed is… Not! Geen overvallers gezien gelukkig, al waren we ook niet helemaal blij met de muzikant die instapte. Dit was echt te slechtste die we tot nu toe hadden gehad en onze oren deden er een beetje pijn van. Al is het ergens wel grappig dat mensen dus in de bus live voor je komen zingen, rappen of muziek maken. In de stad staan op kruispunten ook vaak mensen die dan bij een rood stoplicht snel hun kunstjes zoals jongleren laten zien om daarmee dan een paar pesos te verdienen. Maar goed, onderweg in de bus dus naar Teotihuacán. We zijn weer redelijk vroeg vertrokken, dus hebben we nog wat mooi ochtendlicht als we op het terrein aankomen en dan doen die twee gigantische piramides het extra leuk! En groot waren ze hoor (alleen de piramide van Gizeh is groter)! En het was weer flink klimmen op de hoge steile trap om boven op de 70m hoge piramide van de zon te komen. Vanaf de de top konden we mooi op de 2km lange ‘laan van doden’ uitkijken waaraan weerszijden kleinere piramides staan. Die laan is zo genoemd door de Azteken, die de stad herontdekten eeuwen nadat deze in het jaar 800 was verlaten. De Azteken dachten namelijk dat de goden zichzelf hier hadden opgeofferd aan het begin van de 5e wereld om de zon aan het draaien te krijgen en de stad zelf was ‘overduidelijk’ door reuzen gebouwd. De stad was dan ook wel ooit de grootste stad van Meso-Amerika. Maar heel veel meer dan de ‘laan van de doden’ en de piramides van de zon en de maan is er niet meer over of nog niet uitgegraven. Die enorme piramide van de zon was overigens ook ooit rood… Je vraagt je af of daar het bloed van de goden voor nodig is geweest… Na de zon beklimmen we de piramide van de maan, omdat het kan. Waar we mooi ander perspectief hebben op de ‘laan van de doden’. Op het enorme terrein van de vroegere stad zijn ook nog verschillende paleizen te bezoeken, waar nog mooie muurschilderingen bewaard gebleven zijn. Als je bedenkt dat alles beschilderd was, dan moet dat er erg indrukwekkend uitgezien hebben. Meer moois zien we in het muurschilderingen museum en in een andere museum leren we dat de mensen begraven werden met 6 paar extra tanden… Blijkbaar is het voedsel na de dood nogal taai. Omdat sommige dingen buiten het park liggen, hebben we inmiddels optimaal gebruik van ons kaartje en alle 5 de ingangen gezien. Tijd voor de bus terug.
De musea van de vorige dagje zijn een heel klein voorproefje op het gigantische Museo Nacional de Antropologica. Waar zo ongeveer alles van elke oude Mexicaanse cultuur wat ooit gevonden is, is verzameld. De stenen speerpunten van de eerste mensen die emigreerden vanuit Siberië in de ijstijd, de enorme stenen hoofden gemaakt door de mysterieuze Olmecs (de moeder cultuur van Mexico 1200 BC), Zapotecs, Maya’s, Toltecs, Aztecs tot aan de manier waarop de hedendaagse oorspronkelijke bevolking leeft. Zoals we later ook al lezen in de LP is het te veel om te absorberen in één dag. Dat proberen wij toch (het Louvre in Parijs ging ook prima in 3 uur)… Wat erg goed is voor de gaarheid van je hoofd. Het is wel een erg mooi museum, met hele replica’s van tempels, graven, rotstekeningen etc., er staat alleen veel te veel in 🙂 En het meeste zonder Engels bijschrift, dus hebben er maar een eigen draai aan gegeven.
Met onze ‘una noche mas?’ stonden we regelmatig bij de receptie van onze luxe kamer en na veel te veel luie dagen, waar je eigenlijk alleen maar luier van wordt, is het ons uiteindelijk toch gelukt de bus naar Taxco te pakken. Ook hier worden we weer onderworpen aan de claustrofobie test. In bijna alle bussen zitten standaard de gordijnen dicht, ongetwijfeld goed bedoeld tegen de zon, maar waardoor je in een vreselijke donkere en vaak ook nog bedompte aircolucht bus binnen stapt, dat je er dus een soort claustrofobie van krijgt. Elske in ieder geval wel en rukt altijd zoveel mogelijk gordijntjes rondom onze stoelen open, waarna we op pad naar Taxco kunnen. Eigenlijk vooral omdat Taxco het zo goed doet als covermodel op de voorkant van de lonely planet. Een typisch gevalletje van ‘deze huis op deze huis, en zo ‘upseil’ ik naar boven’. Dit is waarschijnlijk het meest steile dorpje ever waar wij ooit geweest zijn. Vanaf een afstandje zie je leuk alle laagjes huizen, die vooral wit geschilderd zijn. En zo is Taxco oogverblindend, letterlijk door de felle zon die extra hard weerkaatst wordt op die witte huizen! Niet alleen de huizen zijn wit. Ook alle taxi-eendjes, en dat zijn er nogal veel, zijn wit; we laten het grapje ‘alle eendjes zwemmen door de straten, falderalderie, falderaldera…’ maar achterwege. Voor een nog mooier uitzicht gaan we op zoek naar de luie kabelbaan. Dat werd een beetje een flop want de kabelbaan liep niet heel mooi over het stadje heen en het uitzicht dat we dachten te krijgen, bleef uit. Maar we hebben ons goed vermaakt met pogingen om de lonely planet coverfoto te overtreffen. En we kunnen zeggen… dat is niet gelukt. We ver-eten ons verdriet maar bij de Chinees en of dat blijkbaar niet genoeg is blijkt er ook nog een Japanner te zitten. Sushi eten dus en bij het afrekenen blijkt woensdag actiedag en was het 2 voor de prijs van 1! Als we dat eerder hadden geweten…. Hoewel ons balkonnetje op de kamer erg fijn is, is de kamer zelf dat niet. Zeker als de openslaande balkondeuren, dit klinkt veel mooier dan het is, dicht zijn, is het net een garagehok, versterkt door het materiaal van de deuren. We reizen dan ook snel door naar Acapulco.
Na weken van relatieve koelte door te verblijven op grotere hoogte, hebben we bij aankomst in Acapulco het idee in een ander land aangekomen te zijn. Mensen weer in korte broek en op slippers in plaats van in dikke trui en jas (terwijl dat ook echt niet nodig was hoor, zo fris was het, zeker overdag, niet). Zo’n gevoel dat je hebt als je vanuit Nederland vertrekt en op je zonnige zomerbestemming aankomt. En ook hier waren ze weer. En aangezien je kansen moet pakken, eten we nog een keertje bij Comida China. We brengen een flitsbezoekje aan het fort dat nadat wij Nederlanders het voor korte duur hadden ingepikt, gedwongen verbouwd wordt oor een Nederlandse architect. De gouden koets van Koning Willem II is wel achter gebleven en verder worden we nog even bijgespijkerd over de pirates of the caribbean! AAAARRRRR!! Wat slenteren, zoals we in elke stad doen, over de Zócalo. Waar jeugdsentiment aan middelbare schoolfeesten naar boven wordt gebracht door uit de speakers knallende Neerlands trots 2 Unlimited en de Venga Boys die hier blijkbaar nog immer populair zijn gezien de cd’s die er van verkocht worden. Isla Bonita van Madonna komt ook nog langs, maar dat is niet zo gek aangezien ze hier het Mexicaanse eilandje Isla Mujeres bezingt en dat, kunnen wij uit eigen ervaring zeggen, is inderdaad erg bonita! Ook in Acapulco zijn er weer super mooie en vrolijk gekleurde muurschilderingen. Het valt de Mexicanen zelf blijkbaar niet meer op, want als wij een foto van een muur maken, komt één van de jongens die op de stoep zitten speciaal om de hoek kijken wat wij toch in godesnaam op de foto aan het zetten waren!? Na een korte stadsstrandwandeling in Acapulco zijn we ook nog maar even op het strand van Pie de la Cuesta gaan kijken. Hier is namelijk een stukje natuur waarbij je aan de ene kant van de weg de zoute zee een diepe zilte slaakt en aan andere kant een mooie zoet water lagune (waar, voor de diehard Rambo fans, Rambo 2 is opgenomen). En hier kun je dan weer mooi zonsopgang en -ondergang kijken. Die eerste was ons te vroeg, dus werd het de zonsondergang. Die wel erg mooi was, maar niet te zien vanuit het restaurantje dus moesten we af en toe maar even naar het strand rennen met de camera. Hoezo ontspannen etentje 😉 Extra tegenvaller was het eten zelf. Elske had een fruitsapje van papaja besteld, maar daar bleek je de stukjes zelf nog van te moeten uitknijpen. Ook lekker, dus niet zo erg. Maar de burritas, waar wij een maaltijd++ burrito verwachtte, waren toch wel een beetje jammer en leek het meer op een soort tortilla-tosti. Gelukkig had Rogier wel goed gekozen; een lekker vers visje.
Omdat onze lieve familie ons maar bleekjes vond op de skype, voelen we ons gedwongen om dan maar weer vakantie aan het strand te gaan houden. Heel vervelend natuurlijk 😉 In ons achterhoofd horen we weer een deuntje opkomen… Vamos a la playa, oh oh oh oh’. Toch jammer zo’n Zócalo met jaren 90 muziek… Hoewel Acapulco ook een mooi stadsstrand heeft, lijkt het toch beter om te verkassen. Alleen al om de meneer van het hotel. Best aardig hoor. Maar zoveel en zulke lange verhalen steeds! Zó lang dat Rogiers biertje helemaal warm was geworden. Ze werken hier trouwens alcoholisme ook in de hand. Een ‘flesje’ bier bevat maar liefst 1,2 liter en als je eens minder wilt en voor een blikje kiest, wil de kassa meneer je het niet verkopen. Want ze gaan namelijk per 4 of 6 tegelijk… Terug naar de meneer van het hotel. Die naast lange verhalen, ook steeds hetzelfde vertelt; dat we zijn whatsapp nummer aan alle mooie en rijke vrouwen (de extreme rondingen van een vrouw met zijn handen uitbeeldend) moeten geven etc… Dus, iemand nog belangstelling? 😉
Op naar Mazunte dus. Via Pochutla, een ritje van maar liefst 10 uur, gaan we onderweg. En 10 uur lang werden we vergezeld door een continue stroom van films, waar we op zich blij mee zouden zijn geweest als ze of Engels gesproken of Engels ondertiteld waren. Maar helaas. Oordopjes met de Spaanse les dan maar weer gauw in, misschien kunnen we dan binnenkort iets volgen… Maar ook dat ging niet, want naast het extreme volume van de tv stond de radio van de chauffeur ook niet bepaald zacht. En al zeker veel te hard gezien zijn orgel muziek keuze… Pochutla is Indiaas druk, maar dan zonder Indiase restaurants 🙁 De volgende dag verkassen we dan ook gelijk naar Mazunte met een colectivo die geen colectivo blijkt en dus 4 keer zo duur is.
Mazunte blijkt een lekker low key backpacker plaatsje te zijn, waar je voor een paar peso een hangmat op een dak kan huren. Maar wij zoeken, gezien de regenbuien, toch maar ‘even’ verder. Lekker sjouwen met je backpack over het strand, wie wil dat nou niet en gelukkig is het niet ‘zo’ warm, sjouwen we de berg op, maar dat is te duur…. Dus sjouwen we weer naar beneden en ergens anders wéér omhoog. Bovenop de heuvel zien we namelijk nog een hotel en gaan, ondanks dat waarschijnlijk veel te duur is, toch maar ff kijken. Hier hebben ze cabañas en als we een kijkje nemen is de kamer super donker, maar als de deur naar het balkon open gaat, maakt dat eigenlijk niet zoveel meer uit. Een perfect mooi uitzicht op het strand en de rotsige zee vanaf een heel ruim balkon! Na wat onderhandelen, moet dit hem worden! Het enige dat mist is een waterkoker en een koelkast? Sinds Azië missen we de waterkoker op de hotelkamer wel een beetje… Want zelfs een bakkie oploskoffie is af en toe beter dan geen koffie! We vatten het plan op er maar eentje mee te slepen in onze, nu al te zware, backpack… Iets met prioriteiten stellen ofzo. Maar die blijkt in Mexico nog niet te zijn uitgevonden?!?! Nergens te krijgen joh, zelfs niet bij de Walmart?!?! Dus wordt onze ochtend routine maar koffie en broodjes halen bij de bakker. Ze noemen het koffie en ook al zetten we ons inbeeldingsvermogen op maximaal, dan nog proeven we eigenlijk geen koffie, maar ja, je moet wat. En zo genieten we iedere ochtend toch van ons onwijs vette uitzicht, terwijl de eekhoorns in de bomen eekhoornen en de krabbetjes (die blijkbaar geen zeewater nodig hebben) overal op de grond krabbeneren. Echt komische beestjes joh, als je te dicht bij komt lijken ze ervan overtuigd je aan te kunnen en steken ze heel defensief hun scharen hoog in de lucht. Ze blijven echter wel achteruit lopen als je op ze afkomt en kukelen dan soms zomaar achterover van een muurtje af… Maar ze zijn wel kawaii! Oh, en er zitten hier ook schattig kleine slangetjes! Waar we niet helemaal op bedacht waren en Rogier er dus ook gewoon per ongeluk tegen aan schopte… Sorry!
Dan is het tijd om naar het strand te gaan en dat is warm!!! Met het enorme geraas van de wind en harde golven in onze oren, voelen we ons net de varkentjes in Sulawesi waar tijdens een begrafenis ritueel met een gasbrander de haren van af werden afgeschroeid, haha. Om niet alleen maar lui geroosterd te worden, zoeken we wat activiteit en lopen we nog naar Punta Cometa langs de rotsige kust met een mooi uitzicht op de stranden en kust van Mazunte. Voor nog meer activiteiten gaan we op een dolfijnen, zeeschildpadden snorkeltoer. Waar we precies twee schildpadden zien verwikkeld in een liefdesritueel. Dan is het maar goed dat je weet dat beestjes wel tot 2 uur hun adem in kunnen houden want de onderste lijkt vooral te verzuipen… Dolfijnen zien we ook, maar snorkelen met dolfijnen zit er helaas niet in… Snorkelen zonder dolfijnen doen we vlak voor het strand?!? Niet de beste toer ever, maar de rotsige kust is wel erg mooi. De mooi wit afstekende rots, die we altijd zien in ons uitzicht, blijkt wit te zijn omdat ie helemaal onder gescheten is door de honderden fregat vogels die er op leven… Weer wat geleerd 🙂 Ondanks dat we helemaal lek geprikt en opgezogen worden door muggen en steekvliegen is het hier wel heel relaxt en is het niet ‘una noche mas’ maar ‘cinco noche mas’ en dan nog eens ‘cuatro noche mas’…
Terwijl jullie dit verhaaltje lezen, genieten wij dus nog van een paar daagjes strand. En dan wordt het echt tijd voor weer een lange dag in de bus (als er tenminste een bus is, want de leraren stakingen lijken al het verkeer te ontregelen). Op richting de grens met Guatemala! Mexico was leuker dan verwacht en een visum voor een half jaar heeft ons veel langer laten blijven dan we hadden gedacht, maar nu hebben we ook wel weer zin in iets nieuws. Eens kijken of de mensen in Guatemala net zo lief zijn.
We hopen dat jullie het leuk vonden weer een beetje met ons mee te reizen. Laat het ons weten!
Liefs en tot in Guatemala!
Geweldig! Dank je wel.??
?
Heerlijk verhaal weer, en wat een mooie foto’s… Oh, die foto van de zonsondergang op het strand… Fantastisch!
Toen wij in Mexico zaten lustte ik geen Mexicaans eten (hoe suf, maar ik was nog erg jong!)
Later ben ik vaak teruggegaan naar Californië, vol met Mexicaanse eettentjes natuurlijk. Inmiddels gek op Mexicaans eten (alles zonder bonen).. Daar was ik gek op enchiladas.. Maar daar hoor ik jullie niet over? Is dat een Amerikaans-Mexicaans gerecht en bestaat dat niet in Mexico zelf?!
Thanx! De enchiladas die wij gegeten hebben waren vooral verzopen in de saus… niet echt onze favo (misschien toch niet lang genoeg in Mexico geweest?!). Wij houden het toch op de burrito, die dan wel weer Amerikaans-Mexicaans blijkt te zijn…
Leuke verhalen weer!
?
Heerlijk verhaal weer! Had nooit echt een beeld of idee wat je in Mexico kon doen en zien, maar dat is nu wel een stuk duidelijker 🙂 muchos gracias!
Thanx! No problemo! Wij hadden ook geen idee waar we aan begonnen… Maar stiekem is het wel een aanrader! (Al blijft ons corazónnetje toch wel kloppen voor Azië ? Maar Guatemala blijkt al weer leuker dan Mexico…cliffhanger 😉 )
Hey lieve Mexicanen!
Wat leuk dat het zo leuk was!!! Lieve mensen, lekker eten en eindigen op het strand mmmm okay best beetje (positief) jaloers haha
Heel veel plezier in Guatamala, ben benieuwd!!! LIEFS Sig XX
Thanx! Inmiddels zijn we al weer Guatemalteken. Geen jaloersmakend strand hier… maar wel helse (in de zin van nachtje door trekken en dan in de mist boven staan) vulkanen? But….we like! xxx
Hallo Elske en Rogier.
Het was weer een mooi verhaal en mooie foto/s.
Wens jullie nog een mooie tijd samen en tot het volgende reis verhaal.
Lieve groeten Tante Jansje
Dank je wel! Guatemala is ook weer super leuk, dus weer genoeg om over te schrijven… 😉
Lieve allebei
We hebben vakantie, dus het verhaal 2 keer gelezen. Leuk hoor!! en zoals altijd genoten van de prachtige foto’s !!
Geniet nog maar lekker van de tijd dat jullie in Guatamala zijn. We hopen t.z.t. weer het verslag van jullie belevenissen te kunnen lezen.
(we missen jullie, maar……..we zijn over de helft!!! Ja, toch??!!)
Liefs van ons
Haha, 2x gelezen! Je bent vast de enige die dat doet! Maar heel goed, hebben we ook een beetje eer van ons werk… En door al dat lezen kom je ook nog eens ergens 😉
Het begin voor de eerste blog over Guatemala is gemaakt. Superleuk hier!
We missen jullie ook heus hoor. Maar over de helft??!! Bevalt ons eigenlijk nog wel heel goed… Maar ‘helaas’ al over de helft… De tijd vliegt! Voor je het weet komen we de gemiste BBQ’s inhalen!
Liefs! ♡?
Dank jullie wel voor de mooie verhaien en belevenissen
heb weer genoten Lieve groejes