Kick van Korea

Korea Republic ofNog bij de douane wordt ons duidelijk dat de Koreanen ook streng zijn. We hebben op de boot nog niet onze hele ontbijtpicknicktas leeg kunnen eten. En uitgerekend het fruit zit nog in onze tas. Vinden ze helemaal geen goed idee… En het wordt met slinger weggegooid alsof het stinkende sokken zijn. Rogier moet nog helemaal een formulier invullen en staat nu waarschijnlijk in hun computersystemen te boek als ‘risico persoon’ of zo. En eigenlijk hebben we gewoon nog trek in een paar lekkere banaantjes en appeltjes, verdorie!

Oké, door dan maar. Eerste levensbehoefte nu is Koreaanse wonnetjes zoeken. Gelukkig blijkt de pinautomaat niet al te ver en kunnen we weer op pad. Het strand in Qingdao beviel ons wel en we zijn uiteraard reuze benieuwd naar de Koreaanse badmode, dus we besluiten naar het eilandje Muuido te gaan. Dat ligt ook nog eens lekker dichtbij. Alleen nog even uitzoeken hoe we daar komen. Bij de bushalte spreekt er gelukkig een mevrouw Engels en krijgen we verschillende opties. Als de goede bus langskomt is het echter wel weer wat lastig communiceren met de buschauffeur en hebben we ook nog eens geen kleingeld om gepast te betalen in de automaat. We willen al uitstappen om eerst maar geld te wisselen, als een mevrouw voor ons betaald. Superlief! Na een volgende bus moeten we eerst een stukje lopen voor we de ferry kunnen pakken. We besluiten eerst maar eens wat te gaan eten. Aangezien ons fruit dus ergens in een prullenbak ligt, rammelen onze maagjes inmiddels wel. Op de kaart staan vooral Korean BBQ gerechten. Vast erg lekker, maar we willen nu gewoon even iets snels en goedkoops en kiezen de goedkoopste noedelsoep met schelpdieren van de kaart. Niet dat die voor onze begrippen echt goedkoop is. Maar als de mega grote kom, ze hebben twee porties in één kom (meer het formaat van een pan) gedaan, op onze tafel wordt gezet, maken ze het wel een beetje goed. Goed gevulde soep met erg grote schelpen en garnalen. En lekkere kimchi en andere bijgerechtjes. Beter dan de groenteloze bordjes in Mongolië. Even smullen dan maar. Daarna snel naar de ferry en nog een laatste stukje met een bus naar het strand.

DSC_0040

In de LP stond dat op dit strand, Hanagae beach, strandhutjes waren. Basic strandhutjes. Nou basic waren ze zeker, haha! Een klein hutje van ruim 2 bij 2 meter op kleine metalen pootjes met een schuin dak en het plafond op het hoogste punt ongeveer 1,65 meter. Binnen liggen dekens waar we ons bed van moeten maken. Dat hadden we eigenlijk in Japan pas verwacht. En alleen openbare wc’s. Wel heel erg veel… Maar helemaal geen douche… Aangezien er geen andere hutjes waren die nog soort van in onze prijsklasse vielen, het was dit (dat eigenlijk al boven budget was) of hutjes die nog 4 keer zo duur waren. De eerste dag, zaterdags, was het redelijk druk. Ook veel expats vanuit Seoul en Koreanen die compleet met bbq op het strand aan het kamperen zijn. De Koreanen zijn echt super grappig. De meeste komen hier voor een heuse hike van wel 2,5 km naar de top van een bergje van 244 meter! Nu is dat op zich prima natuurlijk, maar ze zijn gekleed alsof ze de Mount Everest gaan beklimmen. Hippe trekkinggear met iets te veel kleurtjes naar onze smaak, allemaal goed ingepakt in lange broeken en truien, flink stevige schoenen, wandelstokken, handschoenen, hoedjes tegen de zon… De hele rataplan. Ook zondags is het druk met Koreanen die nu al gillend en selfies makend van de zipline af gaan en vervolgens met een auto terug naar het begin van het strand worden gereden. En let wel, het strand is klein! Af en toe vaart de hovercraft nog even voorbij en tegen de avond wordt het rustiger en lijken we ineens de enigen op het strand. Best handig aangezien we ons eigenlijk wel willen ‘douchen’ en dat met behulp van een fles water bij de wasbakken moeten doen…

Maandag is het inderdaad uitgestorven; we zijn alleen. Wat een rust! Heerlijk! Okay, heel af en toe komt er nog een soort van rare sproeiwagen rondrijden die hopelijk niet giftige rook uitspuwt… Wie het weet mag het zeggen?!? Inmiddels hebben we onze draai ook wel gevonden in ons ieniemienie hutje, wat vloerverwarming blijkt te hebben…?!! Heel fijn ‘s avonds! Alleen nog steeds een beetje duur en aangezien we nog geen pinautomaat hebben gezien (eerlijk is eerlijk, we hebben ook niet gezocht), moeten we een beetje op ons geld letten. We eten ‘s ochtends en ‘s middags dan ook maar instant noedelsoep en biscuitjes uit de supermarkt en ‘s avonds nemen we meestal het goedkoopste van de menukaart. Klinkt wel een beetje triest als we het zo opschrijven, haha!, maar zo hebben we nog net geld voor een biertje en een ijsje! Prioriteiten stellen heet dat geloof ik. En met alle extra kleine gerechtjes heb je toch het idee dat je heel uitgebreid uit eten bent! We komen de dagen goed door met lekker hangen op ons privé strand dat we alleen hoeven te delen met heel veel meeuwen en een enkele Koreaan die goed ingepakt tegen de zon op zoek gaat naar schelpjes voor het avondeten. Echt zwemmen is er niet bij. Overdag is het eb en moet je al snel 20 minuten lopen voor je bij het water bent je en net pootje kan baden, maar dat mag de pret niet drukken. Strand genoeg dus om onze taekwondo skills wat op te halen en onze taeguks en poomsaes te oefenen. Maar na een jaar of 5 zakt dat blijkbaar toch wel erg ver weg… We schamen ons diep!! Onze laatste dag is het helaas wat minder mooi weer. Elske gaat lekker eigenwijs nog wel onder de grijze lucht op haar handdoekje leggen, maar na een paar druppels houdt ze het ook voor gezien. Onze laatste avond willen we nog even lekker wat gaan eten. Maar daar steken de Koreanen een spreekwoordelijk (eet)stokje voor. Alles zit dicht! Zelfs de supermarkt en kunnen we niet eens terugvallen op de instantnoedels. Bij één restaurantje zien we achterin nog licht branden en voorzichtig proberen we de deur. Die blijkt open. Er is nog hoop… Maar nee hoor, niets. Zelfs geen rijst met een gebakken ei of zo. Al wisten we dat in ons beste Koreaans, dat nog niet verder gaat als ‘hi’, ‘dankjewel’ en op 2 manieren tot 10 tellen (handig hoor Taekwondo :D), niet te vragen, maar het werd ook niet aangeboden terwijl het meneertje heus wel wist dat we nergens meer wat konden eten. En na alleen wat noedelsoep en biscuitjes lustten we eigenlijk wel wat… De blaffende honden in de buurt brachten ons bijna op het idee ze te zoeken… In Korea eten ze toch hond? Ook hebben we even op het punt gestaan om maar zelf sashimi te maken van de vissen die nog vrolijk rondzwommen in de aquariumbakken die bij de verschillende restaurants stonden… Uiteindelijk hebben we een gedineerd met een bekertje (van de meest smerige 3-in-1) oploskoffie en samen 7 biscuitjes. Beetje jammer! De volgende dag scheen de zon en hadden we helemaal geen zin om weg te gaan. Onze cash was op, maar met de creditcard hebben we nog maar een nachtje bijgeboekt en genoten van een relaxt dagje voor de reis naar Seoel ging beginnen.

We konden Muuido natuurlijk niet verlaten zonder naar de top van het eiland te wandelen. Ondanks het goede voorbeeld van de Koreanen die zich in vol ornaat aan deze wandeling wagen, gingen wij in ons korte broek, t-shirt en slippertjes. En dat ging prima, al hadden we misschien iets sneller gekund op schoenen. De paadjes waren weer gewoon bos met hier en daar een klein stukje houten trap. Geen China praktijken met betonnen trappen hier, mooi! Na even van het uitzicht te hebben genoten, hebben we nog een kijkje genomen in het vissersdorpje dat op het eilandje So-Muuido ligt, waar je via een loopbrug naar toe kan wandelen. Nog een laatste biertje en ijsje en dan is onze minivakantie voorbij. Op naar de grote stad! Een bus overstap op het vliegveld, waar we snel vast een hotel boekten, en waar we met de metro naar toe konden. Lekker makkelijk. En ook zo rustig in de metro! Bleken er nationale feestdagen te zijn, waardoor half Korea op haar gat ligt. Dat merkten we de volgende dag pas echt, toen ook de restaurantjes voor twee dagen hun deuren hadden gesloten… Na flink zoeken vonden we een klein tentje dat open was. De bediening sprak geen Engels en trok iemand die zat te eten van tafel om ons te vragen wat we wilden eten. Blijkbaar zaten we in de Regulier Dwarsstraat van Seoel, want het eerste dat gevraagd werd was of we wel wisten dat we in een gay restaurant zaten. Ehh nee, dat was ons nog niet opgevallen, wij zagen alleen voedsel! Gelukkig mocht Elske ook blijven en hebben we een lekker stoofpotje met rundvlees gegeten! Al het eten in Korea is trouwens super lekker. Zo is er de koude of loei hete bibimbap, rijst met rauwkost, tauge, zeewier, ei etc. De manier om dit te eten is dat je er eerst een flinke lepel speciale saus over gooit en dan alles heel goed door elkaar roert. Meer een soort van prakken werd ons duidelijk toen ons in een restaurant was duidelijk gemaakt dat we het door elkaar moesten roeren. Blijkbaar ging dat te voorzichtig, want even later stond de bediening weer aan onze tafel, pakte ze onze stokjes en lepel en begon de bibimbab flink door elkaar te prakken voordat we ons bestek terugkregen en konden gaan eten. Verder is de groene ui pannenkoek met inktvis erg lekker, kimbab (de Koreaanse variant op een sushi rol), bulgogi en natuurlijk de koreaanse BBQ! Smullen dus! We moesten alleen een beetje wennen aan de wat kleine porties.

Seoel kent vele paleizen dus hebben we een paleisdagje gedaan. We begonnen met world heritage site Jongmyo. Dat stiekem helemaal geen paleis is, maar een spirit shrine. Dit is waar de geesten van overleden koningen en koninginnen konden rond dwalen over speciale spirit paths (waar je als sterfelijke ook niet over heen dient te lopen) en tot in de eeuwigheid konden converseren over vervlogen tijden in speciale geesten kamers. Je zou bijna zeggen dat ze in die tijd Spirited Away iets te vaak hadden gezien. Als je je trouwens afvraagt waarom de drempels in tempels en paleizen altijd onwijs hoog zijn, dan zijn dat geen voorzorgsmaatregelen voor een eventuele watersnoodramp, maar om de kwade geesten buiten de deur te houden. Daarom mag je ook nooit met één been binnen en één been buiten staan, want dan kruipen de kwade geesten over je benen zo naar binnen. Overigens houden geesten niet van opsmuk, het less is more principe is hier prima toegepast, al moesten wij hier na alle drukke en kleurrijke tempels van China wel even aan wennen en vonden we het een beetje saai. Als tweede stond Changyeonggung op de route, die konden we nog mooi even bekijken voor we weer op zoek moesten naar een restaurantje dat wel open was. Dit paleis was al weer wat meer gekleurd en versierd in Koreaanse stijl. Dat het feestdagen waren in Korea had ook een voordeeltje. Veel mensen waren mooi gekleed in de traditionele klederdracht en gaf een extra speciaal sfeertje aan de mooie paleizen en tuinen. Vanuit dit paleis konden we gelijk doorsteken naar het volgende paleis Changdeokgung. Op zich mooi, maar onze maagjes knorden eigenlijk best wel. Toch maar kaartjes gekocht en toen bleek dat we net op tijd waren om gelijk de tour door de Secret Garden te doen. Waarom je daar nu niet zelf mocht ronddwalen is ons niet duidelijk, maar we hebben geprobeerd ons zo goed mogelijk als brave toerist te gedragen en niet te ver achterop de groep te raken 😉 Dat lukte niet altijd en dan werden we gelijk door een bewaker weer richting de groep gestuurd… Na de mooie tuin mochten we gelukkig wel weer zelf rondwandelen door de paleizen waar ook weer veel mensen in klederdracht liepen. Vooral tienermeisjes die hele fotoshoots aan het houden waren.

P1050679

Herinneren jullie je Seok Yeong nog? Het Koreaanse meisje dat de straten van Moron (Mongolië) nogal eng vond in het donker en ons haar helden noemde?! Nu was het tijd dat zij de held uithing en ons op sleeptouw nam door Seoel. In de drukte van de feestdagen heeft ze ons de typisch Koreaanse wijkjes Bukchon & Insa-dong laten zien waar nog veel oude huizen met de mooie traditionele daken staan. ‘s Avonds werden we getrakteerd op een heerlijke schotel van gegrilde kip met groenten, dumplings en noedels, oftewel Jimdak. En natuurlijk hebben we naast de tips voor Korea nog herinneringen opgehaald aan Mongolië. Na nog een tijdje rondslenteren door één van de vele winkelwijken van Seoel, die nooit sluiten, gaan wij toch maar een tukkie doen. In Seoel zijn de kamers luxe, zeker in vergelijking met Mongolië. Een eigen kamertje, een eigen badkamer met warm water dat gewoon uit de kraan komt en niet via een houtvuur verwarmt hoeft te worden, koelkast, vloerverwarming, airco, handdoeken (ieniemienie, maar we klagen niet hoor, ‘t is super fijn geen natte handdoek in je tas te hoeven stoppen), waterkoker, föhn, aftershave, haarlak, borstels en kammen, zeep, tandpasta (alles in groot verpakking) en meer. Enige is dat er blijkbaar ook beestjes zijn. Want naast de haarlak en consorten staat steevast een spuitbus (als het er geen twee zijn) tegen kakkerlakken… dachten we. Wij zelf hebben geen beestjes gezien, maar andere mensen in de kamer schuin tegenover ons hadden last van bedbugs. En dat hoorden we net nadat we 3 nachten hadden bijgeboekt… Alles begint bij het typen weer opnieuw te kriebelen, brrrr. Verder is elke kamer ook uitgerust met een emergency lijn, die, in case of emergency (bedbugs :-), vast gemaakt kan worden aan een haak in de muur en we zo via het touw het raam uit kunnen’’springen’. Gelukkig hebben we hem niet hoeven gebruiken.

Seoel is enorm groot en heeft ook een enorm metrostelsel dat je zelfs tot ruim 50 kilometer buiten Seoel brengt. Heel handig als je een dagje naar Suwon wilt. In Suwon staat nog de oude stadsmuur, waar je een leuke wandeling overheen kan maken. Het was super lekker weer en met de mooie blauwe lucht was de muur best fotogeniek, waardoor we bijna geen tijd meer hadden voor het paleis. 15 minuten voor sluitingstijd konden we op het nippertje nog net naar binnen rennen en in sneltreinvaart lukte het toch nog om ook het paleis te zien. In Suwon blijk je ook een chickenstreet te hebben waar je een hele gefrituurde kip kon bestellen. Nu is een hele kip natuurlijk wat lastig eten met stokjes, maar daar hebben ze wat op gevonden! Met neme een tang en pakken de kip stevig vast om vervolgens met een grote schaar het arme beestje in hapklare stukjes te knippen. En dan kun je ze dus prima weer met stokjes eten! Een schaar behoort wel vaker tot het standaard bestek en is ook verrekte handig om noedels, pannenkoek, kimchi of je vlees te knippen. Daarna nog snel even naar de kapper voor we de metro terug pakten naar Seoel. En net als in Mongolië vinden ze het best spannend om ons te knippen. Zelfs met een foto erbij van hoe het ongeveer moet worden, beginnen ze heel twijfelend hele kleine plukjes te knippen totdat je 6 keer hebt gezegd dat het echt korter mag. Spiegels om ons te laten zien hoe de achterkant geknipt is, kennen ze niet. En waar zouden we dan toch zijn zonder de mobiele telefoon?! Er werden dus van alle kanten foto’s gemaakt om ons te laten zien of het zo oké was. Daarna föhnen en plukje voor plukje alles stylen 😀

In Seoel is er ook nog een oude stadsmuur, dus daar zijn we ook nog maar even opgeklommen. Al koste het wat moeite er te komen. In de buurt van de stadsmuur staat overal stond politie de boel in de gaten te houden en je via een flinke omweg naar de stadsmuur stuurt. In 1968 is het een Noord Koreaan ooit gelukt via de stadsmuur in het Presidentieel paleis te komen en daarom zijn ze extra voorzichtig. En ja, wij zien er inderdaad uit als Noord Koreaanse spionnen, dus we nemen ze het niet kwalijk hoor. Eenmaal boven op de stadsmuur zie je ook nog een flink kanon staan en na even verder te lopen is het pad afgesloten en zien we militairen met geweren op hun uitkijkpost staan. Deze gezelligheid geeft toch wel een apart sfeertje. Dat het pad was afgesloten was trouwens niet omdat er echte dreiging is, maar gewoon omdat het woensdag was en ze normaal altijd op maandag het pad afsluiten, behalve als er op maandags een feestdag is… Die logica snapten we niet helemaal maar goed, we voelden ons niet stoer genoeg om te testen of er echte kogels in die geweren zaten en hebben maar een alternatieve wandelroute gezocht 😉 Vlakbij zat ook nog een tempel die vooral voor de Shamanen erg belangrijk was. En aangezien we nog moesten onderzoeken of Shamanen echt jonge vogeltjes als ontbijt eten, gingen we op zoek naar de Inwangsan tempel. Het eerste stuk wandelden we over een wandelpad dat ook weer bedekt was. Nu niet met een soort tapijt zoals het bospad naar de stadsmuur, maar met dempende tegels zoals we die in Nederland op speelplaatsen onder de klimrekken hebben. Loopt heerlijk zacht! Verder staan er ook steeds bordjes met hoe ver het nog lopen is naar het volgende uitkijkpunt, niet alleen in kilometers maar ook in calorieën! Toen we een afslag moesten nemen om naar de tempel te lopen, stond ook hier weer politie. Maar we mochten gelukkig doorlopen. Al werden we wel met een mevrouw meegestuurd. Blijkbaar was uitleggen hoe we moesten lopen ingewikkelder dan gebaren dat we achter ‘die mevrouw’ aan moesten lopen. Echt een tempel was er niet, maar wel een grote steen waar mensen bij zaten te bidden en iets verderop was nog een grote rots waar onze gids ons bovenop bracht. Na boven op de rots geklauterd te zijn, ging zij bidden en eten ‘offeren’ en zijn wij maar stilletjes van het uitzicht over de stad gaan genieten. Terug in de stad was het tijd voor wat eten en hebben we maar eens een ‘stew’ geprobeerd en werd er een grote pan aan een haak boven ons tafeltje boven het vuur gehangen. Blijkbaar hadden we een stoofpotje van worst besteld. Nou ja, worst. Het zag er allemaal een beetje plastic uit, maar onder het motto ‘je moet alles een keer proberen’ konden we deze van ons onze ‘to do’ lijst schrappen.

P1050772

Vlak bij Seoel is nog de Bukhansan berg. Weer lekker te bereiken met de metro en vanaf daar konden we volgens de LP gewoon de andere wandelaars volgen. Dat was in het begin een beetje verwarrend aangezien iedereen die er uitzag als wandelaar (en dat is in Korea, maar zeker in Seoel, bijna iedereen) een andere kant op ging. Maar na zelf een uitgang gekozen te hebben, kwamen we al gauw op een punt waar blijkbaar alle uitgangen bij elkaar kwamen. En halleluja!! Wat was het enorm druk! Je kon letterlijk over de koppen lopen. Die drukte was een beetje jammer, maar verder was het er erg mooi. De bomen begonnen al wat te verkleuren en vooral de esdoorns waren mooi rood aan het worden. Hoe dichter we bij de top kwamen, hoe drukker het werd en moesten we in een soort van file het laatste stukje lopen. Naast dus de outfit die ook goed was om de Mount Everest te beklimmen, viel op dat alle Koreanen echt mega rugtassen bij zich hadden. Bij de top werd duidelijk waarom. In de tassen zaten lunchpakketjes. Nou ja pakketjes, allerlei schaaltjes met kimchi, rijst, kimbap, vlees en wat al niet meer werden uit de tassen getoverd nadat het picknickkleed was uitgespreid en de matjes om op te zitten waren neergelegd. En natuurlijk kon de nationale drank soju (Koreaanse wodka) en maekgolli (rijstwijn) niet ontbreken. Het gelach wat er de hele ochtend al was, werd nog luider en we vroegen ons af of het eigenlijk wel veilig was dat die mensen met dronken hoofdjes nog naar beneden klauterden. Op de top was het uitzicht supermooi, al was het jammer dat de blauwe lucht inmiddels weer grijs was, en wilden we nog naar een tweede top klimmen. Blijkbaar hadden we daar een bordje gemist dat het een éénrichtingspad was. Na stiekem toch proberen door te lopen zijn we na de derde keer dat mensen van alles tegen ons zeiden toch maar teruggegaan en de officiële route gepakt. Al vonden een aantal mensen dat ook geen goed idee omdat we geen handschoentjes aan hadden?! Het pad bleek ook geen pad, maar een heus klimfestijn waar je meerdere keren met touwen omhoog of naar beneden moest klauteren. Maar dat ging ook zonder handschoenen prima 😉 Even dachten we nog dat de helikopter die om de berg bleef vliegen ons kwam melden dat we daar niet mochten klimmen zonder professionele klimuitrusting, maar dat viel reuze mee. En was het een leuk wandel/klimdagje. Weer terug beneden kwam de sojulucht je tegemoet bij de vele restaurantjes. Blijkbaar zijn de Koreanen heel gezond en actief en wandelen ze er heel wat af, maar lusten ze ook wel een flinke borrel 😀

P1060231

In de metro terug naar de stad werden we nog getrakteerd op een paar heuse amazing discovery’s van selfiesticks en een antipluisjes-stok en verbaasden we ons nog meer over dat die producten ook daadwerkelijk werden verkocht. In de metro hebben ze trouwens ook van die muziekjes als ze aankondigen dat de volgende trein er aan komt. Van die muziekjes die het midden houden tussen het volkslied en iets wat zo blij is dat je het gevoel krijgt dat je heel blij moet gaan springen of zo. En je hebt heel veel grote ondergrondse winkelcentra bij de metrohaltes. Hier kun je vaak wat goedkoper kleding kopen. Gewone kleding, want veel winkels boven de grond worden in beslag genomen door de niet te tellen zoveel winkels waar ze trekkingspullen verkopen. Of koffie. Niet normaal hoeveel koffietentjes er in Seoel zijn. En wat doen wij… juist oploskoffie… Tja het leven van een backpacker gaat niet altijd over rozen.

Het Taekwondo hoofdkantoor Kukkiwon zit ook in Seoel, dus daar moesten we natuurlijk nog wel even een kijkje nemen. Helaas kwamen we net te laat voor de daaglijkse demonstratie… Dat kon natuurlijk niet en hebben we nog maar 2 nachten bijgeboekt (we zijn nog nooit zo lang in een grote stad blijven hangen!), zelfs na het horen van de bedbugs twee kamers verderop. Af en toe moet je de spanning er een beetje inhouden 😉 Maandags gingen we dus terug en kregen we weer helemaal de Taekwondo kriebels bij het zien van de demonstratie! Samen met een paar andere toeschouwers werd Rogier nog op het podium geroepen en mochten ze plankjes proberen te breken. Eitje natuurlijk voor een derde danner en de taekwondoka die het extra dikke plankje vasthield, wist ook niet goed wat er gebeurde toen de houtsplinters hem om de oren vlogen, haha!

Ons reistempo was in Mongolië al lekker vertraagd en dat hebben we in Korea nog even vastgehouden. Maar na 16 dagen niet veel meer gezien te hebben dan het eilandje Muuido en (kleine stukjes van) Seoel, wordt het toch eens tijd om die pack weer eens op onze back te zwaaien en Korea te ontdekken. Dachten we gister nog dat onze eerste stop Malippo zou worden, na het bezoek aan Kukkiwon is dat plan even van tafel. De World Military Games worden in Korea gehouden, met natuurlijk ook Taekwondo! Dus daar willen we wel iets van zien. ‘s Ochtends aan de keukentafel bedenken we een nieuw plannetje en pakken we later die middag de trein naar Andong. Onderweg worden we getrakteerd op het mooie landschap van Korea met veel heuvels/bergjes, platteland met mooie oude huisjes, bossen en her en der een tempel. De trein is minder luxe dan we hadden verwacht, geen stopcontracten, geen wifi. Maar wel een keurig opgevoede conducteur die iedere keer als hij de wagon inkomt en uitgaat netjes naar ons buigt. Kijk, zo zien we dat graag 😉 Eenmaal in Andong vinden we al snel het schattige ‘happy guesthouse’ waar een heel happy mevrouwtje ons een ondol stijl kamer, zo heet het als je geen bed hebt maar dekens op de grond legt, geeft. De dekens zijn hier wel een stukje dikker, dus waarschijnlijk is het kouder aan het worden… Het guesthouse heeft ook nog wat regels. Zo mag je geen alcohol en eten mee naar je kamer nemen en is het ontbijt tussen 7 en 8 uur naar ons idee wat aan de vroege kant. Dat verklaart wel weer waarom er een avondklok is en je voor 23 uur binnen moet zijn…

Als we ‘s ochtends net voor 8 uur aan de ontbijttafel schuiven voor een kom pompoensoep/pap gevuld met rijst vraagt een Koreaanse toerist wat we die dag gaan doen en of we mee willen rijden. Relaxt! En zo pikken we ook nog een extra tempel mee. Een hele mooie tempel en krijgen we uitleg over hoe ze in Korea al wel 100 jaar geleden vloerverwarming hadden. Ze lieten namelijk hete rook van de kookplaatsen via gangetjes onder de vloer doorlopen, voordat het via een externe schoorsteen naar buiten rookte. Slim! Daarna reden we nog naar een mooie plek waar we uitzicht hadden op het oude traditionele dorpje Hahoe, de eigenlijk activiteit voor die dag. We hadden geluk dat het woensdag was, want alleen op woensdag wordt er een masker show opgevoerd. Dat was toch wel iets speciaals… Begon het al raar met twee mensen verkleed als stier met 2 flinke ballen eronder die mensen op de eerste rij begon onder te plassen om vervolgens geslacht te worden en zijn organen eruit worden gesneden. Werd het nog raarder toen er een man met een vrouwenmasker op een gegeven moment deed alsof ze zat te plassen en dat een ander maskermeneertje daarna aan die plek ging ruiken…?! Niet dat wij er iets van snapten en zelfs de Koreaanse jongen met wie we waren zei de humor niet altijd te snappen. Al denken wij dat hij het te gênant vond om sommige dingen uit te leggen.

P1060313

Maar we kwamen dus eigenlijk naar Andong omdat daar in de buurt de Taekwondo wedstrijden waren. Het was een beetje puzzelen hoe we daar moesten komen, maar uiteindelijk lukte ook dat weer. Gelukkig rijden de bussen hier gewoon op tijd en niet zoals in Mongolië pas als de bus vol is, want we zaten maar met zijn 4tjes in een grote tourbus. Waar de Koreanen trouwens ook heel goed in zijn, is vlaggetjes ophangen. Is het niet de koreaanse vlag die echt overal hangt dan is het wel voor één of ander event of het liefst gecombineerd. Tientallen kilometers voor we op de plaats van bestemming waren hing de hele weg al vol met vlaggetjes, banners etc. Bizar. Maar wel handig, want wij wisten zo wel dat we in de buurt kwamen 😉 In de plaats van het evenement aangekomen, reden er heel handig pendelbusjes naar het militaire sportcomplex. Helaas moesten we daar nog wel een uur op wachten. Maar geen nood, een meisje die vrijwilligster was voor het event, had net pauze en vond het geen probleem om ons even uit shoppen te nemen en ons het stadje te laten zien om onze wachttijd wat dragelijker te maken. Super lief natuurlijk en dit is iets wat de Koreanen ‘?’ (Jeong) noemen, wat zoiets betekent als warmhartigheid. De Koreanen zijn inderdaad één van de liefste mensen die we op onze reizen zijn tegengekomen, wat best een beetje verbazingwekkend is gezien hoe welvarend Korea is (Koreanen verdienen gemiddeld hetzelfde als mensen in Europa terwijl de meeste dingen hier toch wel flink goedkoper zijn) en we meestal zien dat de ‘jeong’ dan verbazingwekkend hard afneemt. Uiteindelijk bleek de pendelbus toch wel eerder te komen en is er van shoppen niks te komen. Dus kregen we maar een dikke knuffel 🙂

Aangekomen bij het nogal uitgestrekte militaire sportcomplex, met nog meer vlaggetjes, haasten we ons direct naar de Taekwondo arena. Waar al direct blijkt dat we een tijdje niet meer zo met Taekwondo bezig zijn geweest (schaamte!!). De ring is tegenwoordig octagonaal ipv vierkant en ook is dit de eerste keer dat we het elektronische pantser in actie zien. Wat natuurlijk het punten tellen een stuk eerlijker maakt (al lijkt het punten scoren op het hoofd wel erg licht afgesteld). Het niveau is goed en dus begint het wel een beetje te kriebelen om zelf aan de slag te gaan. We blijken wel één van de weinige (enige) niet militaire toeschouwers. Maar geen nood, Koreaanse schoolkinderen worden in oranje t-shirts (we voelden ons helemaal thuis) de tribune opgehesen en twee cheerleaders zorgen voor wat extra leven op de tribunes. Al doet het Keniaanse team ook goed zijn best door liedjes te zingen en te klappen. Vooral als de Keniaanse scheidsrechter moet scheidsen, die dan zichtbaar zijn best moet doen om dan serieus te blijven 🙂 Als we besluiten om nog net even 1 finale mee te pakken (we moeten de bus terug nog halen), loopt die wel een beetje af in een anticlimax als de tijd stil blijft staan en er verschillende videoreviews (ook zo’n nieuw dingetje) aangevraagd worden wat nou niet echt voor een dynamische afsluiter zorgde. Terug met de pendelbus blijken we ook nog echt net de bus terug naar Andong gemist te hebben… In de 2 uur wachten op de volgende bus konden we wel mooi vast wat eten en ondertussen hopen dat ons happy hotelmevrouwtje niet boos zou worden omdat we nu te laat terug zouden zijn. De deur was gelukkig nog open maar het happy mevrouwtje leek ons wel op te wachten, want we waren amper binnen of ze kwam om het hoekje kijken en wenste ons direct good night met heel veel buigingen en hoorden we de deur op slot gaan…

De Koreanen zijn altijd goed voorbereid, dus als je wilt weten waar de mooiste herfstblaadjes zijn rond welke tijd, brengt de Koreaanse knmi een superhandig kaartje uit elk jaar. Blijkt wel dat we nog iets te vroeg zijn voor de meeste blaadjes dus besluiten we wat tijd de doden op bestemmingen waar mooie blaadjes minder bepalend zijn. In de andere woorden de National Parks laten we nog even links liggen. Op naar Cheongju voor Jikji. Als we het busstation uitkomen, blijkt er een soort 2de stad aan nogal opvallend flikkerende hotels op te doemen, of moeten we zeggen op te lichten?! Sommige (best wel veel) lijken zelfs op kastelen! En wie wil er nou niet in een kasteel slapen? Precies dat dus… alle kastelen zitten vol, dus even flink doorzoeken dus. Hotel in en hotel weer uit. Alle informatiebalies blijken een opening te hebben op hoogte kabouter en de parkeergarages hebben allemaal gordijntjes. De kamers hebben ook opvallend veel spiegels naast de bedden. Hartstikke gezellig, want zo heb je natuurlijk nooit het idee dat je helemaal alleen in bed ligt. Of ja, ho eens even, wij dachten dat we de love motels pas in Japan zouden tegenkomen. Maar dat is het dus, deze zijn blijkbaar ook naar Korea overgewaaid. Uiteindelijk komen we uit bij een soort Zwitsers chalet. Super ruime kamer met een nog ruimere badkamer met bubbelbad, sfeerlampjes, mega grote flatscreen en ook hier is voor shampoo, gel, aftershave, bodylotion, tandpasta, badjas etc. gezorgd en kun je zelfs een filmpje pakken. We vonden in de Seoel de kamers al luxe, maar na dit… En dan moesten we in Seoul voor hetzelfde bedrag nog op de grond slapen, dan is dit toch een stuk beter 🙂

Maar Jikji dus. In vroegere tijden moesten alle Boeddhistische geschriften natuurlijk met de hand gekopieerd worden. De monniken hadden in 1377 al lang bedacht dat dit monniken werk was en komen als eerste met Jikji: printing with movable metal type. Ofwel letterdrukkunst met metaal. Elk karakter wordt in een metalen blokje gegoten die weer in een frame gezet kunnen worden zodat een hele pagina in 1 keer gedrukt kan worden. Al lijkt het hele proces om de blokjes te maken ook nog wel redelijk monniken werk te zijn! Dit hele proces wordt gedemonstreerd door eng echt lijkende poppen die bij een druk op een knop nog blijken te bewegen ook; een extra gratis optreden uncanny valley. Helaas ligt het oudste gedrukte boek zelf in Parijs… ‘s Avonds was het weer wat puzzelen om de menukaart te ontcijferen. Een mannetje, met de nodige soju achter de kiezen, zag dat en besloot maar iets voor ons te kiezen. Hij kwam bij ons zitten en probeerde waarschijnlijk duidelijk te maken wat hij voor ons besteld had, maar dat lukte dus niet. Na een aantal pogingen en veel gelach belt hij zijn zoon, die hij baby noemde, en die wel een beetje Engels sprak om ons uitleg te geven. Maar het was zo lawaaiig in het restaurantje dat we de jongen ook niet konden verstaan en het maar gewoon afwachten werd. Het bleek een lekker soepje te zijn met grote stukken vlees, soort karbonade. Het vlees was zo lekker mals en gaar dat het gelukkig met een beetje pielen met je stokjes makkelijk van het bot loskwam en we konden genieten van een lekker gevuld soepje.

De volgende dag besluiten we vroeg op te staan om voor de regen de muren te bewandelen van het fort Sangdang Sandeong. Ideaal konden we weer gewoon een stadsbus pakken die ons net buiten de stand naar de mooie bergen en de stadsmuur brengt. Als we de bus uitstappen biedt een Koreaans mannetje gelijk aan om ons te gidsen. Dit mannetje bleek al 70 jaar te zijn en legt nog steeds 3x per week de 4,2 km van de nogal Nepali flat (little bit up, little bit down) kronkelende fortmuren af, respect. Onderweg wordt er gelijk een wichelroede in elkaar geschroefd en krijgen we een extra gratis reading: we krijgen een zoontje met hele slimme hersenen en Rogier wordt dokter. Zo lief dat hij denkt dat we nog moeten studeren;-) Uiteindelijk blijkt ons tempo toch wel iets hoger te liggen en nemen halverwege de eerste heuvel afscheid van onze gids en lopen we verder door de mooie bosrijke omgeving waar stiekem de eerste mooie herfstkleurtjes toch al wel aanwezig zijn. Net als de felle trekking-outfits van met rijstwijn & soju bepakte Koreanen overigens. Al wandelend over de muur hadden we beide bedacht dat Korea wel een heel fijn landje is met hele mooi natuur waar je een aardige wandeling kan maken, ook vlak bij de steden, met hele aardige mensen (je hebt af en toe wel een droge mond van al het ‘annyeonghaseyo’ (= hallo)), goed eten en natuurlijk Taekwondo. Ja, we zouden hier best kunnen wonen. Van de gebouwen binnen de fortmuren blijkt trouwens niks meer over en haastten we ons bij het zien van de donkere lucht naar de bus waar we net op tijd instappen voor de regen losbarst. Tijd om eens gebruik te maken van de film service van ons love motel. Onder het genot van een supermarktmaaltijd (die trouwens best goed zijn en prima zijn om wat kosten te besparen) genieten we van Ninja en Yolandi in Chappie (NYC).

P1060583

Songnisan National Park blijkt dan eigenlijk toch het best bereikbaar vanaf Cheongju, dus gaan we toch alvast maar eens kijken hoe de herfstblaadjes erbij hangen. We beginnen eerst met de mooie tempel Beopju-sa, die een 33m hoge gouden Boeddha beeld in huis heeft. Daarna beginnen we aan de klim naar Munjangdae (1033m). Wat een erg mooie berg blijkt te zijn met granietpieken die uitsteken tussen de toch al wel herfstgekleurde bossen. Op het uitkijkpunt waai je wel zo ongeveer weg, als je niet al voor die tijd bevroren was. Jeetje wat een harde en koude wind! Maar zelfs met samengeknepen ogen zien we nog wel dat het er erg mooi is. Na een paar fotootjes dalen we snel weer iets af en wandelen we over de bergrug naar naar nog de volgende piek, Birobong, voor we naar beneden wandelen om de bus richting huis te pakken.

Dan reizen we af naar kustplaatsje Sokcho, waar we een hotel vinden in ‘krabstraat’. Afdingen op hotel prijzen lijkt niet echt normaal te zijn, gezien het (nogal) teleurgestelde gezicht van het hotelmeneertje als we een korting voorstellen, maar uiteindelijk gaat hij toch over stag. Hopelijk hebben we hem niet beledigd… Ons hotel is als hotel trouwens één van de uitzonderingen, want net als in andere landen in Azië doet ook in Korea vaak weer iedereen in de hele straat hetzelfde. De straten heten hier zelfs echt pork-, chicken- etc. street. In dit geval is het crabstreet en is de hele straat afgeladen met aquariumtanks vol met enorme krabben erin. De krabben zitten soms zo dicht op elkaar gepakt dat de bovenste bijna uit het aquarium kunnen kruipen. Een simpele snelle maaltijd vinden, blijkt dan ook niet makkelijk en dus gaan we maar gewoon in een restaurantje zitten waar het heel druk is. Onder het motto dan zal het wel goed zijn. Met behulp van vertaal apps en veel handen en voeten werk hebben we iets besteld, we highfiven nog even met de jongen van het restaurant, die ook zichtbaar blij is dat het gelukt is. Het zweet stond hem op het voorhoofd, haha. Een beetje boven ons budget, maar de grote kom soep met schelpdieren en de gegrilde vissen smaken inderdaad prima 🙂

Seoraksan is het volgende National Park op de checklist en moet één van de mooiste NP’s in heel Korea zijn. En volgens het blaadjeskaartje van de Koreaanse knmi is het nu op en top herfst! We hebben er zin in! In de bus richting NP blijkt dat we ons af en toe wel iets beter moeten voorbereiden. Want we lezen de route nog eens door en zien nu pas dat de klim naar de top al 5 tot 7 uur duurt. Wij dachten eerder gelezen te hebben dat de klim naar de top én weer naar beneden 5-7 uur duurde… Aangezien het een heel groot NP is, zijn er gelukkig meerdere wandelroutes en besluiten we de volgende dag maar naar de hoogste top te klimmen en voor nu een iets kortere route te kiezen. We zijn zo flexibel. We beginnen weer met een tempel: Sinheung-sa, die een erg mooie bronzen zittende Boeddha heeft. De gekleurde blaadjes doen het inderdaad erg leuk en maken de tempels en Boeddha beelden nog mooier. Ook de Koreanen zijn zich daarvan bewust, want zelfs op deze doordeweekse dag is het redelijk afgeladen met Everest proof kleurrijke trekkingoutfits en lijkt het alsof de Koreanen de herfstgekleurde blaadjes proberen te overtreffen. Daarna lopen we naar Ulsan Bawi, wat weer even flink klimmen is. Maar onderweg kunnen we wel genieten van de mooie herfstkleuren, vooral de esdoorns worden echt super mooi, lees: knal rood. Ulsan bawi zelf blijkt een mooie granieten bergkam, die kaal uit het herfstbos opduikt. Terug beneden besluiten we nog even naar de watervallen Yukdam Pokpo en Biryong Pokpo te lopen. Die via een mooi dal te bereiken zijn… Tenminste de eerste, de tweede blijkt afgesloten voor onderhoud. Al lijkt onderhoud te bestaan uit het schieten van plaatjes met een grote drone met maar liefst 7 camera’s. Helaas kunnen wij de mooie plaatjes van de waterval op onze buik schrijven.

P1060965

De volgende dag is het dan wel tijd om Daecheongbong, de hoogste piek van Seoraksan, te betreden. Wat inderdaad vrij letterlijk vrij veel trappen betekent, zo’n 1708 meter de hoogte in en 4 uur hard klimmen. Onderweg genieten we weer van mooie blaadjes, watervallen en kleine eekhoorntjes die druk bezig zijn met winter voorbereidingen en verrassend veel in hun kleine bolle wangetjes kunnen proppen. Op de top aangekomen eten we weer ons supermarkt picknickbakje (rijst met verschillende soorten vlees of vis, groenten en kimchi), iets wat we nog wel vaker zullen doen :-). We besluiten uiteindelijk om toch via dezelfde weg af te dalen en niet de langere weg aan de andere kant te nemen. Rogier vindt dit achteraf eigenlijk wel een beetje Laf Gedrag, dus voor ons betekent LG tegenwoordig niet meer Life’s Good, maar Laf Gedrag. LG blijkt trouwens, net als de meeste andere Aziatische merken, echt van alles te maken; ramen, tandpasta, deuren, douchegel, airco’s noem maar op. Zijn eveneens Koreaanse broertje Samsung lijkt het voornamelijk op elektronica te houden, al wisten we niet dat er ook Samsung auto’s zijn. Wat trouwens ook een typisch Koreaans dingetje is, is om schuimblokjes op je autodeuren te zetten zodat ze niet beschadigen. Maar de vrij blauw gekleurde vierkantje blokjes zien er naar ons idee nou niet echt heel dynamisch uit op je nieuwe audi…

Na twee dagen trekking slapen we weer eens lekker uit, om in de middag toch maar eens de DMZ (De-Militarized Zone) te bekijken, oftewel eens te spieken naar de Noord-Koreaanse bovenburen. Maar het is natuurlijk stom om te denken dat dat makkelijk zou zijn. We missen net de bus en de volgende bus pakken lijkt te krap te worden aangezien de DMZ alweer om half 4 sloot. Bovendien moet je niet denken dat je zomaar de DMZ in kan wandelen. Nee, we moesten dan ook nog een lift regelen met andere mensen omdat je alleen per auto de DMZ in mag. Uiteindelijk leek ons dat toch wat te veel gedoe. Dus besluiten we onze picknick lunch dan maar op het strand op te eten, waar het zonnetje lekker schijnt al is het zeker geen strandweer meer. Sokcho is wel een relaxt stadje: er is dus een strand, vis hangt hier te drogen tussen lantarenpalen, elk stukje braakliggend grond wordt gebruikt als moestuin (wat er heel schattig uitziet) en er is zelfs nog een handmatige ferry die met een soort van haken wordt voortgetrokken aan een kabel die in het water hangt. Als je als betalende ferry klant denkt dat je gewoon kunt genieten van 3 minuten uitzicht, dan heb je het trouwens goed mis. Haken worden uitgedeeld en dan moet je jezelf en de anderen naar de overkant trekken. En wat is er nou leuker dan een nietsvermoedende toerist zo’n haak in de handen te duwen? Rogier mocht dus ook helpen! Dus mouwen opgestroopt en zo begon Rogier nogal hard aan die haak te trekken. Dat ging weer eens iets te hard, wat bleek uit de verbaasde kreten van de vrouwen, zoals alleen Koreanen die kunnen uitkreten. Maar bij de mannen scoort Rogier ook nog eens een extra gratis thumbs-up of real-life-like whatever je het noemen wil.

P1070018

Zuid Korea bevalt ons dus wel erg goed en met al deze mooie herfstkleurtjes hebben we nog heel veel NP’s op onze to-do lijst staan. Maar daarover meer in het volgende verhaaltje. Hopelijk volgt dat sneller dan dit verhaaltje en lukt het ons ooit om jullie iets meer actueel met ons mee te laten reizen… De route werken we wel steeds bij, dus als jullie nieuwsgierig zijn waar wij zijn, kunnen jullie daar zien waar we uithangen.

Voor nu een kus uit Japan en kom maar op jullie reacties!