Whoop whoop, whoehoe, jippie jippie yeah! Zo blij als een stel kleine kinderen stappen we in Sao Paulo in het vliegtuig. We kregen een beetje heimwee en dat kan natuurlijk niet, dus schreven we ons in voor een rondje om de wereld, waar het ineens niet meer 6 uur later was dan in NL, maar 8 uur vroeger, of net andersom. Hoe dan ook… Na zo’n 30 uur vliegen en zo’n 42 uur reizen door de tijd, kwamen we met nogal dikke varkenspootjes -tussenstops waarbij je zelf niet hoeft over te stappen, bleken voor de bloedsomloop niet al te best. Is dit nu wat ze bedoelen met ‘jetlegs’?- aan in Tokyo! Yes, terug in Japan!! Waar we net op tijd waren voor de laatste shuttle bus naar het hotel. Hoewel we een beetje geoefend hadden op het Japans, begrepen we erg weinig van de buschauffeur die hele verhalen tegen ons twee vertelde, de rest van de bus, formaat stadsbus, was helemaal leeg. Alleen ‘o kudasai’ verstonden we en begrepen we dat we alsjeblieft iets moeten doen. Waarschijnlijk de gordel om? Dus dat deden we dan maar braaf. En met zijn witte handschoentjes reed ie ons veilig naar het hotel. Aan de overkant zat zo’n oud vertrouwd bentobox winkeltje, waar we ons diner haalde. De puf om te zoeken naar een restaurantje was een beetje op. En daarna ploften we uitgeput in bed. Normaal hebben we niet zo’n last van ‘jetlegs’, maar deze trip was toch net even een stukje verder door de tijd.
Na een dagje rust, hebben we nog snel de tempels van Narita verkend. Een streling voor het oog na al die, naar onze smaak, meestal lelijke kerken in Midden/Zuid Amerika. En na wat shoppen op zoek naar retro computerspelletjes(?!) vonden we een sushi kaiten restaurant waar alles 1 euro was! Oke, het was niet de beste kwaliteit, maar toch wel erg jummie!! En toen was het alweer tijd om te vliegen… Op naar het zuiden van Japan en na een uur of drie staan we op Okinawa. Het weer zit een beetje tegen en het waait zo hard dat de boot naar de kleine idyllische eilandjes rondom Okinawa niet vaart. Dat betekende nog een extra nacht in onze schitterende loft, van 7 m2… tja, niet alles in Japan is geweldig 😉 De volgende dag waait het nog steeds hard, maar zijn er volgens de website van de veerdienst geen gecancelde boten. Eenmaal op het water blijkt wel hoe hard het nog steeds waait en zijn we erg blij als we er twee uur later weer af kunnen. Er wordt nog wel even overduidelijk gezegd dat we alleen onze ‘eigen’ spullen van de boot mee mogen nemen en dat doen we dan ook maar braaf. Ook op Zamami is het niet echt lekker weer en valt onze strandvakantie een beetje in het water. Maar we hadden een fijn Japans kamertje waar we dus lekker veel van de anime Ippo hebben gekeken. Zonder al te veel achtergrondgeluid, want de eigenaars van ons hotel vinden, net als wij, dat het volume van de Chinezen standaard op max staat. Dus hangt er in de keuken een bordje waarop specifiek de Chinezen toeristen alsjeblieft wordt verzocht zich te gedragen en een beetje zachtjes te zijn/praten…ha! Als het eigenlijk nog net te koud is om een duik in de wondere onderwaterwereld te bewonderen, doen we dat toch maar. Waar Rogier mooie grote zeeslangen, schildpadden, nemo’s, mega zeekomkommers en andere nog ondefinieerbare zeefauna, heeft gespot. Uiteindelijk lukt een wandeling over het eilandje ook nog, al moeten we ons een weg slalommen tussen onwijs veel geplette salamanders, maar ondertussen zien we met mooie uitzichten op de blauwe baaien! Op de laatste dag was het redelijk weer en, hoewel het nog steeds geen strandweer was, zijn we knetterhard verbrand toen we nog een uurtje onze kop in de flauwe zon, die zo half achter de wolken hing, staken. De jongen bij ons hotel ‘s avonds vroeg of we soms in de zon waren geweest en raadde ons aan om maar even te gaan rusten. Schattig toch! Maar we waren ook wel zo rood als een kreeftje…
Hoewel het schandalig is op de laatste dag van Japan geen Japans te eten, hebben we toch heerlijk gesmikkeld van een Indiaas menuutje. En dat mocht ook vonden we, want het is alleen maar de voorlopig laatste dag in Japan 😉 ! En al voor we naar het vliegveld gingen, kregen we een voorproefje van onze nieuwe bestemming. In een winkel waren namelijk een stel vrouwen die Chinees praatten. En mijn hemel wat een volume kunnen die mensen toch produceren! Dat bordje in het hotel was echt geen overbodige luxe…
En even later was het dus tijd voor alweer een vlucht… Ja, ja, het idee om zo min mogelijk te vliegen hebben we een klein beetje losgelaten… Maar er was ook echt geen boot… Op naar Taiwan!! De laatste echte reisbestemming van onze reis en dan staakt de teller op 20!! Vanaf het vliegveld ging er expres een express metro de stad in. Super handig. Als je tenminste je muntje (ticket) niet verliest, hè Rogier…, waarmee je de metro weer uit kon. Dubbel betalen dus. Eenmaal buiten op straat wanen we ons in China. Overal weer grote uithangborden met Kanji, overal eettentjes, kleine winkeltjes met ondefinieerbare spullen en gruwelijk veel brommertjes! Natuurlijk is het geraas van al die brommertjes, die heel gevaarlijk overal tussendoor schieten, niet perse fijn. Maar het was zo’n grappig gezicht en zo’n tegenstelling na het rustige Japan dat we er gewoon om moesten lachen. Wat wel anders is dan in China, zijn de mega veel knalgele loterij/gok-winkeltjes. Want in tegenstelling tot de Chinezen hoeven de Taiwanezen niet speciaal naar Macau om te gokken. Ons hotelkamertje was weer niet echt groot, maar wel erg nieuw en leuk neo retro ingericht met zo’n mooie oude draaitelefoon etc. Die zijn toch eigenlijk veel leuker dan steeds groter wordende smartfoons… Het avondeten was wat karig, want na de eerste portie dumplings sloot het restaurant en waren we te laat voor een tweede portie. Maar het was wel weer erg lekker!
Taipei is een grote stad, maar inmiddels zijn we dat geloof ik ook wel gewend, en is het best prima vertoeven hier. We wandelen een stuk door de stad, bekijken de nodige tempeltjes en parkjes en eten ‘s avonds op de nachtmarkt, waar in plaats van marktkramen, allemaal kleine eettentjes staan, waar je bij sommigen in een lange rij moet aansluiten. Natuurlijk kan de inktvis ‘squid on a stick’ niet ontbreken! Vanuit Taipei maken we ook nog wat dagtripjes. Eén ervan is naar natuurpark Yangminshan. In deze periode is daar het bloemenfestival en is het in het weekend knetterdruk. Wij hadden daarom maar voor een doordeweekse dag gekozen. Op het busstation staat de bus al klaar en rennen we er naar toe en zien we vervolgens dat er een hele lange slangenrij tot om de hoek langzaam de bus in schuift… Aiiii. Dat wordt dus wachten op de volgende en volgende en volgende bus. En we waren al zo lekker op tijd. NOT! Maar blijkbaar reden de bussen af en aan en waren we nog redelijk snel in het park. We kozen voor wat de LP de mooiste wandelroute noemde, maar daar begrepen we weinig van. Na wat hete lucht geisers liep het wandelpad door een soort hoog bamboegras en zag je verder eigenlijk niets. We hadden ook veel bloemen verwacht, maar ook die waren nergens te bekennen. Ach ja, we hadden ons weer een paar uur vermaakt, zullen we maar zeggen.
Een ander tripje was naar Wulai. Ook een great succes, want daar zaten alle wandelpaden dicht omdat een typhoon in 2015 alles verwoest heeft… Nog wel een gezellig praatje gemaakt met een oude Taiwanese man, die inmiddels al 50 jaar in Amerika woont en zich afvroeg hoe wij zonder de taal te spreken ons hier redden. We kregen nog een lesje geschiedenis van de beste man en hij vertelde ons over de bezetting door oa de Nederlanders, sorry, en ook hij bleek niet onder de indruk van het Yangmingshan national park, gelukkig… blijkbaar hadden de recente temperatuurschommeling de bloemen wat in de war gebracht zodat ze, heel on-aziatisch, niet met z’n allen tegelijk in bloei stonden. Aangezien we in Wulai dus niet echt iets konden doen, moesten we noodgedwongen maar in de hotspring. Hè, wat vervelend 😉 Hoewel de badjes ons soms toch wel net heet genoeg zijn, was het toch wel weer even lekker. Helaas hielp het niet om de spierpijn van de vorige dag te verlichten. De terugweg naar huis ging ook al zo soepel. Op zich wel, want de bus vanaf Wulai bleek helemaal door te rijden naar onze halte in Taipei. Alleen doet de bus er dus nogal lang over om de stad te doorkruisen en moesten we aan het eind ook nog bij betalen, en hadden we dus beter op enig moment met de metro verder kunnen reizen. Dat had ons minimaal een uur gescheeld. Maar ja, als je alles wist van te voren was het ook maar saai. Toch?!
Na het nachtelijk uitzicht op Taipei 101 en over de stad met alle lichtjes te hebben bewonderd, pakken we de volgende dag de trein, die super relaxt is, naar Hualien. Het landschap bestaat uit knalgroene rijstvelden met kleine huisjes ertussen en vrij regelmatig een nog kleurrijker tempeltje! Dat sluit in ieder geval goed aan op onze kleurrijke paddestoelen kamer?! Echt te schattig, maar oh zo lelijk ? Waarom zijn we in Hualien? Voor de Taroko Gorge natuurlijk! 18km aan kloof waarvan de wanden gemaakt zijn van puur marmer! Hoe je die het beste kunt verkennen is vrij onduidelijk. Wij denken een fiets te kunnen huren bij de ingang, maar het personeel daar denkt van niet. Trusty benenwagen it is! De eerste paar kilometer zien we eigenlijk niets, omdat we alleen maar door tunnels lopen… Maar er is licht aan het einde van de tunnel en zo wordt de spanning iig mooi opgebouwd… en daar is alweer een volgende tunnel…. Maar na een tunnel of 4 is hij daar dan echt: Taroko Gorge! Die inderdaad best mooi is met zijn steile groene bergwanden waar de ochtendmist flarden nog tussen hangen. We wandelen, helaas over de autoweg, langs de Chinees schilderachtige Eternal Spring Shrine tot de kloof smaller wordt en we bij ‘shallow grotto’ aankomen. LP: How can rock make such magical patterns??? WIJ: Steen…leuke streepjes hoor…?!? Dit is ook het startpunt voor de Jhuilu old trail. De mooiste wandeling door/bovenlangs de kloof. Maar dat gaat zomaar niet… nee, dan moet je eerst minimaal een week van te voren een permit besteld hebben… Ja that’s not how we roll… wij weten meestal twee dagen van te voren nog niet eens waar we naar toe gaan… Dus rollen we maar we verder over de autoweg, waar het ons opvalt dat iedereen onwijs ‘schattige’ blauwe helmpjes op heeft. Gelukkig is dat -ondanks alle waarschuwingsborden- niet verplicht door de Taiwanese regering! En hoe gevaarlijk kan het zijn??! We vervolgens onze weg langs de marmeren wanden en weer door de nodige, gelukkig kortere, tunneltjes. Tot we op een gegeven moment een harde doffe klap achter ons horen. We draaien ons wat schaapachtig om, maar voor we zien waar die doffe klap vandaan kwam, werden we alweer afgeleid door een keiharde klang op de metalen vangrail vlak voor ons… nog schaapachtiger kijken we maar eens omhoog… waar de blauwe hemel ineens gevuld is met nogal grote stenen die nogal hard naar beneden komen…. ROCKSLIDE!!!!!!!!! RENNEN!!!!!! Met onze handen boven ons hoofd rennen we, maar weer eens alsof we achterna gezeten worden door een horde seriemoordenaars, terwijl de stenen rondom ons heen op het asfalt klappen, naar de dichtstbijzijnde tunnel. Gelukkig bereiken we beiden de tunnel zonder door ook maar iets geraakt te worden! Wat we misschien toch een wondertje mogen noemen. Pfew, soms ook best handig zo’n tunnel 😉 En vrij snel daarna is het weer rustig en blijven de steentjes weer gewoon keurig op hun plek bovenop de berg liggen. Dit was wel echt een gevalletje van op het verkeerde moment op de verkeerde plek en al shakend kijken we of het licht aan het einde van de deze tunnel op de kloof uitkomt of… Want dit was toch wel de meest bijna dood ervaring die we gehad hebben in bijna 2 jaar tijd… Gelukkig kunnen we gewoon verder met de 18km kloof. Maar de lol is er wel een beetje af zo… Waar kunnen we die schattige blauwe helmpjes halen??! Zijn we al bijna aan het einde van de kloof?!? Gelukkig kunnen we vrij snel de Lüshui-Heliu trail (de Jhuilu voor mietjes… of mensen zonder permit 😉 ) op, die wat hoger (lees: veiliger) langs de rotswand gaat en dan zijn we vrij snel aan het einde van de kloof. Rogier ren-loopt nog even naar de Baiyang waterval, waar je dan maar iets meer dan een uur over doet ipv de 2,5 uur die in de brochure staat, maar dan natuurlijk nog wel net de bus mist ? De bus daarna denkt ‘f*ck it, ik heb geen zin vandaag’ en moeten we ruim een uur wachten… maar goed, dan rijden we met een metalen dak boven ons hoofd ‘veilig’ de kloof uit!
Hoewel Taiwan in veel opzichten best op China lijkt, valt het ons op dat de mensen toch wel anders zijn. De Chinezen zijn ook vriendelijke mensen hoor, maar de Taiwanezen zijn een stukje beleefder. Zou dat een trekje zijn wat ze hebben overgehouden aan de bezetting door de Japanners? En ze zijn super super vriendelijk! Misschien wel de vriendelijkste mensen die we in onze reisjes hebben ontmoet. Als je in een restaurant op je bestelbriefje zit te staren, is er altijd wel iemand die vraagt of ze kunnen helpen met bestellen, en ook op straat wordt je vaak aangesproken. Ook als we naar ons idee niet heel vragend om ons heen staan te kijken, haha. En als we in Yuli proberen te informeren naar het huren van een scooter schiet er een groepje jongeren te hulp (als ik dat zo schrijf, voel ik me best oud…) Maar goed, ze wilden dus helpen en op een gegeven moment, na wat gegiechel, werden we gevraagd of we met ze mee wilden voor een bbq feestje. En dan gingen ze ondertussen wel bedenken hoe wij de volgende dag op de beste manier in het Walami park konden komen. Dus hup een auto in, nog iemand oppikken, langs de supermarkt, nog een stop bij een fiets en brommer verhuur zaak. De uitslag van dat gesprek zou ons later wel verteld worden. Uhhh, oke. En zo rijden we het stadje uit… Ehhh, hoe komen we straks weer thuis? Geen idee, we zien het wel. Eenmaal bij een huis, het huis van Wong Wong zo blijkt later, gaat iedereen aan de slag. En worden wij alvast aan zo’n ultra lage tafel gezet. Van binnen komen nog meer mensen aan lopen en gelukkig schuift er iemand bij ons aan. Na wat praten, blijkt dat veel mensen elkaar voor het eerst zien en het dus geen hechte vriendengroep is, zoals wij dachten. Heel grappig! Het is een gezellige avond met goede stukjes vlees en vis! We worden ook gelijk weer uitgenodigd voor de volgende dag. Dan schijnt er een aboriginal festival te zijn. Onze gastheer Wong Wong is namelijk van aboriginal afkomst. De originele bewoners van Taiwan (waarom ze dan ‘ab’-orginal genoemd worden is ons onduidelijk, dat ‘ab’ kunnen ze toch gewoon weg laten), totdat wij Dutchies in 1622 in Taiwan aanlanden, of moeten we zeggen aanlegden, en de Nederlandse kolonisatie begon. Niet dat dat zo’n succes was, want de ‘originals’ hadden helemaal geen zin om rijst en thee voor ons te verbouwen. Verder moesten we ook nog Spanjaarden wegvechten en later de Chinezen. Dat lukte dus niet al te best en in 1662 viel Fort Zeelandia en was Taiwan in handen van de Chinezen. Heel jammer natuurlijk anders had Taiwan nu vast New Twente geheten en waren er vast en zeker, met boerenkool gevulde, Dutch dumplings geweest. Daarna is er altijd erg veel moeite gedaan om de ‘originals’ te onderdrukken, maar inmiddels heeft de Taiwanese regering begrepen dat de aboriginal cultuur iets unieks is en doen ze er alles aan om die weer nieuw leven in te blazen. Dat neemt niet weg dat veel ‘originals’ zich een beetje voelen als aapies in de dierentuin als er weer een horde Taiwanezen komt kijken. Wong Wong heeft daar overigens totaal geen last van en er blijven die nacht maar liefst 17(!) Taiwanezen slapen die hij de afgelopen dagen her en der ontmoet heeft. Hoe bedoel je gastvrij!! Oh ja, nog een grappig feitje is dat de taal die de ‘originals’ spreken erg lijkt op Bahasa (Indonesisch). Inmiddels hebben wij een lift terug geregeld en wordt ons verteld waar we de volgende dag een scooter kunnen huren.
Strak om 8 uur ‘s ochtends staan wij bij de scooterverhuur… maar geen scooterverhuurder te bekennen. Een kwartier later is er nog steeds niemand. Dus besluiten we om dan maar een fiets te huren. Dat is wel gezond, maar helemaal niet handig, want we moeten voor 9 uur bij het park zijn om een permit te regelen anders kunnen we wéér alleen het ‘mietjes/geen permit’ pad doen. En dat blijkt inderdaad het geval te zijn… ? Voor we trouwens bij het mietjes pad zijn, moeten we, zeker geen mietjesstijl, eerst een uur lang steil de berg op fietsen. Helaas is de beloning wat minder, want de wandeling zelf is een beetje teleurstellend, op een mooie waterval na dan. Een permit had niet geholpen in dit geval en we hadden er trouwens niet eens tijd voor gehad, want de ‘original’ festiviteiten beginnen al om 18:00 uur. Gelukkig kunnen we dan wel op onze fietsen keihard bergaf scheuren, hier en daar moet je dan wel een slome auto inhalen.
Snel even douchen en dan weer op de fiets richting het dorpje van Wong Wong en om 18:30 uur zijn we per ongeluk op de goede locatie. Heel Nederlands zijn ze helaas echt strak om 18:00 uur begonnen ? Gelukkig krijgen we nog wel een deel van het ritueel mee. Ondertussen worden er uiteraard glaasjes zelfgestookte rijstwijn uitgedeeld en is er uiteraard ook nog een boel eten voor ons, de 25 andere Taiwanese gasten van Wong Wong en andere Taiwanese toeristen. Hadden we al een keer gezegd dat de mensen hier echt heel gastvrij zijn?! Dus genieten we van een uitgebreid assortiment van vis tot vlees, inclusief een vers gejaagd bosbeest waarvan niemand schijnt te weten wat het nu precies is. We bedanken het opperhoofd voor de gastvrijheid en uiteraard worden we dan uitgenodigd voor de festiviteiten van de volgende dag… om 6 uur ‘s ochtends… waar we -hopelijk zonder iemand te beledigen- vriendelijk voor bedanken. Uiteraard moet er daarna nog meer bier gedronken worden. Krijgen we ook nog een uitnodiging om morgenochtend om 8 uur ‘s ochtends te gaan kanoën met zijn allen. Maar na een dag flink fietsen en wandelen, vinden wij het wel ff best, en slaan we -hopelijk zonder iemand te beledigen- het aanbod vriendelijk af. De volgende dag horen we trouwens dat het feest tot 3 uur ‘s nachts is doorgegaan en alleen Wong Wong de festiviteiten heeft gehaald en het kanoën in het water is gevallen ?
Vanaf Yuli pakken we de trein naar Taitung om daar gelijk op de boot richting Lanyu te stappen. Lanyu is een klein eilandje dat voornamelijk bevolkt wordt door een ‘original’ bevolking. Een Taiwanees meisje op het treinstation wil ons helpen en vertelt dat de bus naar de haven pas over 3 kwartier gaat. Normaal zouden we daar gewoon op wachten, maar omdat het volgens haar druk gaat zijn op de boot gezien de feestdagen laten we ons ompraten met haar een taxi te nemen, zodat we op tijd bootkaartjes kunnen kopen. Eenmaal bij de haven aangekomen blijkt dat de ticketbalie dicht zit en pas open gaat op de tijd dat we anders ongeveer met de bus zouden zijn aangekomen. Nu we een Chinees sprekend vriendinnetje hebben, vragen we haar te bellen naar een mogelijk hotel. Maar zij weet ook nog wel iets en na wat heen en weer bellen, spreken we af dat we bij een vriend van haar blijven slapen. Ze promoot de plek als een kleine bed & breakfast en benadrukt dat het heel schoon is. Top! Eenmaal op het water blijkt de zee weer erg ruig en drukt Elske maar weer zo’n pilletje achterover en halen we zonder problemen de overkant, waar onze taxi klaar staat. Relaxt! Eenmaal bij de bed & breakfast aangekomen, blijkt het gewoon een klein huisje van die meneer zelf, met een kamer waar wij kunnen slapen. En schoon… daar hebben wij andere definities voor, maar goed. Wel grappig om midden in een ‘original’ dorpje te slapen. Die zeeziekpilletjes werken prima, maar leggen behalve je evenwichtsorgaan verder ook alle lichaamsfuncties stil. En na een dure hamburger is Elske om 19 uur compleet van de wereld. Sterren kijken op het dakterras moet dus maar even wachten. De volgende dag doen we een snorkeltoertje. Onze gastheer was vroeger duikinstructeur en staat erop ons op sleeptouw te nemen. En wij vinden het juist zo leuk zelf een beetje te dobberen… Maar goed, ze bedoelen het zo goed dat je er ook gewoon niet onderuit durft te komen soms. Op naar zijn oude shop voor de gear. Swimsuit? Nee hoor, niet nodig. Een donut? Donut? Ja, zo’n kurken ding dat blijft drijven en je je aan vast kan houden! Eh, nee dankje!! We kunnen zwemmen! Een zwemvest? Eh nee, liever zonder. Flippers? Nee, ook niet nodig. Duikbril met snorkel en wij zijn happy. Met opgetrokken wenkbrauwen en na drie dubbel checken of we echt oke zijn zonder donut mogen we dan toch het water in. Al direct zien we een zeeslangetje. Onze duikinstructeur is meer visser dan duikinstructeur, dus gelijk die slang uit z’n holletje getrokken… niet ‘good for soup’ iig… maar zo kunnen we hem wel goed zien natuurlijk… verder spotten we flink veel nemo’s en zien we ook nog 2 grote zeeschildpadden! De poging van onze vis-instructeur om die naar boven te krijgen mislukt… anders hadden we vast schildpaddensoep gegeten… Vlak voor we weer bij de kant zijn, duikt onze visinstructeur naar beneden en begint met zijn ‘speer’ flink onder het koraal te porren. Na drie keer adem komen happen en weer duiken, neemt hij een octopus mee naar boven en als hij die aan ons laat zien worden we bijna onder de inkt gespoten. Verder doet de octopus nog een poging om grote stenen mee het water uit te sleuren, maar wij nemen alleen de octopus zelf mee. Naar de supermarkt hoeven we dus ook niet meer. We eten octopus!
‘s Middags huren we een scootertje en toeren we een leuk rondje rondom het eiland. Het is het seizoen van de ‘flying fish’, een belangrijk festival voor aboriginals. Gelukkig is het nog net geen hoogseizoen voor de Taiwanese toeristen. We zien hele parkeerplaatsen vol met scooters… Als je je bedenkt hoe druk het dus kan worden…. Dan zou de hele rondweg om het eiland één grote file zijn… Nu toeren we heel relaxt door wat vissersdorpjes en zien we her en der de mooi versierde traditionele vissersbootjes. Heel smal, als een soort kano. Deze bootjes zijn heilig en in het seizoen van de vliegende vis ook verboden terrein voor vrouwen… De volgende dag is het alweer tijd om te gaan. Maar niet voordat ons Taiwanese vriendinnetje ons nog rondleidt door het dorpje. We zien de originele ondergrondse huizen, waar het dak op grond hoogte zit, zeg maar. Je moest in die tijd geen last hebben van claustrofobie… De meeste mensen wonen tegenwoordig boven de grond, want de Taiwanese regering vond dat mensen niet ‘onder’ de grond zouden moeten wonen. Maar gezien het aantal typhoons dat per jaar over het eilandje raast, is onder de grond toch wel een stukje handiger dan 2x per jaar een nieuw huis bouwen… Verder leek het de Taiwanese regering ook nog een goed idee om stiekem vaten nucleair afval te dumpen op het eiland… natuurlijk zijn lichtgevende vissen mooi… maar je kunt je voorstellen dat de Lanyu ‘originals’ niet echt heel blij zijn met de Taiwanesen… zeker niet nu het betonnen beschermende omhulsel scheuren begint te vertonen… echt heel schandalig!!! Ons vriendinnetje neemt ons mee naar een vriend/opperhoofd in het dorp. Zo één met een mooie (lees: vieze) rode mond van al die beetle nuts die hij kauwt. Goed moment om dat ook eens uit te proberen! Rogier doet dus leuk mee met ook een rode mond en spuugt overtollig rood speeksel in de spuugpot… Het opperhoofd heeft zelfs ooit de ‘oorlogsdans’ uitgevonden. Dat leek ons geen goed moment om die eens uit te proberen. Er is ook een vrouwendans maar dan moet je wel lang haar hebben. En laten nou ons Taiwanees vriendinnetje en Elske alletwee geen lang haar hebben… We werden zeer gastvrij ontvangen en vanuit het winkeltje aan de overkant worden gelijk snacks en drinken gehaald. Nog geen 5 minuten later staat ook de sterke drank op tafel, let wel het is net 10 uur in de ochtend, en even later wordt er vis en soep uit de keuken gehaald. En als we even geen hap nemen, worden we gelijk aangemoedigd meer te eten. En vooral om meer te drinken. En wordt er naar de overkant van de weg geschreeuwd om zo’n grote pot bier. Dan komen de gebruikelijke vragen waarom we niet getrouwd zijn, geen kinderen hebben, waarom Elske kort haar heeft etc. Dat kan toch echt allemaal niet… Je ziet de beste man denken ‘de jeugd van tegenwoordig…’ Na vriendelijk beleefd nog meer drank af te slaan, we moeten immers nog op de scooter en dan nog die ziekmakende boot, gaan we terug. Onze gastheer zal ons naar de boot brengen. En als we die na een paar pogingen gevonden hebben, vindt hij dat we nog wel tijd hebben om een potje baseball te aanschouwen. Nadat wij al wel tien keer op de klok hadden gekeken en het wat krap begonnen te vinden, gingen we dan eindelijk richting boot. Daar waren ze zojuist begonnen de aanlegsteiger in te halen… En moeten we rennend naar binnen. Waar ze erachter komen dat we nog geen kaartje hebben… Tja, wij dachten dat we die op de boot konden kopen. Na onze paspoorten bestudeerd te hebben, mocht dat dan ook en konden we toch nog gaan!
De boot brengt ons naar de haven in de buurt van Kenting, in de zuidpunt van Taiwan. Daar laten we een taxi naar Kenting zelf voorbij rijden om er vervolgens achter te komen dat er geen bus gaat… Gelukkig zijn daar twee aardige Taiwanezen die hetzelfde probleem hebben en kunnen we een andere taxi delen. Maar de Taiwanezen zouden zichzelf niet zijn als ze er vervolgens niet op zouden staan ons te helpen zoeken naar een hotel. Iets wat we natuurlijk prima zelf kunnen na bijna 2 jaar reizen. Als wij een paar kamers gaan bekijken, lopen ze nieuwsgierig achter ons aan. Benieuwd naar in wat voor soort kamers wij slapen. Na onze logeerpartij op Lanyu hadden we behoefte aan een kamertje voor onszelf en lieten we de gemeenschappelijk kamers maar links liggen. Dan maar een kijkje nemen in het hotel van onze reisgenoten. Maar dat zat vol. Maar de jongens achter de balie gingen op zoek voor ons! Hadden we al eens gezegd dat de Taiwanese mensen echt super vriendelijk en behulpzaam zijn? Met een paar adressen in de hand gingen we weer op pad en vonden we een geschikt kamertje. Onze nieuwe reisgenoot onderhandelde in het Chinees nog wat van prijs af. Helemaal prima natuurlijk! Maar de hoteleigenaar sprak gewoon Engels hihi. En toen snel samen de nachtmarkt op. Wat een kraampjes, drukte en gezelligheid! Sommige mensen nemen zelfs kinderwagens met gestylede hondjes mee. Als je als hondje een beetje pech hebt heb je, naast een jurkje en permanentje, zelfs leuke roze wangetjes gekregen… Alsof we in een andere wereld waren aangekomen, vergeleken met de rust op Lanyu. Maar met zijn vieren kunnen we natuurlijk wel dubbel zoveel hapjes uitproberen, yummie!
De volgende ochtend leken we weer in een ander dorp te zitten. Kenting leek uitgestorven! Nergens kraampjes, bijna geen mensen, geen toeristen kraampjes, auto’s op de weg. Een complete metamorfose! En ‘s avonds dus weer! Kenting bleek weer zo’n plekje waar we een paar keer wat nachtjes bij boekten. Het was heerlijk aan het strand! Al hadden we af en toe het idee in de nachtmerrie van Daryl terechtgekomen te zijn door het nogal doordringende, vreselijk vrolijke, melodietje van de eeuwig rondrijdende vuilniswagen… Verder was het heerlijk rustgevend. En mooi ook! Met dat mooie heldere blauwe water. Overdag hadden we het strand voor onszelf en pas tegen de avond durfden de Taiwanezen uit de schaduw te komen. Eigenlijk natuurlijk gewoon heel verstandig. Na wat zoeken vonden we ook hier een shop die ons een scooter wilde verhuren. Officieel moet je een internationaal rijbewijs hebben, maar dat hebben we niet. Of je moet een elektrische scooter huren, maar daar mag je dan eigenlijk weer niet met z’n tweeën op ofzo…en dat gaat natuurlijk ook tergend traag. Het National Park leek nogal behoefte aan regen te hebben en alles zag er nogal dor en dood uit en waren we blij dat we niet gekozen hadden voor een urenlange wandeling. Het stuk langs de kust was wel mooi, met rotsen en knalblauwe zee… of was dat omdat we per ongeluk de kleuren-boost op onze camera hadden aangezet ?
Na een weekje strand was het weer tijd om wat gas te geven. Op naar de tempels van Tainan! En die waren er genoeg! En ze zijn ook vaak veel groter dan je denkt en kun je steeds langs het altaar verder naar achter lopen, waar je opnieuw op een binnenplaatsje uitkomt met daarop weer een nieuwe tempelhal enzovoort. Elk altaar staat vol met offers variërend van fruit, koekjes, bloemen en grote schalen vlees met hele kippen en eenden en natuurlijk mogen de worstjes niet ontbreken. En wij maar denken de Boeddha vegetariër is… nou goed, de andere goden en godachtigen zijn dat zeker niet. Vaak is er ook een grote oven met een flinke schoorsteen. Hierin verbranden de mensen gele briefjes die ze vaak even daarvoor bij een van de vele kraampjes hebben gekocht. Waarvoor die briefjes precies zijn weten we eigenlijk niet, maar waarschijnlijk voor iets van goed geluk. Verder dienen de tempels als hangplek voor de pensionado’s, die daar gewoon zitten te zitten en spelletje spelen of een dutje doen en dan soms van hun stoel afvallen… De tempels zijn altijd rijkelijk versierd. Hoe? Tja, dat is gewoon niet uit te leggen, maar sowieso is het een soort tsunami voor je zintuigen. We zullen wel een foto bijvoegen! Oh ja, en de finishing moderne touch is de schitterende lichtkrant die bij bijna elke tempel het laatste tempel-nieuws voorbij laat scrollen. Iets buiten het centrum is nog een boomhuis. Ooit was dit een handelshuis van de Nederlanders, maar inmiddels is het volledig overgenomen door de bomen die boven op de daken zijn gaan groeien en kruipen de wortels overal langs de muren. Op de terugweg komen we over zo’n gezellig marktje en besluiten we de paastraditie van eitjes eten hoog te houden. Ieniemienie eitjes, gebakken en dan op een saté prikkertje!
Na een overdaad aan glim en kitsch van alle tempels gunnen we onze zintuigen wat rust en vertrekken we richting National Park Alishan. Een park zo mooi dat je -ondanks de hordes gepensioneerde Chinezen toeristen- echt niet mocht missen. Al die gepensioneerde Chinezen hadden in ieder geval alle hotelkamers in beslag genomen en was het even zoeken naar een schappelijke kamer. De enorme schimmel in de badkamer moesten we dan wel negeren… Geen hotel waar we nachtjes bij wilden boeken, dus zijn we ‘s middags maar gelijk hard gaan wandelen. Om de meute een beetje te mijden, kozen voor een verlaten trein spoor dat naar een eeuwenoude, nee zelfs millennia-oude, en vooral hele grote boom leidde. Een mooi paadje en die boom was zeker indrukwekkend! Daarna snel verder gesjouwd, langs lieflijk roze bloesemboompjes, lieflijke witte bloesemboompjes en niet te vergeten witte calla lelies, naar het andere bos met grote bomen. Echt bizar groot hoor! Dat je je zo nietig kunt voelen door een boom! Sommige bomen cheaten wel een beetje, want soms begint de nieuwe generatie gewoon met groeien op de stomp van de oude generatie… Onze hoteleigenaar vertelt ons dat er hordes vuurvliegjes zijn in het park. Uiteraard slaan we de toeristenbus af en gaan we zelf op pad in het pikke donker… tussen de enorme bomen op naar de ‘sisters pond’. Ondertussen halen we wat herinneringen op aan de ‘Blair witch project’ en verzinnen we wat horror-stories over de sisters pond. We moeten het onaangename met het ‘aangename’ combineren natuurlijk. Dichtbij de ‘sisters pond’ is het vooral oppassen dat we geen prinsen in spe of kikker-vriendjes van Naruto platstampen… maar geen vuurvliegje te zien… want die bleken totaal ergens anders te zitten… waar je alleen met een toeristenbus kon komen… Dus lopen we in het pikkedonker maar weer terug naar ons hotel voor een paar uurtjes slaap.
De volgende ochtend was het tijd voor de trekpleister van het park, de zonsopgang. Natuurlijk hadden wij geen zin in een afgeladen trein vol gepensioneerde toeristen en gingen we dus lekker wandelen. De zonsopgang is natuurlijk het mooist na een flinke klim, als beloning.
Maar waarom moet de zonsopgang nou toch altijd zo vroeg zijn…??! De wekker ging om 3:30 en toen we rond 4 uur begonnen met wandelen, begon zo ongeveer ook het treintje al te rijden. Helemaal alleen wandelden we in alle rust naar de top, terwijl het langzaam licht begon te worden. Even werden we misleid door een trap die blijkbaar geen afsnijroute bleek te zijn, en hierdoor kwamen we helaas tegelijk met de hordes luie mensen uit de trein aan op de uitkijkpost. Waar het inmiddels licht genoeg was om te zien dat de ‘sea of clouds’ voornamelijk voor de zon zat in plaats van eronder… Even wachten, even wachten, even wachten nog… maar helaas kwam de zon niet echt mooi boven de wolken en was de zonsopgang een beetje zozo. Ja, daar doen we het dan allemaal voor, haha!
Na het ontbijt reserveren we snel een bus naar het meer van de zon en de maan en laten we de Chinese toeristen achter ons. Voor even… want ook bij het Sun & Moon lake rijden bussen vol toeristen. Het weer is grauw, het meer grijzig en we vragen ons af waarom we hier eigenlijk naar toe zijn gegaan. Maar goed, we zijn er nu eenmaal, dus gaan op zoek naar een hotel. Bij een oude schattige mevrouw, die achterwaarts de traps af gaat, vinden we een kamer die meer lijkt op een kinderkamer dan hotel, gezien de stickers op de muur, haha. Hoewel we nog niet bejaard zijn, is zo’n scooter wel verrekte relaxt in vergelijking met een fietst zeg maar 😉 En dus doen wij een rondje om het meer op de scooter. Het is die dag super mooi weer! Blauwe lucht en ook het meer is mooi blauw! Zo ziet alles er een stuk aantrekkelijker uit! We genieten van het uitzicht op het meer, met grappige huisboten inclusief Chinees visnet, en komen onderweg nog langs een paar mooie tempels en een pagoda. En zo vermaken we ons met een rondje, wat we in twee uurtjes dachten te rijden, toch bijna vijf uurtjes.
Na alle natuur zijn we weer ready voor een oud stadje met tempels. Lukang it is! Waar alles natuurlijk weer start met de zoektocht naar een hotel. Dat blijkt soms toch wat lastig en soms herkennen we hotels niet omdat ze geen Engelse borden hebben en er in het Chinees nogal wat varianten zijn voor het woord hotel, hostel etc waardoor we wat moeite hadden om de juiste karakters te onthouden. Als we met de gratis wifi bij één van de vele 7-eleven winkeltjes (we blijven ons nog steeds verbazen over de hoeveelheid van deze winkels en het aantal verschillende winkeltjes die echt vaker dan op elke straathoek te vinden zijn) proberen een hotel te vinden, komt iemand van het winkelpersoneel naar buiten om te vragen of ze ons kan helpen. Na wat overleg met collega’s worden we naar een hotel vlakbij gestuurd. Een klant uit de winkel moet blijkbaar dezelfde kant op en fietst een stukje mee. Maar het hotel blijkt veel te duur en dus struinen we nog wat verder. Even later komt de baliemedewerkster van het hotel naar ons toegesneld en gebaart dat we mee moeten komen. Ze werpt wat schichtige blikken over haar schouder en lijkt iets te zeggen over haar baas en dat hun hotel inderdaad heel duur is. Ze brengt ons naar een goedkoper hotel, maar dat zit blijkbaar vol, en maakt ze wel tien keer haar excuses. Helemaal niet nodig en alleen maar super lief dat ze helemaal uit haar hotel gerend kwam om ons te helpen!
Lukang is zeker een aardig stadje en we vinden eindelijk weer eens een mooie oude tempel die niet helemaal glimmend versierd is. Zo zien wij ze het liefst, met vervaagde schilderingen en wat gematigdere kleuren. Hoewel we deze tempel heel mooi vinden, begrijpen we niet helemaal hoe je volgens de LP hier uren kan rondkijken. Tenzij je net als die ene jongen, met een dik boekwerk in de hand als naslagwerk, alle schilderingen, beelden, houtsnijwerk etc tot in detail bestudeerd. De beste jongen was nog steeds bij de entreepoort toen wij er weer uit gingen… Ondertussen struinen wij vast verder door de oude straatjes met mooie oude gevels, marktjes, andere tempels en gaan we natuurlijk even langs breast touching street… Huh wat? Maar nee, het is niets spannends of geks… Het is gewoon een super smal steegje en inderdaad, als je langs elkaar heen wilt dan kan dat alleen zijwaarts schuifelend en niet zonder elkaar aan te raken… gentlemen’s laten uiteraard de vrouwen voor gaan… Ook zien we nog een meneer aan het werk op één van de dingen waar Lukan beroemd om staat, lantaarns! ‘s Avonds willen we nog een bezoek brengen aan de glas tempel, die vooral in de avond speciaal is omdat hij dan mooi verlicht is. Maar als wij op het busstation aankomen, blijkt de laatste bus om 5 uur al te zijn gegaan… En sluit de tempel over een half uur. De enige optie is een taxi nemen. Maar ja, laat er die nu net niet rondrijden in Lukang… Suf!
Onze laatste stop op het rondje Taiwan wordt Hsinchu. En na wat rond zoeken komen we, zoals wel vaker, uit bij het eerste hotel. Een prima kamer met een nog beter ontbijt zo blijkt de volgende ochtend. Ontbijtbuffet met schalen vol groente! Helemaal blij zijn we. Reizen is super en elke dag uit eten natuurlijk een luxe, maar ook noodzaak als je geen eigen keuken bij je hebt. Maar vaak hebben we de groente toch wel een beetje gemist. Dus hier hebben we de schade een beetje geprobeerd in te halen, haha. Na wat sightseeïng in de stad is het tijd voor een tempel wat verder weg en gaan we op zoek naar de bus. Het is al eind van de middag en als we net binnen zijn, worden we zo ongeveer naar buiten geveegd. We waren net op tijd om nog een paar foto’s met de onwijs grote ‘pop’ te maken. Eenmaal in de beeldentuin vond de meneer de bewaker ons wel een beetje irritant en werden de rolluiken al naar beneden gerold terwijl Rogier nog druk was met foto’s maken. Hij hoefde nog net niet Indian-Jones-stijl onder de deuren door te glijden. Het scheelt natuurlijk wel dat Rogier geen hoed op heeft.
Vanuit Hsinchu pakken we de trein terug naar Taipei en zit ons rondje er op. We brengen nog wel snel een bezoekje aan hét museum van Taiwan, The National Palace Museum, met allemaal verfijnde Chinese kunst. Sterker nog, het schijnt de grootste verzameling van verfijnde Chinese kunst ter wereld te zijn. Wat voor de Chinezen natuurlijk een soort van low-kick tegen het zere been is. We hoeven dus natuurlijk niet te zeggen dat het er busladingen aan Chinese toeristen bij de ingang staan. Het is echt knetterdruk en gewoon echt niet leuk meer! Er is zelfs een aparte ruimte waar alle tourgroepen netjes in rijtjes kunnen gaan staan tot de rondleider van het museum zich aanmeldt… na waarschijnlijk een schandalig snel rondje, waar we vooral Chinese toeristen hebben gezien, nou okay en super fijn ivoorsnijwerk, bloedkoralen beeldjes en een kool van jade inclusief sprinkhaan erop(?!?), gaan wij snel op zoek naar ons laatste Taiwanese avondmaal. We komen terecht in een restaurant waar de menukaart geen prijzen kent… Niet onze favoriet en we vragen dan ook maar even wat de uitgezochte gerechten moeten kosten. Als we er nog een groentegerecht bij kiezen, laten we die vraag maar achterwege, groenten kan toch niet meer kosten dan vlees, dus het zal wel loslopen. Het eten is lekker, maar de rekening toch wel iets hoger dan verwacht. Want ja, de boontjes waren toch duurder dan het rundvlees…
De volgende ochtend staan we al voor de rolluiken van de ingang naar de metro opengaan te wachten en pakken we de eerste de express trein naar het vliegveld. Onze backpack trip zit er op. Huh, jullie zijn toch nog niet thuis…? Nee, we zijn nog niet thuis. En hoewel we dus ook nog niet gepensioneerd zijn, worden we wel een dagje ouder. En moeten we eerlijk toegeven dat zo lang reizen best een beetje vermoeiend is, hihi. We klagen niet hoor! Maar jongens, al die indrukken! Elke nacht slapen in een hotel, in goede én minder goede bedden. Elke paar dagen op zoek naar een nieuwe slaapplek. Elke dag uiteten klinkt mooi, maar je moet ook elke dag 3 keer op zoek naar een geschikt eettentje. Al die vreemde talen en soms de worsteling om je verstaanbaar te maken. Al dat reizen en sjouwen met je tas. En ál die indrukken! Wat hebben we veel gezien, wat hebben we veel meegemaakt en wat was het mooi! Op zoveel verschillende plekken op de wereld! Het was, ondanks wat kleine ongemakken, super super gaaf! En het is waar wat veel mensen ons zeiden. Het is pure rijkdom dat we dit samen doen! En na bijna 2 jaar 24/7 samen zijn vinden we elkaar ook nog steeds de liefste! Nee, er zijn geen huwelijksaanzoeken gedaan 😉 Maar het was wel super fijn! Dus om het een beetje relaxt af te sluiten, hebben we bedacht terug te gaan naar twee favorieten en daar gewoon even te zijn…
Dikke kus! ?
Bedankt voor jullie leuke, laatste verslag. Fijn dat jullie het zo mooi hebben gehad in Taiwan.
Nu nog ff genieten in Zuid Korea alvorens deze prachtige reis af te sluiten in het mooie Japan.
Nog maar 30 nachtjes slapen en dan hopen we jullie gezond terug te zien op Schiphol. Geen zorgen over het zoeken naar een hotel, álles is geregeld. VAN HARTE WELKOM !!
Liefs van ons
Ohh fijn dat we nog welkom zijn, na jullie zo lang in de steek te hebben gelaten ? Hotel MAMA is altijd open ?
Voor ons vloog de tijd. Hoop voor jullie nu ook! Bijna thuis! ?
En ook nog Taiwan gedaan, wederom jaloers!! Het lijkt me een fascinerend en bijzonder land wat nog weinig westerse toeristen kent… helaas van die hordes Chinezen, zucht. Jammer dat dit alweer het laatste reisverslag zal zijn, dat wordt afkicken, maar ik heb er van genoten!! Geniet van jullie laatste maand!
Ja Taiwan hadden we eerder overgeslagen en konden we nu mooi nog mee pakken 😉 Op sommige plekken zijn ook zeker de Westerse toeristen te vinden hoor! Maar over het algemeen viel dat idd mee. Best een aanrader! Leuk dat je ons zo gevolgd hebt en bedankt voor al je reacties Celine!
Weer een heel mooi reisverslag van jullie tweetjes. Fijn dat jullie nog naar jullie favoriete landen gegaan zijn. en jullie dus met een voldaan gevoel deze prachtige tijd van reizen af kunnen sluiten. Heel mooi die tekst waarin je samenvattend vertelt over hoe jullie deze lange reis beleefden met alle ups en downs onderweg. zo mooi verwoord. Dank voor elkekeer weer die mooie reisverhalen, geschreven ook met de nodige dosis humor. Met veel plezier heb ik jullie gevolgd op jullie schitterende avontuurlijke reis.. Knap hoe jullie het gedaan hebben en wat reizen is…..daar kunnen jullie samen veel over verhalen. Een hele leuke afsluiting van jullie lange reis en graag zien we jullie over even weer in ons kikkerlandje.
Liefs
Tonny
Graag gedaan hoor. Wij vonden het juist leuk dat je zo mee reist! Ik zie je al voor me als je een grappig stukje leest en jij dat helemaal voor je ziet en in de lach schiet 😀
Wauw wat een belevenissen samen, heel bijzonder en om nooit meer te vergeten!!!
En jullie zijn elkaar nog steeds niet zat 😉 haha ook goed nieuws!
Kunnen jullie straks ook nog als oma & opa’tje samen sushi eten in Japan later
Liefs!! En bijna Welcome Back!
Ja echt super veel beleefd! Eigenlijk te veel om te onthouden… ? Gelukkig hebben we veel foto’s haha.
xx