Na zo’n reisdag van ruim 15 uur mochten we van onszelf eerst even een dagje niks doen, voordat we naar de top van nog een met groene jungle begroeide vulkaan, Cerro Chato, zouden klauteren. Natuurlijk regent het als wij willen gaan wandelen, maar gelukkig was de regenbui van korte duur en konden we in een grijze, maar droge lucht op pad. Voor we bij het eigenlijke pad waren, was het al flink onze longinhoud testen, want het was behoorlijk omhoog. Eenmaal begonnen aan het pad, proberen we de domme toerist uit te hangen door net te doen of we het bordje Spaans met ‘ga terug naar start (=receptie)’ niet gezien/begrepen hebben. Maar helaas krijgen de medewerkers hier duidelijk genoeg betaald en worden we teruggestuurd. De receptie medewerker laat ons weten dat de entree van het natuurpark slechts, met de nadruk op slechts, $12 dollar kost. Waarna Elske zich spontaan verslikt en de receptie medewerker vraagt of er een probleem is. Nou ja, dat wij het eigenlijk best heel veel vinden voor een natuurpark, waar de natuur gewoon zichzelf al miljoenen jaren onderhoudt. Maar goed, met een mooi roze polsbandje gingen we op weg. Lekker steil over de wéér modderige paadjes en was het flink klauteren om op de top van de kraterrand te komen. Het pad naar beneden naar het kratermeer was nog veel beroerder en Elske besloot dat ze na alle kratermeertjes wel genoeg voorstellingsvermogen van meertjes had opgebouwd om deze in gedachten op te roepen. Rogier renklauterde in slechts 20 minuten naar beneden én weer omhoog om over het meer heen naar een groep andere toeristen te kunnen zwaaien. Met de nodige schrammen stond hij weer boven op de kraterrand en konden we weer naar beneden glibberen en klauteren en hadden we soms meer hinder van hele hordes toeristen die nog omhoog kwamen dan van het glibberige pad. En dat wil dus echt wat zeggen, want het pad was super glibberig! Niet normaal zoveel toeristen! In het dorpje hadden natuurlijk al wel alle die luxe restaurants gezien, maar die waren op een paar man na leeg. Wij dachten dat dat lag aan de prijzen want die liegen er, vergeleken met onze backbackersmaatstaven, in Costa Rica ook niet om. Maar blijkbaar zijn er gewoon veel te veel restaurants. ? Grappig is ook dat alle restaurantjes hier Soda’s heten. Wij gaan ff eten bij drankje of zoiets?!?
De volgende activiteit op het programma was weer een junglelige berg beklimmen over modderige paadjes. En toen we bekeken hoe we daar kwamen, haakten we een beetje af. Om 6 uur ‘s ochtends in de bus, de héle dag in de bus, voor iets wat we inmiddels kunnen dromen. We besloten om maar gewoon lekker een dagje niets te doen en de route een beetje om te gooien. Het was schijtweer die dag, regen regen regen en daarom erg jammer dat ons geld op was en we dus naar het dorpje 3 km verderop móesten om te pinnen, anders konden we niets eten. De weg was veranderd in een rivier en omdat het geen zin had droge voeten proberen te houden sjouwden we er maar gewoon doorheen. Sorry schoentjes… Dat het 1,5 week zou duren voor ze droog waren, hadden we toen ook niet bedacht… Ja het was elke dag een natte 50 tinten grijs.
Mooi weer om richting de kust te trekken, haha. Om in Cahuita, onze tweede en laatste bestemming van Costa Rica, te komen, kruisten we dus zo ongeveer het hele land door. Een mooie gelegenheid om de busrit als sightseeing aan te merken dus en goed om ons heen te kijken om een beetje van dit, toch best wel mooie land, te genieten. Maar dat lukte niet. Elske heeft de hele weg zo ongeveer geslapen en Rogier vond een groot deel van de dag computerspelletjes spelen, boeiender dan de groene jungle buiten. Helaas was het 275 km verderop net van dat grijze pisweer en kwamen we in de regen aan. Omdat we anders niets van het land zouden zien, besluiten we maar om ondanks de regen toch de wandelroute op de grens van strand en jungle te gaan lopen. Een schitterend idee natuurlijk! Zoals gezegd regende het. De gele slang en luiaard die hier wonen zijn niet te vinden (net als de gekleurde kikkers en die toekan trouwens). En tot overmaat van irritatie worden we halverwege het pad teruggestuurd, door één of andere chagrijnige bewaker, die ons vertelt dat de rest van het pad dicht zit, want het is na tweeën… Ja natuurlijk joh, dan is de dag inderdaad bijna om?!?? Nou, dat hadden ze bij de start van het pad waar we ons moesten registreren ook wel ff kunnen vertellen. Dus hetzelfde stuk weer terug, door de regen, nog steeds geen gele slang en luiaard te bekennen (ook nog steeds geen gekleurde kikkers of toekan…). Wel weer diezelfde riviertjes waar we door heen moesten. Daar zien we hoe een Aziaat de held op slippers uithangt, door zijn vriendinnetje heel lief op zijn rug het water over te dragen. Maar wij Nederlanders blijven natuurlijk bruggenbouwers en Rogier sjouwt een tweede boomstam bij één die er al ligt en creëert zo een drijvend brug en kan ook Elske met droge voetjes naar de overkant. Verder op kijken twee toeristen heel blij in een boom en als we vragen wat er te zien is, blijkt het een bruine aap te zijn… Heel stom vragen we of ze misschien die gele slang gezien hebben… Ja hoor, kijk deze foto en deze en hier deze van een luiaard… We brabbelen wat in de trant van dat je niet altijd geluk kan hebben en gaan verder… Zeker weten dat die toekan en die gekleurde kikker ergens hoog in een boom samen zitten te smiezen: ‘haha, die sukkels zien ons wéér niet’. Deze dag viel dus een beetje in het spreekwoordelijke water en zijn we maar biertjes en chocola, à €5 per reep ? gaan halen in de supermarkt, uiteraard gerund door Chinezen, en zijn we in TV mode gegaan.
Na 6 dagen was het dan tijd om Costa Rica in te ruilen voor Panama en zetten we op deze zondagochtend maar weer eens de wekker, want het zou een lange rit worden om op Bocas del Toro, het tropische paradijs met wit strand, palmbomen, je kent het wel, te eindigen. Met twee cakejes als ontbijt, en lunch zo bleek later, stappen we in de eerste bus. Dat de grensovergang daaraan zijn steentje zou bijdragen, hadden we eigenlijk niet zo bedacht. Tuurlijk kost het altijd wel ff tijd om alle stempels te verzamelen, maar deze spande de kroon. Een mega lange, uiterst traag voortbewegende rij, stond er bij het immigratiekantoor om Costa uit én in te komen. Heel efficiënt één rij, in de brandende zon. Want ja, nu was het wel lekker weer… Ondertussen worden we nog gewezen op de exit tax die we moesten betalen, in één of ander super dodgy kantoortje of bij de apotheek?!? Ja ja, dat zal wel weer. We hadden gisteravond nog gekeken en gezien dat we niets hoefden te betalen. Of was dat als we Panama inkwamen… eeeehhh?!?!? Na wat research, waaruit bleek dat elke toerist braaf betaald had, besloten we op het laatste nippertje om toch ook maar te betalen. Toen we uiteindelijk bij de douane stonden, hielden we het bonnetje van de betaalde tax even voor onszelf om te kijken of er überhaupt om gevraagd werd. De douane meneer nam Rogiers paspoort, bladerde er wat door heen, keek hem aan en vroeg of hij de tax al had betaald. Ja hoor, zei Rogier. Heb je dan je bonnetje voor mij? Oh ja hoor. Nou geef op dan, dan kan ik tenminste mijn werk doen… De rij aan de kant van Panama ging gelukkig iets sneller en daarna laten we alle toeristen shuttles links liggen en stappen wij ergens rechts in een overvolle bus richting Changuinola, om daar over te stappen richting Almirante, ook hier is het weer mooi groen en junglelig onderweg, en daar de boot te pakken naar Bocas, om daar weer een volgende boot te pakken naar Isla Bastimento. Gelukkig vinden we net voor het weer begint te regenen een hotel en kan het uitrusten beginnen.
Het is ook hier nog steeds 50 tinten grijs met regen en regen met grijs en meer dan in de hangmat liggen doen we eigenlijk niet. Maar ja, het is natuurlijk wel een beetje zonde als je op zo’n mooi tropisch eiland bent dat je er dan niets van ziet… Dus op de een-na-laatste dag, als de regen een beetje weggetrokken lijkt, ja lijkt, te zijn gaan we toch maar richting strand dat aan de andere kant van het eiland ligt. Via een glibberig pad, dat door de regen van de afgelopen dagen extra glibberig is geworden, glijden we, soms op onze kont helaas, richting strand. Inmiddels regent het ook al weer. Het strand is ook niet dat mooie tropische paradijs dat wij verwacht hadden. Best prima hoor, maar geen mooi wit zand met palmbomen. Omdat we toch al natgeregend zijn, kunnen we net zo goed nog even verder struinen op zoek naar de rode kikker, het strand heet immers ‘Red Frog Beach’. Nou ja zeg maar kikkertje, wat hij schijnt zo groot als de nagel van je grote teen te zijn… Precies ja, niet gevonden dus. Dus zijn we met een niet zo voldaan gevoel maar weer terug gegaan. Als verzopen katten kwamen we terug en konden we onze net schonen kleren gelijk weer gaan wassen omdat we vies van de modder waren… Natuurlijk is het dan de volgende dag wel mooi weer… Maar dan komen die sneeuwpoppen gemaakt van plastic bekertjes en de kleurrijke kerstversiering natuurlijk wel extra leuk over.
Hanen. Kennen jullie het wakker worden van het gekraai van hanen? Klinkt best mooi. Nou, het is allesbehalve dat kunnen we jullie vertellen. Hier, waar we naar toe waren te gaan om uit te rusten, heeft iedereen hanen. En die beste hanen kraaien niet alleen bij het krieken van de dag. Nee, te pas en te onpas. De hele nacht. En dag. En als je dus niet zo best slaapt, is het echt een hondsirritant lawaai. Verder moeten we een beetje op een houtje bijten, want een pinautomaat is er niet en het hotel is iets duurder dan verwacht. Dus toen we zagen dat de Chinezen instantnoedelsoepjes voor 35 cent hadden, waren wij verkocht 😉 Klinkt als onze stranddagen in Korea haha. Verder aten we de ene dag gefrituurde kip en de andere dag kip in salsa. Want dit waren met stip op nummer 1 de goedkoopste gerechten op de menukaart. De laatste avond hadden we net genoeg geld om ons te trakteren op een ander maaltje. Een hele vis en een nogal teleurstellend stukje vlees. De kip bleek veruit de beste deal, maar goed. Niet echt uitgerust dus op onze vakantie op het toch ook wat minder paradijselijke eiland in het ook niet al te zonnige weer, gaan we richting Santa Fé. Een tochtje van 11 uur, dat vooral het eerste stuk richting David erg mooi was met het bergachtige en junglelig landschap. Tijdens een tussenstop zien we eindelijk weer mensen in klederdracht, en uiteindelijk eindigt de rit in een nogal klein dorpje waar het inmiddels donker is geworden. Op zondagavond blijk je dan nogal te moeten zoeken naar wat avondeten, maar gelukkig lukt dat nog net en als we om half 9 eindelijk aan tafel zitten vergaan we zo ongeveer van de trek, aangezien we weer geen tijd hadden om te lunchen.
Hier in Santa Fé, dat mooi tussen de bergen ligt, kun je mooi wandelen. In de regen… want weer is het grijs! En dat terwijl het gister super mooi weer was… Als we uiteindelijk besluiten toch maar te gaan, klaart het een beetje op en hebben we eigenlijk best heel aardig weer. Gelukkig. Het pad naar de waterval is niet heel boeiend, maar de waterval zelf is verrassend mooi! Zelfs al kan je hem niet helemaal zien. Tussen verticale wanden met overhangende bomen, buldert het water naar beneden om een poel met kleinere watervalletjes te maken. Rogier doet nog een poging om op een rots te klauteren voor een beter uitzicht, maar bekijkt eerst vooral het water van dichterbij. De rotsen zijn namelijk kneiterglad en na eerst een flinke buikschuiver gemaakt te hebben, schuift hij de tweede keer zo door het water in. Gelukkig net niet de telefoon nat die nog in zijn broekzak zit… schoenen gelukkig wel al uitgetrokken 😀 Op de terugweg komen we nog langs grappige huisjes en als het dan opnieuw begint te regenen, tovert hij tenminste nog wat fleurige regenbogen voor ons.
Bestond de klederdracht in Santiago nog uit soepjurken, in Panama Stad worden we verrast door hele kleine vrouwtjes, nee echt klein, minimaal een kop kleiner dan Elske, die zich in hele mooie traditionele kleding hebben gehuld. Ze hebben kort haar! Heel bijzonder hier en dragen een rood doekje op hun hoofd. De stoffen van hun kleding bestaan niet uit de standaard kitscherige bloemen, maar zijn wat meer abstracte patroontjes en minder druk qua kleurtjes. Al is het geheel van blouse, rok, met daar overheen nog een soort band, de rode hoofddoek en de arm en beenwarmers wel een heel kleurrijk geheel. Vooral die arm en beenwarmers, zoals wij ze noemen, zijn nieuw. We hadden in Panama Stad helemaal geen klederdracht verwacht en het was daarom extra leuk. We hebben geprobeerd foto’s te maken, maar blijkbaar geloven zij dat we hun ziel aan Satan verkopen als ze worden vastgelegd op de foto, want als ze ons met de camera in de aanslag zagen, zelfs als we ze van achter fotografeerden, wisten ze niet hoe snel ze een sprintje moesten trekken. Hun kinderen aan de armen meegezeuld…. Sorry! Maar we vonden jullie gewoon heel mooi… Het contrast is ook zo groot als ze hier door de moderne winkelstraten lopen. Panama Stad heeft ook echt een ander sfeertje dan andere hoofdsteden in Midden-Amerika. Vol met enorme wolkenkrabbers en zo lijkt het een enorme metropool, waar in werkelijkheid slechts 800.000 mensen wonen en dat is best apart aangezien er in de hoofdstad van minilandje El Salvador zelfs meer dan een miljoen mensen wonen.
In 1881 vonden ze om Zuid-Amerika heen varen nogal vervelend. Dus dan ga je Panama doormidden graven… vrij handmatig… Dat het kanaal dwars door de jungle loopt, is natuurlijk hartstikke pittoreske, maar betekende ook dat nogal wat werkers vroegtijdige met definitief pensioen gingen door malaria en dengue. Eenmaal klaar in 1914 zet het project wel de volgende records: grootste kunstmatig meer, grootste dam van aarde, meeste beton gebruikt (3 miljoen kubieke meter) en grootste zwaaideuren (20mx25m). Wij gaan vooral kijken omdat het ons bijzonder lijkt hoe zo’n gigantisch containerschip zichzelf door het dan ineens nogal smalle kanaaltje perst. Omdat er een hoogteverschil tussen het begin en eindpunt van het kanaal is, moeten de schepen door verschillende sluizen heen. Die dan vol worden gelopen zodat het schip weer een verdieping hoger verder kan varen (of andersom natuurlijk). Per jaar gaan er zo’n 13.000 schepen door, die betalen op basis van gewicht. Dat kan je zo maar $376.000 kosten… (de duurste ooit). Maar zwemmen kan natuurlijk ook, zoals Richard Halliburton in 1928 deed, en die hoefde slechts $0.36 in z’n zwemslip mee te nemen. Panama harkt hier zo maar een miljardje of twee per jaar mee binnen en inmiddels zal dit wel 3 miljard zijn, want de toegangsprijs is inmiddels verdrievoudigd naar maar liefst $15. Het aantal bezoekers is er in ieder geval niet minder om, sterker nog, het is kneiterdruk. Waarschijnlijk is dit om te compenseren voor het aantal schepen, want als wij aankomen is er net een schip het hele sluizen proces door, en blijkt er verder geen andere boot te bekennen. Het volgende schip blijkt pas een uurtje of 4 later te komen, waaruit wij concluderen dat we dus eigenlijk net te laat waren. Sowieso vinden wij het één grote tourist trap en is het een beetje een zonde tijd & geld verhaal. Maar goed deze is weer afgevinkt op de emmerlijst of stond die daar sowieso niet op?!? :-p
We vervolgen onze weg, inmiddels in de stromende regen, naar daar waar in 1519 Panama Stad ooit begonnen is, Panama Viejo. De stad werd in 1671 platgeslagen door piraat Captain Morgan (je kent hem wel van de rum) en diende daarna als een soort van open lucht GAMMA, waar iedereen gratis bouwmateriaal vandaan haalde. We hoeven dus eigenlijk niet te vertellen dat er niet bar veel van over is. De keiharde regen en de zwarte gieren geven het een wat donker tintje. En Elske vroeg zich dan ook af waarom we moesten betalen om in de regen naar stenenblokken te kijken. We hadden geld toe moeten krijgen… Maar Rogier’s troetelbeertjes zonnestraal deed wonderen en zo gingen we op pad. De ruïnes zijn een mooi contrast met de wolkenkrabbers op de achtergrond, zeker gezien vanuit de wolkenkrabber van weleer met maar ‘liefst’ 3 verdiepingen. We lopen het hele terrein zo ongeveer 2x want de ingang waar we naar binnen zijn gekomen, blijkt geen uitgang meer te zijn en moeten we wéér aan de andere kant van terrein zijn.
Na nog een chill dagje met uiteraard een zoektocht naar ansichtkaarten en postkantoor is het dan alweer tijd om naar Colombia te gaan. We vliegen low-budget vanaf mini vliegveldje Panama Pacifico. Hoe je er komt is onduidelijk, maar uiteindelijk blijkt er een rechtstreekse bus te gaan. Het echte probleem is ,hoe kom je bij die bus? Want met onze gecombineerde bus/metro ov-pas geeft het poortje een rood kruis… rammelend aan het poortje blijkt dit rode kruis ook echt de meest logische betekenis te hebben… en hebben we een andere pas nodig om het busstation uit te komen… gestoord natuurlijk. Dus betalen we een mevrouw $0.20 cent om voor ons 2x te bliepen. De rest gaat vlot en staan we een paar uur later in de hoofdstad van Colombia: Bogota! Daar kopen we een nieuwe OV pas voor het bovengrondse metro bus systeem en zijn we op weg naar ons hotel (dat nogal krap blijkt te zijn, maar na een handmatige ruimtelijke ordening, is het al wat beter ?).
Nu lezen we in de LP regelmatig over steden die besmet zijn met een kunstzinnig vorm van muurschimmel. In de praktijk blijkt dat vaak nogal tegen te vallen… In Bogota daarentegen wordt de ene vette muurschildering afgewisseld met de andere. Ook grappig is dat alle huisjes mini zijn (net als ons hotel…) en ‘bijna’ Japans aan doen. Hoge gebouwen zijn er weinig en als ze er zijn, zijn ze vaak in bakstenen opgetrokken. Dat alles wordt omringt door bergen… ja, Bogota heeft wel wat vinden we! Hadden we het net over Japan, laten we daar nu ook net zijn geweest met kerstmis vorig jaar. En daar draaide toen ook de nieuwe Star War. Dus we doen kerst 2016 in de herhaling en duiken de bios in. En om alle puntjes op de ‘I’ te zetten, moeten we wel naar de KFC! Nog snel ff lunchen voor de film begint, ook al zit die eigenlijk net te ver weg en duurt het klaarmaken net te lang om nog relaxt te kunnen eten ? en vragen we ons af of fast food fast food heet omdat het snel klaar is, zoals wij altijd dachten, of omdat je het snel moet opeten, zoals hier dus het geval is… Zelfs onze Hong Kong held Donnie Yen doet mee (en de vorige keer werden we al aangenaam verrast door onze Indonesische helden uit the Raid). Voldaan, maar het kan altijd nog beter, vervolgen we onze weg naar ons kerstmis, of moeten we zeggen kermis, diner bij Andrés Carne de Res (vertaling André’s Rundvlees). Er wordt gelijk gevraagd of we gereserveerd hebben en dan knijpen we hem wel een beetje met de kerst… Maar gelukkig heeft het restaurant maar liefst 5 verdiepingen… versierd met ezels, Jesus-en, lampjes, hartjes, tierlantijntjes, stieren, kroonluchters uh ja Willie Wonka meets Tim Burton meets Dali of zoiets! Als enige in de zaak krijgen wij mooie slabbetjes om, want oh wee als wij toch ons iets op onze verlepte backpackers kleding zouden morsen…?. Maar goed de 600 gram T-bone steak en Chateaubriand smaken prima!! Duidelijk ligt hier de focus op het vlees want sidedishes… uh zien er nogal zielig uit in vergelijking… en zo hoort het ook en groenten doen ze helemaal niet aan, al is aardappel (in de vorm van friet) strikt genomen ook groente, toch?! Tweede kerstdag maken we een cultureel rondje langs pleintjes, kerken, kathedralen en dralen we wat in het museum van Botero wiens schilderijen zeker wat te vaak bij André’s Rundvlees eten. Dikke vrouwen, dikke mannen, dikke katten, dikke gitaren, dikke skeletten(?), dikke Mona Lisa, dikke zonnebloemen, dikke paarden, dikke Jesus… alles dik in orde zeg maar. Eenmaal uit het museum, lijkt één van de donkerste regenluchten die we ooit gezien hebben aangetrokken te worden door de stad… uitzichtpunt Cerro Montserrate is al geenzichtpunt geworden, dus vluchten we maar naar ons veel te krappe, maar wel droge, hotel!
Het plan was gas geven richting Zuid Amerika en aangezien onze kerst meet-up met vrienden misloopt, doordat we 2 verschillende definities van de hoofdstad van Colombia hadden ?, hadden we besloten om na kerst direct verder te vliegen naar Peru. Dat Bogota dan wel weer best leuk was, wisten we toen nog niet… Ach ja, we moeten ook wat bewaren voor later natuurlijk en zetten Colombia (net als Ecuador trouwens… sorry J) dus zeker op ons lijstje voor een volgende vakantie!
Iedereen een heel happy 2017!!
Dit is helemal niks voor jullie, zo snel door die landen reizen. En terecht dat Colombia op jullie lijstje komt te staan want ik vond het een super land. Maar misschien is dat ook om de zuidamericaanse sferen wat dan weer same same no different is… we zullen het deze keer in ieder geval niet te weten komen. Veel plezier nog!
Hoi reizigers,
Dankjewel voor jullie mooie verhalen. Op deze manier heb ik weer mooi een stuk meegereisd met jullie. Blijft mooi om jullie belevenissen te lezen. En weer veel mooie foto’s. Veel plezier met jullie verdere reis. Liefs
Hoi samen,
Het was weer leuk om te lezen. En kijken!!!
Jullie gaan wel in sneltreinvaart !!!! Nog ff en we kunnen de koffie aanzetten……
Veel plezier bij jullie volgende belevenissen. Doe voorzichtig….
Liefs van ons.
Xxxx Leukleuk 🙂 Sig