Picknick op het hoogste niveau

Korea Republic of2016!!! Happy New Year!! Iedereen nog bedankt voor de reacties die we krijgen op onze foto’s en verhalen. Erg leuk! Hoewel het al weer 2016 is, vertellen wij jullie nog even over onze belevenissen vanaf 17 oktober 2015…

Langs de kust reizen we naar Nangneung. Zo’n plaatsje aan de zee, het klinkt idyllisch; maar de combinatie van steevast het antwoord ‘vol’ in ieder hotel en de nogal veel vlaggetjes voor wéér één of ander sport evenement doet vermoeden dat onze kans om hier een kamer te vinden wel wat is afgenomen. Na toch wel zo’n 2,5 uur rondsjouwen is daar gelukkig de heel lieve receptionist van een veel te duur hotel die wat andere hotels belt om te vragen of er kamer vrij is. Gelukkig heeft Time motel nog een kamer vrij… Na onze acceptabele kamerprijs grenzen wat verlegd te hebben, dubbele prijs…, zijn we toch maar snel naar het Time motel gelopen. Maar blijkbaar waren we al weer ingehaald door de time, want volgens de meneer achter de balie was er geen kamer vrij… Na 5 uur met onze backpacks op zoek te zijn geweest naar hotels besluiten we Nangneung maar te laten voor wat het is en pakken we na een snelle picknick op het strand de trein naar Samcheok.

Als we die avond aankomen in Samcheok gaan we voor een wat luxer hotel, onze hotelprijs hadden we immers ‘s middags al bijgesteld, en Rogier is de volgende dag jarig. Dus het mag wat kosten 😉 Gelukkig vinden we binnen een kwartier een fijn hotel en kunnen we eindelijk chillen. En als je dan toch naar de andere kant van de aarde bent afgereisd, dan kun je de volgende dag net zo goed even een kijkje nemen in het penispark Haesindang, dat met wel meer dan 50 penis sculpturen, om de hoek bij Samcheok ligt. Hoezo dan, denk je dan? Nou de legende wil dat er ooit een maagd verdronken is en haar ronddolende geest zorgde voor woeste zeeën wat niet gunstig was voor de visvangst. Maar een visser ontdekte dat als hij richting de zee plaste, dat ze daar rustiger van werd… En zo geschiedde het! Vandaag de dag staat er dus een heel park waar je veel gegiechel en ’ohhhhh’ hoort, wat op zich al grappig is, en staan er penis bankjes, de Chinese 12 sterrenbeelden in penis vorm, is er een penis kanon (waar de Koreanen maar al te graag luid lachend op gaan zitten…), etc. Het park ligt trouwens mooi aan zee die, in tegenstelling tot de de westkust, super mooi blauw is. We hadden gehoopt in het dorpje lekker wat te kunnen eten en hadden dit keer maar eens geen picknick lunchpakketje gekocht, maar dat blijkt dan weer niet te kunnen… Dus besluiten we maar de bus terug te nemen. Maar als je denkt een duidelijke bustabel te vinden bij de halte…. Nou, dan kunnen we vertellen dat ze die nog moeten uitvinden in Korea (zelfs de Koreanen lijken er moeite mee te hebben). Na een tijd gewacht te hebben, besluiten we toch maar te gaan lopen. Helaas komt dan als je net de hoek om bent natuurlijk de bus langs rijden… Wild gezwaai met de armen werkt helaas niet om Koreaanse bussen te stoppen als je niet bij de bushalte staat. Het terug lopen duurt ook een stuk langer dan we bedacht hadden. Uiteindelijk lunchen we om 4 uur met een bakje instant noodlesoup bij een klein tentje langs de weg. Als we nieuwsgierig kijken naar de vruchten in de mandjes op tafel, het blijken kakivruchten te zijn, en er twee bij willen kopen krijgen we die gratis. Dat is dan weer super lief. Na deze super geweldige verjaardagslunch vervolgen we onze weg langs de kust en pakken nog even een tempeltje en een leuk dorpje mee om bij de sea-road-bike-trail uit te komen. Fietsen gaat een stuk sneller dan lopen, dus besluiten we een kaartje te kopen voor deze toeristen fietsen op een soort van treinrails langs de kust. We kunnen daar wachten… Uh hoezo? We moeten toch zelf fietsen? Kunnen we niet gelijk weg? Nee nee nee, dat moet allemaal lekker geordend en met zijn allen tegelijk en we kunnen pas om 18:00 weg… Dat schoot dus nog minder op dan lopen. Kaartjes weer ingeruild! Dan gaan we wel gewoon (een uur) op de bus wachten.

P1070052

Terug in Samcheok is tijd voor een verjaardagsfeestmaaltijd: Korean BBQ!!! Hadden we eindelijk een restaurantje gevonden wat er gezellig uit zag, door ons wandelavontuur was etenstijd blijkbaar een beetje voorbij, was het vlees op… Uh okay… Uiteindelijk komen we in een bbq chicken restaurant uit. We mogen dan wel niet zelf bbq’en, maar de dubbele porties kip samen met wat flesjes soju ‘happy water’ smaken prima! Wisten jullie trouwens dat Soju the best verkopende spirits ter wereld is…de afgelopen 15 jaar ofzo. Gegeven dat dit vooral in Korea gedronken word, best een prestatie! Een flesje a 360ml kun ja al kopen in de supermarkt voor zo’n 80 cent en met een alcohol gehalte tussen de 17% a 20% (maar kan oplopen tot 45%) een prima drankje om weg te hakken bij de lunch, vinden veel Koreanen. Bij het avondeten sneuvelen er meestal meerdere flesjes 😉 Maar geen probleem de volgende ochtend; eet wat speciale hangover-soep (het liefst met slakken) en dan ben je zo weer klaar voor de lunch. Eet dan bijvoorbeeld een lekkere spam stoofpot met extra hot dogs. Populair geworden in de oorlog toen er niet veel ander vlees te vinden was dan blikken spam & hot dogs uit verlaten Amerikaanse bases. Tegenwoordig zijn er zelfs speciale luxe spam kadosets te koop…

Dan is het tijd om Korea onder de grond te bekijken. Tassen laten we achter bij het hotel omdat we erna direct door willen reizen. Maar dan moet natuurlijk wel de bus gaan. Blijkbaar is de grot Hwanseongul elke 18e van de maand dicht… Uh, het is toch echt de 19e vandaag?!? Maar het mocht niet baten, van dat soort details ging de grot toch echt niet open. Toen hebben we nog maar een nachtje bijgeboekt in een wat goedkoper hotel; ach een dagje chillen is ook best fijn. De 20ste dan maar poging 2. Kregen we bij de hotel receptiebalie niet duidelijk gemaakt dat we onze tassen wilden laten staan, zelfs na het gebruikelijke handen- en voetenwerk en toneelstukjes repertoire ging er geen lampje branden. Een blik op de klok, de bus naar de grot ging namelijk maar 1x in de 2 uur… Hier hebben we geen tijd voor! En fingers crossed hebben we toen maar gewoon de tassen in het halletje laten staan, de mevrouw in het hotel met een nogal vragend gezicht achterlatend 😉 en in de hoop dat niemand ze voor cadeautjes aanzag, en zijn we naar de bus gerend die we toen nog net haalden. Na de toegangspoort, in heuse vleermuis vorm, is het nog een flinke klim naar de ingang. De grot zelf is enorm en ook enorm nat. Overal komen watervalletjes de grot binnen en stroomt er een flinke rivier door de grot heen. Er zijn niet zoveel mooie stalagmieten en stalactieten, maar diegene die er zijn worden schitterend (?) belicht met gekleurde lampen en lijken uiteraard weer op de maagd Maria, een gebakken ei en meer van zulke mooie benamingen 😀 Je kunt niet de hele grot bekijken, maar al met al kun je toch nog zo’n 2 km door de grot heen wandelen. Heel fijn laten de bordjes je wel even weten dat de stukken die niet kunt zien, juist ja, de mooiste zijn… Terug in Samcheok blijken onze tassen nog bij de receptie te staan en kunnen we de bus pakken naar bergdorpje Taebaek.

Ook in Taebaek lijken ze onze onderhandelingen op de hotelprijzen niet erg te waarderen… En na een paar hele resolute ‘no’s’ en een wel heel erg zuur gezicht van de hotelmevrouw, gaan we uiteindelijk maar akkoord met de prijs. ‘s Avonds is het weer even zoeken naar een restaurantje, want veel blijken er vol te zitten… Niet dat we iemand zien eten, al zijn wel alle tafels al gedekt en staan de tafels vol met allerlei schaaltjes groenten en kimchi en staan er grote pannen stoofpot te dampen op de tafels. Ruikt lekker… Uiteindelijk vinden we een restaurantje waar nog wel twee plekjes te vinden zijn en kiezen we blind iets op de kaart. Het blijkt tofu te zijn. Niet onze favoriet, al is dit tofugerecht best oké. In afwachting van een grote touringbus met toeristen, komt er even later een grote groep jongeren binnen en zit het restaurant in één keer bom vol. Er wordt ons verteld dat zij allemaal Taekwondo doen. Nou, daar maken we natuurlijk graag plaats voor. Blijkbaar is er dus ook hier weer een sportevenement, al hebben we de wedstrijden zelf niet kunnen ontdekken. En eigenlijk kwamen we daar op zich ook niet voor. We kwamen voor de berg en de herfstblaadjes.

De volgende dag stond er dus weer een wandeling op het programma. Dit keer in Taebaeksan Provincial Park op een half uurtje rijden van Taebaek. Lekker dichtbij en dat kwam goed uit. Want toen we wakker werden en de gordijnen open deden, was alles verstopt in de mist. Niet echt tof wandelweer. Maar na een tijdje klaarde het op en hebben we alsnog snel de wandelschoenen aangetrokken. Het weer wordt duidelijk wat frisser, al kunnen we tijdens het wandelen nog prima in korte broek en T-shirt lopen. De Koreanen vinden dat maar bijzonder en steeds vaker stoten mensen elkaar aan om onder allerlei ge-ohhhh naar ons te wijzen en soort van te vragen of we het niet koud hebben. Eh, nee?!! Anders had ik wel een lange broek aan gedaan. In elk park komen we trouwens schattige beertjes tegen die ons de weg wijzen. Nee geen afgerichte jonge pandabeertjes met een rood sjaaltje en een groen hoedje, maar op de informatie borden bedoelen we dan. Ja nee, niet dat ze daar bovenop op zitten, maar als plaatje, 2D zeg maar. We moeten ook alles uitleggen… xD Het was een relatief makkelijke wandeling naar de top van Taebaeksan, of worden wij gewoon fitter door al het gewandel? Aan het begin van het park stonden super mooie knalrood gekleurde bomen maar en route moesten we onze verwachtingen iets bijstellen, want op de berg zelf groeien vooral azalia’s die de hele berg roze kleuren… in mei… Rond deze tijd van het jaar deden ze het vooral goed als dooie tak. Verder was het weer een leuk natuurlijk paadje en was het dit keer eens niet afgeladen druk. Ook wel eens fijn! Op de top stonden drie altaartjes waar mensen kwamen bidden en eten offerden aan Dangun, de stichter van Korea. Waarom precies daar, bleek totaal onduidelijk. Ook werden er ter plekke speciale teksten geschreven op hele lange rollen papier en in mooi kalligrafie schrift. Je had dan wel de hulp van zo’n vier mensen nodig om de rol papier voor je vast te houden en uit- en op te rollen om te zorgen dat het geen vlieger werd. Uit de wind en in de zon was het nog wel lekker weer, en konden we prima even uitrusten en picknicken, voor we naar de volgende top liepen. Daar waren we ook lekker vlot en konden wij alweer aan de wandeling naar beneden beginnen. Onderweg kwamen er nog een paar, best oude, mensen omhoog. Weliswaar met zaklamp (voor als ze niet voor het donker terug zouden zijn?) en ging de tocht niet al te snel, maar respect! We hopen dat wij op die leeftijd dat ook nog kunnen! Beneden hebben we nog even genoten van de echt heel mooi verkleurde boompjes. En tijdens het wachten op de bus hebben we nog even de laatste tips en trucs afgekeken van twee Taekwondoka’s die daar aan het oefenen waren. Alles kriebelt en we moeten nodig naar Muju-park, want daar kun je zelf ook trainen en daar hebben we inmiddels echt wel even zin in!

P1070195

Maar na de schitterend gekleurde bomen in Taebaek volgen we eerst de herfstkleuren richting Chungju. Met de trein rijden we letterlijk dwars door de bergen en tussen de donkere tunnels door is het uitzicht echt prachtig. Jammer dat de ruiten zo smerig waren dat foto’s maken niet echt een zinvolle tijdsbesteding bleek. Vanuit Chungju maken we een dagtripje richting Danyang. Dit keer een heuse cruise! Er is een mooi stuwmeer aangelegd in een schitterende vallei en dat klonk als een ideaal uitje. Beetje jammer was dat onze cruiseboot meer op een speedboot leek, zowel qua herrie als snelheid. En was het helaas ook nog mistig. Zon en blauwe lucht doen het zoveel beter, maar ondanks dat was het er toch heel mooi. Eenmaal weer aangemeerd moesten we 1,5 uur op de bus naar Danyang wachten. Gelukkig hadden we onze picknick lunch weer in de tas en hebben we die, onder goedkeurend geknik van een winkelmevrouwtje, lekker in het zonnetje opgegeten. En als je zo zit te wachten, dan zie je ook nog eens wat. Er kwamen mensen van een wandelroute aflopen en die pakten van de muur een soort van spuit om zichzelf en hun tassen (binnen en buiten) helemaal schoon te spuiten met lucht. Geen idee wat daar het idee precies van was, maar het zag er weer komisch uit. Ook komt er een Koreaans fietsclubje langs. De Koreanen doen niks half. Je doet iets wel of je doet iets niet. Om in Mr. Miyagi termen te spreken (stel jezelf even voor als druif):
Miyagi: Walk on road, hm? Walk left side, safe. Walk right side, safe. Walk middle, sooner or later
[makes squish gesture]
Miyagi: get squish just like grape. Here, cycling, same thing. Either you cycling do “yes” or cycling do “no.” You cycling do “guess so,”
[makes squish gesture]
Miyagi: just like grape. Understand?
Dus de gemiddelde Koreaanse fietser heeft een super professionele fiets van ultra licht metaal, geborgen bij ufo crash sites, een kunstmatig intelligent schakelsysteem, waar zelfs skynet jaloers op is en meer zulk moois. We hoeven er natuurlijk niet bij te vertellen dat ook dit weer een kleurrijke vertoning is 🙂

In Danyang pakken we gelijk de bus naar Guinsa tempel. Op zich een mooie en vooral enorm tempel complex, maar niet heel authentiek. Wel is er een mooie gouden tempel, die nu helemaal mooi uitkwam tegen de achtergrond van de mooi gekleurde herfst. Na wat rondgewandeld te hebben bij de tempel en een tripje naar de top, moesten we ook hier weer 1,5 uur wachten op de bus. Het bleek de laatste terug bus terug naar Jungju en dus geen pitstop meer in Danyang. Beetje jammer dat we van dat mooie bergdorpje uiteindelijk helemaal niets meer gezien hebben. Helemaal jammer was dat Elske haar telefoon bij het instappen in de bus ook nog eens kapot laat vallen. En Sony kennen ze bijna niet in Korea, dus een servicecentrum voor reparatie…. ho maar… Gelukkig is máár de helft van het touchscreen untouchable, waardoor typen veranderd is in een soort draai spelletje, waarbij als je geluk hebt je niet bij elke letter de telefoon hoeft om te draaien om een letter aan de andere kant van het toetsenbord te kunnen typen. Zucht.

Zoals we van love motel naar love motel trekken, trekken we ook van NP naar NP. Vanuit Chungju kunnen we namelijk naar Woraksan. Maar om nou in de regen te gaan wandelen… daar hadden we helemaal geen trek in. Nog maar een extra kop koffie nog lekker lui in onze badjas en ondertussen eens proberen de bustabel te ontcijferen die we de vorige dag op de foto hadden gezet. Dit met behulp van het Koreaanse alfabet dat we op internet vonden en de google vertaalmachine. Hoewel we hierdoor wel het Koreaanse schrift een beetje konden ontcijferen, dat werd verdorie ook wel tijd, werden we uit de tijdtabel geen wijs. Het meisje bij de receptie wist het ook niet en uiteindelijk zijn we, toen de regen ophield, maar richting de tourist information gelopen en even later waren we onderweg. Eenmaal aangekomen stapten we zo de gigantische zaterdagdrukte in… Dachten we een paar dagen geleden nog dat we fitter werden, Elske had hier toch duidelijk wat moeite om de oude oma’s, die al kletsend en lachend de berg op liepen, in te halen… Na een uurtje klimmen was er langs het wandelpad een tempeltje en in de rotswand was weer een mooie afbeelding van Boeddha gekerfd. Te veel Laf Gedrag kan natuurlijk niet en daarom lopen we eigenlijk altijd naar het hoogste punt dat je kan lopen, maar vandaag besloten we maar eens om dat niet te doen. Er was zoveel mist dat we boven op de top toch niets zouden zien. Hierdoor hadden we wel tijd om bij een plaatsje verder op nog naar de Mireuk-sa tempel te kijken. Hier stond een mooi oud boeddha beeld, al was het wel weer jammer dat ze aan het restaureren waren en er een groot hekwerk voor stond. Maar met wat moeite lukt het ons heus wel om een plaatje zonder hek te schieten, ha! Na nog wat gewandel onder de knalgele bomen wordt het langzaam donker en dus tijd om op zoek te gaan naar de bus richting huis. De bussen de laatste tijd rijden niet heel vaak en ook hier moesten we zo lang wachten dat we maar vast zijn gaan avondeten. Met onze prille kennis van het alfabet lukt het inmiddels om een aantal gerechten op de menukaart te herkennen en weten we in ieder geval wat we besteld hebben 😉 Terug bij de bushalte zitten er ook drie jongens te wachten en één durft een praatje met ons te maken terwijl hij door zijn vrienden wat giechelig wordt uitgelachen. Het blijkt dat de bustabel ook door hen niet begrepen wordt en ze checken nog wel 3 keer of ze bij de goede halte staan. Terug in Chungju eten we wat bij de foodcourt van de Lotte. Hier zitten verschillende ‘restaurantjes’ waarbij de keukens gepositioneerd zijn om een gemeenschappelijke eetruimte. Eten bestellen doe je niet bij de balies van de keuken, komen we achter… We hadden al wel uitgezocht wat we wilden eten. Dat doe je namelijk bij de glazen vitrines waar geplastificeerde (en genummerde) menu’s uitgestald staan. De mevrouw van de keuken neemt ons mee naar de automaten die wij blijkbaar over het hoofd hadden gezien, en hier kun je dus het nummer van je gekozen menu intoetsen en betalen en krijg je een bonnetje met een nummertje. Automatisch komt je bestelling binnen bij de juiste keuken en daar gaat vervolgens een lampje met je nummertje branden als je eten klaar is om op te halen. Tja, je moet het maar weten.

P1070509

Zoals jullie merken wandelen we er wat af, maar inmiddels hebben we ook het luieren weer ontdekt en zijn we goed series aan het kijken… Verhaaltjes typen schiet er dan ook ernstig bij in. Ook zijn de reisafstanden in Korea zo klein dat we zelfs met uitslapen nog vroeg in de middag op de volgende plek van bestemming komen. Zo ook in Gongju. En vlak voor we bij het busstation arriveren, beginnen we al met het uitzoeken van ons volgende hotel… Welke heeft de mooiste lichtjes, welke heeft de meeste leuke kasteeltorentjes etc. Het blijft een bizar gezicht al die fancy en vreselijk verlichte hotels. Al snel hebben we een relaxte kamer gevonden in een heus kasteel en voelen we ons als een koning zo rijk 😉 Vroeger woonden hier ook veel koningen. Nu liggen ze hier begraven in typisch Koreaanse graven, een soort grafheuvels. Hoe belangrijker je was, hoe groter je grafheuvel. In Gonju is naast de grafheuvels waar je kan wandelen ook een museum waar je kan zien hoe de graven er van binnen uitzagen. In de echte graven kon je niet kijken, maar een aantal waren op ware grote nagemaakt. De koningen en koninginnen kregen naast een mooie grafkamer, die gebouwd werd van speciaal voor hen gebakken stenen en vervolgens bedekt werd met aarde zodat een heuvel ontstond, ook veel spullen mee. De Koreanen geloofden namelijk dat de doden elders weer zouden worden geboren. Zo kregen ze hele praktische spullen mee als borden en bestek, maar natuurlijk vooral heel veel spullen die lieten zien dat ze in hun vorig leven koning en koningin waren. In het graf van koning Muryeong zijn wel 4600 attributen gevonden. Ook werden ze heel mooi gekleed en kregen ze hun beste schoenen aan. We vonden het wel een beetje vreemd dat de toch wat kleine mensjes vroeger bronzen schoenen van toch zeker wel maat 50+ nodig hadden. En echt fijn leken ze ook niet te zitten, die bronzen schuitjes.

Ook vanuit Gongju konden we naar een NP om weer eens te wandelen, dat hadden we tenslotte nog bijna niet gedaan in Korea. Op naar NP Gyeryongsan dan maar, waar we van oost naar west konden lopen. We misten alleen net de bus door het leven als een koning in ons kasteelhotel en een extra kopje koffie, maar daardoor hadden we wel tijd om even over het leuke marktje te slenteren. We waren wel veruit de jongsten, want blijkbaar doen alleen de opa’s en oma’s hun boodschappen op de markt en rent de rest van de mensen langs een van de vele vele GS 25’s, ministops, 7/11’s etc. Een soort van AH to go maar dan net anders. Grote supermarkten zijn er vooral in de grotere steden. Deze kleine winkeltjes vinden wij ideaal om nog even een picknicklunch te halen. Zo ook vandaag en op de hoek bij de GS 25 zien we nog een open lucht dierenwinkel. Wat een triestigheid. Er stonden een aantal kleine open vrachtwagentjes met kooien achterop en een deel van de kooien stond op de grond. Met veel te veel honden, konijnen en poezen in die kooitjes. De poezen waren zelfs in de kooi nog weer in zakjes gestopt… Ook stond er nog een kartonnen doosje op de grond met 3 kleine hondjes erin, maar op zo’n onopvallende plek dat je er bijna over struikelde. Je kan in Korea dus vrij letterlijk de kat in zak kopen of de hond in de doos vinden… Na dit trieste gezicht was het tijd voor de bus richting het NP. In het park zijn we dus van oost naar west gelopen via de nodige pieken. En dit keer hadden we eindelijk weer eens een dagje heerlijk weer met een lekker wandeltemperatuurtje en een blauwe lucht. Fijn! Eenmaal weer beneden hebben we in de toeristen straat met alle restaurantjes in een kwartier een bibimbab en een pannenkoek met bosui en inktvis verorberd en waren we zelfs nog 4 minuten te vroeg voor de bus terug naar Gongju.

Het lijkt wel of Korea één groot National Park is en je nooit uitgewandeld raakt. Bang om iets te missen reizen we naar Jeonju. Lekker makkelijk vinden we naast het busstation weer een relaxt hotel en gaan we diezelfde middag op verkenning in de stad zelf. In Jeonju is er nog een wijkje met traditionele Hanok huisje en kleine smalle straatjes waar je lekker doorheen kan slenteren en bovenop een heuveltje heb je een mooi uitzicht op het wijkje. De volgende dag is het tijd voor een grotere wandeling en gaan we richting Maisan Park, waar de twee pieken net op twee paarden oren lijken. Aan het begin van de pieken staat de mooie tempel Tap-sa waar allemaal grote stupa’s staan, gemaakt van losse stenen, wat een extra leuk gezicht is. Tot Rogiers grote teleurstelling kunnen we maar naar één piek klimmen. Het pad naar de top is één grote trap waar het eigenlijk veel te druk is, maar het uitzicht op de top is wel weer leuk. We hadden gezien dat je nog wel een rondje verder door het park konden lopen, dus gingen we, na de picknick, op zoek naar het pad. Dat had zich nogal goed verstopt in de verste hoek en uit het zicht en waar je alleen via een parkeerterrein kon komen… Maar eenmaal op dat paadje was het weer super mooi bos met natuurlijke paadjes en bijna geen mensen. Nog even een korte steile klim naar de uitkijkpost voor een mooi uitzicht en toen maar weer naar beneden om voor de verandering weer 2 uur op de bus te moeten wachten.

P1070770

De volgende dag stond er nog een NP (Seonunsan) op het programma, dat iets verder rijden was. Vroeg op dus en het kimbab ontbijt mee in de bus. Ook hier was het weer lekker druk. Over het algemeen zien we met de trekkings vooral wat oudere mensen. We hadden al wel gehoord dat de Koreanen rond 58 jaar met pensioen kunnen, tenzij ze leraar zijn, dan moeten ze wel doorwerken tot ergens begin 60. Nog zo’n voordeel van Korea 😉 Maar zo druk, iedere keer weer… In dit park staat Seonun-sa tempel en was er een 15 meter hoge Boeddha in de rotswand gekerfd. Verder kon je lekker wandelen, maar hebben wij het bij het klimmen naar 1 top gelaten. Hier moest Rogier nog wel even de waaghals uithangen voor een foto die we later toch eigenlijk niet zo bijzonder vonden. En terwijl Rogier de foto staat te maken, hoort Elske achter zich allerlei ‘ohhh’s’ en ‘ahhh’s’ zoals alleen de Koreanen dat kunnen en vinden ze het wel heel spannend wat Rogier aan het doen is 😉 Na dit NP maken we nog een pitstop bij de Gochang Dolmen site waar, zoals de naam al zegt, allemaal Dolmen staan (lees: Koreaanse hunebedden). Dat zijn hele grote stenen die op kleinere stenen staan. De geleerden hebben gezegd dat dit zeer waarschijnlijk graven zijn. Als je ziet hoe groot de stenen zijn, vraag je je wel af hoe ze in godsnaam die grote zware stenen de lucht in hebben gekregen. Als we na het rondje sightseeing bij de bushalte staan te wachten, worden we meegenomen door een bus die ons vervolgens één kruising verder er weer uitzet en zegt dat we hier maar een andere bus moeten pakken, aangezien hij eerst nog een hele ronde door de stad gaat maken. Lief dat hij ons daar op wijst, maar waarom ze daar waar wij stonden te wachten dan een halte maken, is ons totaal onduidelijk! Terug in Jeonju gaan we lekker wat eten en krijgen we heel schattig van de mevrouw aan de tafel naast ons uitleg over hoe we de schelpjes, die we als voorgerecht krijgen, moeten eten. Het hoofdgerecht is een lekkere schotel van gegrild varkensvlees en inktvis met ui en pepertjes. Dit gerecht moet je eten door wat vlees in een slablad te vouwen samen met nog wat extra groenten of sausjes. Lekker hoor!

Taekwondo roept ons echt, maar het weer is toch ook echt minder aan het worden en daarom besluiten we om Muju nog maar even links te laten liggen en eerst naar het eilandje Jeju te reizen. Dat redden we niet in één dagje en dus moeten we een nachtje slapen in Mokpo. Van Mokpo zelf zien we niets aangezien het al avond is als we aankomen. Maar we krijgen wel applaus! In het restaurantje waar we eten krijgen we enorm veel bijgerechtjes bij ons eten. Alle schaaltjes passen amper op de tafel. Al tijdens het eten voelt Elske een mevrouw over haar schouder hangen en bij het opkijken ziet ze een breed grijnzende mevrouw die goedkeurend knikt. Geen idee wat ze bedoelt. Misschien vindt ze dat we goed met stokjes kunnen eten?? Nadat we alle schaaltjes keurig leeg hebben gesmikkeld en we opstaan kijkt de mevrouw weer om en klinkt weer het Koreaans ge-ohhh/ahhh en begint ze (op een wat bijzondere manier met wijd gespreide vingers) te klappen… Blijkbaar hebben we een flinke klus geklaard door al het eten helemaal op te eten 😀

De volgende dag varen we al vroeg naar Jeju, wat helaas betekende dat de wekker ging toen het nog donker was en dat nog wel op zondag. Eenmaal op de boot hadden we al snel onze kamer gevonden. Ja ja, geen stoel, maar een kamer! Wel eentje zonder stoelen, zonder raam en dus geen uitzicht op zee en die we moesten delen met zo’n 50 andere mensen… De boot bleek uiteindelijk niet vol, dus toen dat werd omgeroepen (dat verstonden wij dus niet, maar konden we raden gezien de reactie die volgde) gingen veel mensen heel rap op zoek naar hun schoenen, die moesten namelijk weer uit, en op zoek naar een kamer met raam en meer ruimte en stroomde die van ons langzaam leeg. De mensen die bleven gaven niets om uitzicht op zee, die gingen namelijk een tukje doen. Beetje jammer dat we dus op een gegeven momenten tussen iets te hard snurkende mannen zaten die rondom ons heen lagen. Helemaal jammer toen we erachter kwamen dat je in het restaurant gewoon mocht zitten, ook zonder wat te bestellen en tafel en stoelen en uitzicht op zee had… Wel een grauw uitzicht, want het was goed grijs en ook goed koud, brrr! Aangekomen op Jeju hebben we nog een uur voor niets op een bus zitten wachten, want die reed blijkbaar niet omdat hij stuk was. Heel lief heeft toen de mevrouw van de tourist office voor ons de taxi betaald naar het busstation, want die was inmiddels klaar met werken. Toen konden we de bus pakken naar Seogwipo, een mooi plaatsje aan de zuidkant van het eiland.

Langs de kust van het hele eiland lopen wandelroutes, de zogeheten Olle-trail, die is opgedeeld in verschillende stukken. Seogwipo zat op de scheiding van route 6 en 7 en dus konden we ook hier weer lekker wandelen. Tussen de palmbomen! Het is best gek om te merken dat een ander soort boom een ander sfeertje kan oproepen. Of kwam het ook omdat het weer wat warmer was? Hoe dan ook, prima weer om de watervallen Jeongbang Pokpo en Cheonjiyeon Pokpo eens te bezichtigen. Meestal moet je voor een waterval redelijk ver lopen, maar deze twee mooie watervallen zaten praktisch in de stad. Na de watervallen hebben we nog een stukje van de Olle-trail gewandeld langs de mooie kust met kliffen en de helder blauwe zee. Hier vonden we nog ergens een ultieme chillplek, lekker verstopt dachten we (maar toen we later verder liepen, bleek je vol zicht op onze plek te hebben, haha) waar we na de picknick heerlijk uitgestrekt en met gesloten oogjes van het zonnetje hebben genoten. Toetje doen we met een zakje mandarijntjes, die in een mandje op een stoel staan en geruild kunnen worden voor wat wonnetjes die je dan in het daarvoor bedoelde bakje legt: goed systeem. Daarna lopen we nog even langs de Oedolgae: een basalt steen die als een paal boven water staat van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat. Tenminste hij stond er nog toen wij weer richting ons hotel liepen.

P1080073

De hoogste berg van Korea staat met 1950 meter op Jeju, dus dat was de volgende activiteit: Hallasan. Iets minder relaxt, want je moest voor 12.00 uur voorbij de laatste checkpoint zijn, anders mocht je niet verder omhoog naar de top (omdat je anders niet voor het donker weer beneden kon zijn of zo). Aangezien het een flinke klim zou worden, onder tijdsdruk, besloten we om vroeg te vertrekken. Jullie raden het al… We waren niet de enige! We probeerden ons maar niet af te vragen hoe druk het toch in het weekend moest zijn… Achteraan sluitend in de rij begonnen we aan de klim naar boven. Gelukkig niet heel steil, maar vooral een lang pad, en lukte het om al zigzaggend steeds wat mensen in te halen tot we op enig moment weer het idee hadden dat we met ons tweetjes aan het lopen waren. We stapten lekker door en ruim op tijd hadden we de checkpoint en even later ook de top bereikt. Met een schitterende blauwe lucht, waar de maan zelfs nog te zien was. Hallasan zelf vonden wij minder mooi met vooral kale en dode bomen, maar het was een lekker wandeldagje. Op de top hebben we uiteraard weer gepicknickt met een supermarktmaaltijd, extra gedroogde zeewier’velletjes’ om de rijst wat op te leuken en een fruit toetje van kakivruchten. Die kakivrucht lijkt wel de nationale vrucht van Korea, wat onwijs veel kakivruchten hebben we gezien én gegeten. Na de top wilden we eigenlijk aan de andere kant van de berg naar beneden lopen, maar die weg was afgezet omdat er blijkbaar verschuivingen of zo waren. Het waarschuwingsbord konden we niet echt ontcijferen. We hebben nog even overwogen om over het hekje te klimmen, hoe gevaarlijk kan het eenmaal zijn. Maar toen we zaten te lunchen werden twee jongens, die net buiten het hekje op de top stonden, flink de les gelezen dat ze vooral binnen de hekjes moesten blijven en hadden we het idee dat we nooit ongezien over het hek zouden komen. Heel braaf zijn we toen via dezelfde route naar benden gewandeld, met nog een detour naar een mooi kratermeer. Maar dat kratermeer leek al wel een hele lang tijd droog te staan. Beetje misleidend bleek dus het plaatje bij het begin van de detourroute dat er met een heel helder blauw meer echt supermooi uitzag, maar ach, lopen is gezond. Beneden hadden we direct de bus terug en zaten we om half 4 al te genieten van het zonnetje op het dakterras van ons hotel. Pootjes op tafel, kopje (oplos)koffie, super fijn! En ‘s avonds was het, na alweer 6 weken Korea, echt de hoogste tijd voor een Korean BBQ 😀 Dat was er nog steeds bij ingeschoten en als echte vleesliefhebbers kunnen we onszelf natuurlijk niet richting Japan laten varen zonder een goede Korean BBQ. Op de menukaart stond ‘pork’ oftewel varkensvlees. Andere soorten vlees waren er blijkbaar niet. Ja, doet u dan maar een speklap en een ‘steak’. Maar dan wel heukdwaeji, vlees van het varkentje met de zwarte huid, de specialiteit van het eiland. De meneer wilde ons gelijk 400 gram van elk verkopen, maar dat leek wat veel. We begonnen dus netjes met 200 gram van elk. Dat bleken twee flinke lappen te zijn die tegelijkertijd op de grill, welke was ingebouwd in alle tafels, werden gegooid. Allerlei gerechtjes van verschillende soorten groenten, slabladeren om de soort wrap mee te maken, soep en een potje ei werden op onze tafel gezet en tussendoor kwam er steeds iemand ons vlees omdraaien. Stiekem wilden we zelf graag grillen, maar dat bleek wat lastig met de over ijverige bediening. Toen het vlees een beetje bruin werd, werd het in kleine hapklare stukjes geknipt met de bekende grote schaar en was alles in no time klaar en moesten we flink dooreten. Zoooooo, dat smaakte goed! Nooit geweten dat een speklap zo lekker kon zijn 😉 En zo hebben we dus nog een ronde 2 én 3 besteld en de vleesjes lekker weggespoeld met de Koreaanse rijstwijn Maekgolli. Bij ronde 2 dachten we het naar ons idee beste stuk vlees besteld te hebben, door te veronderstellen dat die ook het duurste was. Maar dat bleken toch de speklappen te zijn in plaats van het mooie stukje varkens‘steak’ dat we eigenlijk bedoeld hadden. Blijkbaar houden de mensen hier van de vettere stukken vlees. En moest er dus wel een ronde 3 komen 😉

P1080107-PANO

Jeju wordt wel één van de zeven ‘nieuwe natuurwonderen’ genoemd en heeft meerdere vulkanen. Naar eentje kon je toe klimmen, Seongsan Ilchulbong. We waren een paar bushaltes eerder uitgestapt omdat je de vulkaan vanaf daar mooier kon zien. En dat was zeker waar. Het was een mooi plaatje en we genoten er extra van in het mooie zomerweer dat best een aangename afwisseling was na het steeds kouder wordende herfstweer. De klim naar de top viel reuze mee, bleek toen we onder wat gemopper van Elske dat verdorie elke dag geklim en geklauter was, we ineens boven op de kraterrand stonden. Oh, ehhh, we zijn er geloof ik al 😉 De binnenkant was helemaal begroeid met gras en bomen en waren er mensen kakivruchten aan het plukken. Weer beneden gekomen, kunnen Koreaanse modemeisjes gelijk eventueel verlopen make-up bijwerken. Ben je je favo product vergeten, geen probleem, loop je even langs 1 van vééééle make-up winkels aan de voet van de vulkaan… Bizar. 99% van het Koreaanse winkelstraatbeeld word trouwens bepaald door 3 type winkels: trekkinggear, make-up & koffietentjes. Bepalen naar welke winkel je gaat, doe je door te luisteren naar de meisjes die gewapend met microfoon en speakers voor de winkel staan. Je hebt hier dan wel zeer gespecialiseerde oren voor nodig, het is namelijk niet zo dat ze elkaar netjes laten uit praten, dus met gewone mensen oren hoor je vooral héééél vééél kabaal. Heb je geen zin om van winkel naar winkel te struinen dan ga je naar 1 van de vééééle lotte of shinsegae department stores. Daar zit gewoon lekker alles in 1 winkel. En wordt je ook nog eens heel lief verwelkomd door de meneer of mevrouw bij de ingang, die een diepe buiging voor je maakt. Van die beleefdheid is in het verkeer trouwens niet zo veel te merken. Man man man bussen en auto’s gaan hier als een malle en een stopstreep is hier een startstreep om steeds kleine stukjes vooruit te rijden totdat je zo ongeveer half over het zebrapad staat, het licht op groen gaat en je weer in volle vaart verder mag. Als voetganger moet je dus best wel op je hoede zijn, wil je niet als bonuspunten in de Koreaanse carmageddon meegerekend worden.

P1080175

Iets verderop was ook nog een lava tunnel, de Manjanggul, en die stond ook op het programma voor vandaag. Na ruim een half uur met de bus worden we op een kruising afgezet en moeten we nog een half uurtje lopen. Op zich niet erg, maar als ze ons bij de ingang vertellen dat de tunnel vandaag dicht is, is dat toch wel heel erg zuur. Ook omdat hij niet echt om de hoek bij het hotel zit en er nog een keer langs gaan dus niet heel handig is. Maar ja, Rogier wilde het perse zien. Dus hebben we de volgende dag de bus gepakt naar de hoofdstad Jejudo, dat leek dichter bij Manjanggul, en daar nog een nachtje hotel geboekt en zijn we nog maar een keer naar de grot gegaan. Helaas regende het en dan is een half uur lopen toch minder leuk. Een voordeel van een tunnel is natuurlijk wel weer dat deze onder de grond lopen en je geen last hebt van de regen. Het is een heel groot stelsel van tunnels, waarvan je maar zo’n 2 km lopen. Maar de lavatunnel was wel gaaf! Vooral als je bedenkt dat de nogal brede en hoge tunnels vol met lava hebben gezeten en het zo heet was dat het plafond opnieuw smolt zodat er stalactieten ontstaan van gesmolten steen en grote brokken steen als lava vlotten door de tunnel dreven. Heel cool (of moeten we zeggen hot) en natuurlijk weer een uitdaging om een stukje tunnel op de foto te krijgen zonder de hordes toeristen 😉

De volgende dag hebben we de boot gepakt naar Wando en vanuit daar direct verder gereisd naar Daejon. We moesten een uurtje wachten op de bus en dat leek ons een mooi moment om nog een hapje te eten. Een klein tentje op het busstation, zodat we de bussen in de gaten konden houden. En dat bleek maar goed ook. Het was een klein tentje, maar wel bijna vol en het vrouwtje dat kookte had het er maar druk mee. We moesten dus nogal lang wachten, wat nu nogal slecht uitkwam, en uiteindelijk hebben we in 10 minuten een redelijk uitgebreide maaltijd weg gewerkt (helaas kregen we daar geen applaus voor). Toen snel de bus ingesprongen en waren we onderweg naar Daejon. Na een paar dagen regen en luieren konden we dan eindelijk naar Taekwondowon! Een heus Taekwondopark midden in een National Park. Aangekomen bij het park zien we al gelijk een ambulance staan en dat betekent wedstrijden 🙂 De knockout van de dag missen we net als we na nogal veel Koreaanse ooohs en aaahs binnenkomen en iemand knockout zien liggen. Verder waren de wedstrijden van niet zo’n hoog niveau, dus besluiten we zelf maar eens aan de slag te gaan. Zo kun je trainen onder watervallen en zijn er trainingen voor breektesten, poomsae, sparring etc. “Cool! Doe maar allemaal.” Maar dan is het antwoord: kan niet. Uh, wat kunnen we dan wel? Nou, er is een action center, ga daar maar eens langs. In de brochure staat een power test, dat lijkt ons wel wat. Uh nee, dat kan niet die is kapot… Blijkbaar hebben ze de Taekwondo power zelf ook wat onderschat. Dan blijkt het enige wat we kunnen doen een soort kinderding waar je, let wel, onder begeleiding, zo snel als je kan moet stoten op een muur waar lichtjes gaan branden en die dus aangeven waar je moet stoten. De begeleiding trekt nog even een gerecycled werk-shirtje aan, dat nog een aan een reuk test onderworpen word en dan kunnen we los! Duffe boel natuurlijk, maar je moet wat, en het kind in Rogier gaat helemaal los… En het meisje dat ons uitlegt geeft weet niet waar ze zo snel kijken moet 😉 En zo zijn er nog twee kinderattracties die Rogier voor de vorm, maar wel met volle overgave, nog maar even heeft gedaan totdat het meisje er verlegen werd van hoe hard en snel Rogier ging. We bekijken nog even het mild interessante museum waarna we lekker eigenwijs nog maar eens even langs de dojo lopen. Misschien konden we toch zelf nog even op een echt kussen schoppen. Onderweg naar de dojo komt er uit de luidsprekers echt een te vreselijk enthousiast Taekwondowon theme song liedje, dat we een soort van plaatsvervangende schaamte krijgen dat dit in een Taekwondopark wordt gedraaid. Blijkbaar vinden ze hier dat Taekwondo en K-pop prima samen gaan?!? We think not!! Eenmaal bij de dojo krijgen we ook hier een nee te horen van de mensen achter de balie. Blijkbaar kan je alleen trainen als je met een groep bent en blijkbaar zijn twee enthousiaste buitenlanders die even los willen gaan op een kussen geen groep… Als die poeperds dan ook even gereageerd hadden op onze emails… die we al 2 weken geleden hadden verzonden Grrr! Na nog even gespiekt te hebben bij de danexamens voor kids naar hoe taeguk yukjang ook al weer ging, zijn we nogal teleurgesteld maar weer huiswaarts gegaan. En om die irritatie nog te vergroten missen we net de bus. Of was ie gewoon laat? Als er even later een bus langs rijdt die we hadden kunnen pakken, zwaait Elske blijkbaar iets te twijfelachtig, want hij rijdt gewoon door. Topdag dus… Ja Taekwondowon was toch wel een beetje Taekwondoloose.

Gyeongju wordt ook wel het museum zonder muren genoemd. Er zijn hier meer tempels, pagades, graftombes, rotstekeningen, ruïnes van paleizen etc dan in welke stad in Zuid Korea. In Gyeongju aangekomen hebben we dan ook gelijk maar even rondgewandeld. Nietsvermoedend wandelend, duiken tussen de huizen echt enorme heuvels op. Best indrukwekkend deze grassige ronde graven (tumuli) van de koningen uit het Shilla tijdperk! Ze zijn zo groot dat er zelfs meerdere bomen op groeien, wat er dan weer mooi kleurrijk uitziet. Eén van de grafheuvels, Cheonmachong, is open voor publiek en binnen zijn een aantal gevonden attributen tentoongesteld, maar de meeste spullen zijn te zien in het museum. Een eindje verder was nog de plek waar ooit een paleis had gestaan, maar daar was zo goed als niets van over. Behalve de ijskelder, waar voorraden eten werden bewaard. De volgende dag hebben we voor de verandering nog maar een bergje, Namsan opgezocht, zodat we nog een wandelingetje konden maken. Langs de route naar de top stonden her en der nog mooie boeddhabeelden, schrijntjes en tempeltjes en waren er afbeeldingen in de rotsen gekerfd. Je moest wel goed je best doen om ze te vinden, want sommige waren erg goed verstopt. Bij de informatieborden bij de verschillende bezienswaardigheden hadden ze ook oplaadpunten gemaakt, zodat je gelijk je telefoon even op kon laden. Super handig??! Na het wandelen hebben we ons maar eens getrakteerd op een kop koffie bij één van de vele koffietentjes die Korea heeft. We love coffee, maar dan wel een goed sterke en het liefst een grote mok. De koreanen duidelijk niet… Over de hoeveelheid klagen we niet, maar koffie kon je het eigenlijk niet noemen. Het taartje smaakte wel prima! Verder hebben we vanuit Gyoengju nog de mooie tempel Bulguk-sa bezocht. Beetje jammer dat ze één van de tempelgebouwen in een ander gebouw hadden verpakt omdat ze het aan het restaureren waren. Daarna nog snel de berg op om een bezoekje te brengen aan Seokguram Grotto, een soort grottempel met het mooiste Boeddha beeld in Korea. Die viel een klein beetje tegen. Het was duidelijk dat ze handmatig een soort grot om een tempeltje hadden gebouwd en helaas mocht je er ook niet in. Om alles in goede staat te bewaren was er een glazen koepel voor de tempel geplaatst en werd het klimaat nauwlettend in de gaten gehouden. Het klimaat buiten werd er helaas niet beter op en was het behalve koud ook nog eens nat geworden. En eenmaal terug in Gyeongju moesten we concluderen dat het te laat was geworden om naar de tempel Golgulsa te gaan waar we eigenlijk die nacht zouden slapen. Nieuw plan dan maar en we pakken de bus richting Daegu.

P1080292

Niet omdat Daegu nou zo mooi was, gewoon een grote stad, maar om een tripje naar Haein-sa te maken. In de Haein-sa tempel worden namelijk één van werelds meest belangrijke Boeddhistische heilige geschriften, de Tripitaka Koreana, bewaard. Monniken hebben daar in 1078 flink hun best opgedaan en zijn 16 jaar bezig geweest met het vastleggen van de geschriften in maar liefst 81.258 houten ‘borden’. Hoewel de tempel zelf een paar keer is afgebrand is de tempelhal waar de geschriften bewaard werden steeds gespaard gebleven. Afgezien dan van de Mongolen, die in 1232 al een deel hebben vernield. Een reconstructie van deze geschriften was klaar in 1251. Waardeloos natuurlijk die vernielingen, maar hadden we al gezegd dat Mongolië vet cool is… -23 graden. Maar nee serieus. Het geheugenkaartje van de camera zit vol en nu moeten we dus oude foto’s deleten om nieuwe te kunnen maken. En als we de foto’s van Mongolië voorbij zien komen, zeggen we ‘Wow, Mongolië was echt heel cool!!’. Gelukkig waren we er toen en niet nu, want -23 graden… Oh my god! De tempel zelf is niet heel uitbundig, maar zit vooral erg ingenieus in elkaar, waardoor er voor een soort natuurlijke climat control gezorgd is, zodat de geschriften in goede staat blijven. Je mag dan ook niet de tempel in, maar vanaf buiten, door de met houten spijlen afgeschermde ramen, konden we met hard gluren net een glimp opvangen. Ook dit tripje duurde toch net iets langer dan gedacht en we hadden helemaal geen zin meer om die avond nog de bus naar Busan te pakken. Gelukkig gaf de hotelmevrouw ons uit zich zelf een korting. Al was dat wel nadat ze ontfutselt had we uit het land kwamen van Koreaanse held Guus Hiddink. Guus Hiddink korting of niet, lekker een nachtje bijgeboekt en konden we onze tassen, die we die ochtend ingepakt bij de receptie hadden achtergelaten, weer naar ons kamertje brengen.

De volgende dag vertrokken we dan richting Busan, de bijna laatste stop in Zuid Korea en dat gaf weer een gek gevoel. Zeker zin in iets nieuws, maar ook jammer om weg te gaan. In Busan hebben we uiteindelijk niet zo gek veel gedaan. Uitgeslapen, ‘tv’ gekeken en heel hard gezocht naar de lonely planet van Japan. Elke boekwinkel die Engelse boeken verkocht, had of niet de juiste editie of de hele winkel was gewoon niet meer te vinden. En na 3 dagen hebben we die zoektocht maar opgegeven. Verder hebben we nog een bezoekje gebracht aan de Beomeo-sa tempel. Toen we uit de bus stapten was het alleen heel erg mistig geworden en was het een beetje een grijze bedoeling al was de tempel op zich best aardig. Achter de tempel liep nog een pad omhoog naar een oud fort Geumjeong en hebben we dus nog maar eens een stukje gewandeld richting de noordelijke poort. De herfst was hier al op zijn retour en de bomen dus kaal. Maar door de mist was het hier eigenlijk juist wel weer heel mooi. Met de dauw in onze haren klommen we nog naar de top van de Geumjeongsan om vervolgens echt niets te kunnen zien. Via de fortmuur zijn we teruggelopen naar de zuidelijke poort en vervolgens naar beneden via ‘tourist city’. Nou, er was geen toerist te bekennen en het deed nogal sprooky aan. Totaal verlaten kraampjes en huizen en alleen maar heel veel kraaien die flink kraaiden ergens in de dikke mist… Toen we na een tijdje iemand tegenkwamen en vroegen welk paadje naar de bushalte ging, werden we niet zo blij. Blijkbaar waren we ergens toch verkeerd gelopen. Shit! En het werd al bijna donker. Hadden we al gezegd dat de Koreanen hele aardige mensen waren? Nou, deze meneer ook. Hij nam ons namelijk mee op sleeptouw het bos uit en bracht ons met zijn auto naar de metro, waar we zelf weer de weg wisten 😉 Super top! Verder hebben we nog wel een bezoekje gebracht aan het Busan Cinema Center. Een bioscoop in een mooi gebouw met schijnbaar het grootste dak ter wereld gedragen door 1 pilaar en waar ze ‘s avonds een mooie lichtshow op projecteren. Alleen naar een bioscooop kijken is voor ons filmliefhebbers natuurlijk geen optie, dus hebben we gelijk maar een kaartje gekocht voor de nieuwste 007! Prima tijdsbesteding zo in de regen.

P1080604

Om onze Taekwondo teleurstelling een klein beetje te temperen, hadden we wat anders gevonden. De Koreaanse versie van de Shaolin monniken: Sunmudo! Meetrainen kan al als je een nachtje blijft slapen en het monniken leven leeft. Voor ons is dat alleen minder gratis dan voor de monniken zelf… Nadat we begroet zijn door verschillende beelden die perfect stil staan op het hoogste punt van hun trap, krijgen we een uitleg (van een blanke?) van het complex en het programma en niet te vergeten speciale kleding. Zodat iedereen kan zien dat we blijven slapen in de tempel… Een schitterend vale wijde broek. Zo één waarvan je denkt dat die wel lekker moet zitten, maar waarvan je er al snel achter komt dat dat niet zo is en je ook niet alle bewegingen kan maken die je zou willen maken. En een mooi vaal oranje hesje. Beautiful! Maar dat mag de pret niet drukken. We hebben ieders een eigen kamer, want stel je voor mannen en vrouwen op één kamer. Is dat eigenlijk geen prima manier om je monniken wilskracht te tonen? Snel hijsen we ons in onze apenpakkies, om net op tijd te zijn voor het boogschieten. Opnieuw krijgen we uitleg van een blanke, we hebben nog geen monnik gezien… Monniken doen niks gewoon, dus gaan we niet gewoon boogschieten maar ‘zen’ boogschieten. Een soort van actieve meditatie oefening. De weg is hier uiteraard belangrijker dan het doel, maar zoals natuurlijk nog wel even gezegd wordt, is het best wel leuk om het doel te raken. We doen ons best om alle handelingen heel bewust en zen uit te voeren en dat blijkt nog best lastig. Elske laat in ieder geval twee keer de pees van de boog tegen haar arm kletsen, die de volgende dag flink blauw kleurt. Maar los van dat is boogschieten best leuk!! Om op tijd voor de Sunmudo demonstratie te zijn, slaan we voor het gemak de corvee maar even over 😉 En boven op de berg krijgen we een voorproefje van wat we ‘s avonds tijdens de training moeten leren. We moeten vooral nog even werken aan onze lenigheid, je voet op hoofdhoogte vast houden is een koud kunstje voor deze sunmudoka’s. Ook hier is weer een blanke… We vragen ons toch wel een beetje af wat de ratio is tussen monnik en westerse toerist die hier de toko lijken te runnen. Maar bij het avondeten zien we er toch zeker 4 monniken… Die zitten aan een aparte tafel en hebben als enige een kussentjes om op te zitten, terwijl wij gewoon op de grond mogen zitten. Het eten is lekker, maar verder is het maar een ongezellig iets, dat eten in de tempel. Mannen en vrouwen moeten aan gescheiden tafels zitten en onder het eten mag er niet gesproken worden. Ook hier gaat het weer om het bewust zijn van jezelf of zo. En dan is het eindelijk tijd voor waar we voor waren gekomen. Sunmudo! Je kunt natuurlijk niet verwachten dat we gelijk allerlei flying kicks gaan doen, maar de nadruk ligt wel erg op rekken, strekken. Dan snel naar bed want om 4:00 ‘s ochtends is het tijd om te chanten en zo de geschriften van de Boeddha te herinneren. Niet dat we er iets van verstaan natuurlijk en komt het vooral neer op luisteren en de mensen voor je goed in de gaten houden om op het juiste moment te buigen, te staan, weer te knielen, met je hoofd het kussen te raken etc. Het chanten klinkt wel erg mooi, zelfs in de vroege ochtend! Om 5 uur hebben we dan nog een zittende meditatie, waarbij we hopen niet in slaap te vallen, maar dat gaat gelukkig goed. En dan, na het ontbijt, mogen we dan weer trainen. Helaas geen training van een Koreaanse Monnik (dat is toch leuker)… nog meer rek- en strekoefeningen, daarna is het tijd om 108 buigingen voor de Boeddha te maken, thee te drinken met de grootmeester Sunmudo van de tempel, nog een lunch mee te pakken en toen was het alweer tijd om onze eigen kleren aan te trekken en de bus richting Busan te pakken. Het nachtje slapen in de tempel was zeker cool om eens mee te maken, al zou je het eigenlijk meerdere dagen en misschien wel weken moeten doen om echt te weten hoe het is. En het was een beetje jammer dat er een speciaal programma voor nieuwsgierige toeristen als ons in elkaar was gedraaid en dat dit hele programma door westerse vrijwilligers (die langer in de tempel woonden) werd gerund. Al waren we misschien ook niet blij geworden als we net als de echte monniken al om 3:00 uur op moesten staan om om 3:30 uur al te chanten tot 6:00 uur…

De laatste dagen in Busan genieten we nog van het heerlijke Koreaanse eten. Zo nemen we op de vismarkt alvast een voorproefje op Japan en bestellen sashimi. Op de markt kun je vis kopen en die klaar laten maken in één van de vele restaurants die een verdieping hoger zitten. We zijn helaas wat aan de late kant en de markt is al aan het opruimen en we zien eigenlijk vooral voor ons onherkenbare vissen en weten dan ook niet van welke vis je lekkere sashimi kan maken. We kiezen er dan ook maar voor om gewoon bij een restaurantje wat te bestellen. Zeker niet het beste visje om sashimi van te maken, maar het smaakte toch zeker naar meer (Japan here we come). Als afsluiter trakteren we ons nog op een lekkere BBQ. Ook in dit tentje alleen maar varkensvlees op de menukaart, maar de speklap smaakt weer goed 😉 Wie had dat gedacht, dat we ‘grof geld’ zouden betalen voor een BBQ van speklappen, haha! Ook hier kost het weer moeite om zelf te roosteren en als de bediening van het restaurant ons even uit het oog verliest, brandt een deel van onze tweede ronde vlees aan. Wij vonden dat we het nog wel konden eten, maar daar dachten zij anders over en weg was het vlees… Nooooo! Gelukkig kwamen ze daarna heel netjes met een dikke lap nieuw vlees 😀 Bij de uitgang moesten we enorm lachen om de grappige Koreanen (of was het de maekgolli ;-). Om de BBQ luchtjes tegen te gaan, stonden er namelijk spuitbussen waar je jezelf helemaal mee in kan spuiten…

De volgende dag vertrekken we richting de haven. In de metro is het redelijk druk en blijven we staan met de grote backpack op onze rug en de kleine tas in de hand. Blijkbaar maakt dat een zielige indruk want een wat ouder vrouwtje stond er op dat ze Elskes kleine tas op haar schoot nam. Schattig toch?!! Bij de haven aangekomen blijkt dat ze de passagiers terminal voor het gemak maar even verplaatst hebben… Na een kort ritje met de taxi komen we dan toch op de juiste plek aan en zien we dat de balie van de door onze gekozen, oftewel de goedkoopste, maatschappij dicht zit en pas laat in de middag open gaat. Als we een nieuw plan maken en besluiten dan maar naar Shimoniseki te varen, mogen we geen kaartjes kopen omdat we nog geen vlieg/bootticket hebben om Japan weer mee te verlaten. Krijgen we dat weer… Gelukkig schijnt dat niet nodig te zijn voor Fukuoka, de plaats van onze eerste keus, maar zit er dus niets anders op dan wachten tot de balie open gaat. We droppen onze tas en gaan maar snel even wat eten. Een super lekkere vleesstoofpot met veel en goede bijgerechten. Smikkelen dus! Daarna moeten we ons terug haasten om op tijd bij de balie te zijn om kaartjes te kopen. Gelukkig zijn die er nog en hebben we nog een paar uurtje over voor we moeten inchecken. Nog net tijd genoeg om op zoek te gaan naar ansichtkaartjes en een postkantoor 😉 En dan, na nog een laatste (4 dagen op rij) grote bak ijs bij Baskin-Robbins, Elskes laatste ontdekking, was ons geld nagenoeg op en konden we nog net één supermarktmaaltijdpakketje halen voor een avondpicknick op de boot. Terug in de haven sluiten we achteraan in de rij voor het inchecken als een mevrouw ons daar al heel snel weghaalt en ons een vip-behandeling geeft door ons als eerste te laten inchecken. Soms heeft toerist zijn ze voordelen 😉 De Koreaanse douane stempelt dan na ruim 9,5 weken Korea een exitstempel in ons paspoort en dan kunnen we de boot op. De kamer op de boot blijkt ondol stijl, of moeten we al zeggen tatami stijl? In ieder geval, matjes op de grond! Onze kamer biedt slaapruimte voor 11 personen en dat voelt wat benauwend, maar al snel krijgen we door dat we de kamer voor ons zelf hebben. Relaxt! De boot is weer best luxe, met een restaurant en bar en verschillende andere lounge-achtige zit gelegenheden. Maar er staan ook ‘snoepautomaten’ waar je in dit geval snacks als gehaktballetjes, ‘rijstdriehoekjes’, patatjes en bordjes nasi of noedels kon kopen, die hadden we nog niet eerder gezien. Maar ja, ons geld was op 30 won na, zo’n 2 eurocent hihi, schoon op en moesten we het doen met één supermarktpakketje. Ach, een laatste picknick dan maar. Vlak voor we om 22.30 uur de haven uit varen vertelt een bootmeneer nog even dat we maar beter snel kunnen gaan slapen, want het is slecht weer en er worden golven van wel 4 meter verwacht. Bij Elske gaan de alarmbellen flink rinkelen en is ze blij met de waarschuwing, zodat ze nog soort van op tijd de zeeziekpilletjes kan innemen.

P1070964

Flink schommelend varen we de haven uit en zetten we koers naar Japan! Zou Japan echt het land van onze dromen zijn? We zullen het weten als de volgende dag wakker worden…