Tja, en daar stonden we dus. In het donker en in de regen met zonder stempel in ons paspoort op de grens van Nicaragua. Maar eens de beproefde Cambodjaanse manier gebruiken en kijken wat er gebeurd als we doorlopen… Al snel zien we twee mannen achter ons aan komen en roepen dat we niet door mogen lopen. Dat we echt moeten betalen of dat ze anders de politie gaan bellen. Waar hebben we dat eerder gehoord… Aangezien het donker is besluiten we toch nog maar een keer mee naar binnen te lopen om er over te praten. Maar als wij vragen om een officieel document dan is dat natuurlijk weer moeilijk moeilijk. Ze wijzen ons op een bordje waarop staat dat we 0 dollar moeten we betalen. Als we ze er op wijzen dat ze een 1 vergeten zijn word het bordje prompt achter de balie verstopt. Okay nu weten we zeker dat het één grote scam is. Er worden steeds nieuwe mensen bij gehaald die hetzelfde blijven zeggen, net als wij. Niet echt een zinvolle dialoog zeg maar 😉 We bieden dan maar een tegenbod van twee voor de prijs van één, maar ook dat wordt weggewuifd. Uiteindelijk lijkt er iemand te zijn die daar wel in mee wil gaan en geven in goede hoop onze paspoorten af. We zien een grote groep mensen met elkaar overleggen, steelse blikken op ons werpen en verder discussiëren. Een van de dames gaat vervolgens met onze paspoorten in de weer en denken we er goed mee weg te komen. Niets blijkt minder waar als na verloop van tijd, en die begon inmiddels ook nog te dringen voor de laatste bus van 18:00 uur…, Rogier in een kantoortje naar binnen wordt geroepen. Elske moest buiten blijven. Deur dicht, gordijnen dicht… Een goed Engels sprekende meneer lijkt ons, zonder het met zoveel worden te zeggen, gelijk te geven, maar adviseert ons met klem om toch maar gewoon te betalen. De actie met ons paspoort blijkt een registratie (van slecht gedrag of zo) te zijn, want hij waarschuwt ons dat als we nu terug gaan en het morgen nogmaals proberen ze waarschijnlijk een hoger bedrag vragen… De tijd begon echt te dringen en besluiten toch maar, onder protest, te betalen. De verwerking van het eea duurt vrij lang en we verdenken ze er van om ons de laatste bus te laten missen. Als ze klaar zijn hebben we nog 5 minuten om de laatste bus te halen… we rennen weer als achterna gezeten door psychopathische seriemoordenaars door het donker, tussen de geparkeerde vrachtauto’s door, door de blubber verliezen we nog bijna een slipper, het is net als in de film… behalve dat we niet zo heel erg hard kunnen rennen met onze backpack op. De modder is lekker tegen onze benen opgespat en nogal vies stappen we de bus in. Gelukt! Die laatste rit duurt geen anderhalf uur, zoals wij verwacht hadden, maar maar liefst 3 en een half uur… dan nog even een fietstaxi door de verlaten straten van León en dan staan we na een lange dag van zo’n 13 uur reizen en twee grensovergangen om 21:30 uur eindelijk bij ons hotel. Gelukkig doet de straat BBQ het nog en hoeven we niet met lege maagjes naar bed. De volgende dag checken we toch maar eens even hoe het zit met die touristcard. Ahhh $12… Aha. Juist ja. Dus het is algemeen bekend dat er in Nicaragua een touristcard is…. Aha. Wij dachten te herinneren dat dat pas in Costa Rica was…? ? Oeps… Als ze ons nou gewoon die touristcard hadden laten zien toen we om een officieel document vroegen… Nou goed, als we Nicaragua weer verlaten en we moeten een exit tax betalen, dan zullen we maar niet zo moeilijk doen 😉
León is weer een koloniaal stadje, met gekleurde huisjes met grote hekwerken voor de ramen en deuren, hier en daar leuke muurschilderingen en heel veel (oude) kerken. Aangezien we dat nog steeds niet heel boeiend vinden, besluiten we om maar weer eens een vulkaantje te zoeken. Cerro Negro ligt vlakbij. Bij de vraag of er bussen rijden, probeert de meneer van het hotel ons een dure tour aan te smeren. Maar jullie kennen ons… en nadat de meneer van het hotel het 3 keer probeerde, want het was toch allemaal wel moeilijk moeilijk en alleen gekke mensen deden zo idioot, vertelde hij toch maar waar de lokale bus richting vulkaan reed 😉 Het werd een groot succes. NOT. Bij het hotel vertelde ze dat de bus die langs de vulkaan rijdt, elk uur rijdt. In tegenstelling tot de opmerking van de LP dat er maar 3 keer per dag een bus is. De LP bleek het beter te weten, want we worden gedropt in Maipalsillo en moeten dan nog 8 km door de brandende zon over een niet zo’n boeiend pad lopen voor we bij het punt zijn waar het 4 km lange pad richting vulkaan echt begint. Eenmaal daar aangekomen horen we dat de laatste bus terug naar León over 10 minuten vertrekt… en in plaats van richting de vulkaan, wandelen we maar richting denkbeeldige bushalte… De volgende poging voor een leuke wandeling wordt vulkaan Telica. Het meisje van hotel kijkt nogal moeilijk als ze hoort dat we weer zelf op pad gaan, ‘only people that are a little bit crazy do that?!?’, en wenst ons good luck op een hele schattige manier (we verdenken haar ervan dat ze stiekem te veel anime kijkt). Maar we zijn goed voorbereid met GPS routes en nadat we door hebben dat we tussen hekken met prikkeldraad door moeten klimmen, vinden we het pad. Dat komt eerst langs kokend hete modderbaden waar je vooral niet in moet badderen en dan langs en dwars door boerenland uiteindelijk bij de top. En die is wel weer gaaf met gruwelijk steile wanden. De vulkaan is nog actief maar helaas kunnen we de lava niet zien door alle rook die uit de vulkaan komt. Gelukkig staat de wind de goede kant op en worden we niet vergast en kunnen we even rustig picknicken voor we weer aan de wandeling terug beginnen. We trakteren onszelf ‘s avonds op een luxe maaltje van Sri Lankaanse curry, in het pikkedonker, want de stroom viel weer eens uit. Een gratis ctaste experience ? Teruglopend door de donkere straten van León slaan we de hoek om en staan we ineens oog in oog met een 3m lange vrouw die ons stokstil staat aan te staren. Een bordje met: ‘er staat een creepy pop om de hoek geparkeerd’ was niet overbodig geweest! Het gaat hier om ‘de gigantische vrouw,’ ofwel La Gigatona. Die hier onder druk tromgeroffel door de straten danst, samen met El Enano Cabezon, die wat hij in lengte te kort komt, goed maakt met de grootte… van zijn hoofd. Dit elkaar perfect aanvullende koppel stelt een Spaanse koloniste en een heel slimme Indiaan, in een onbereikbare liefdes dans, voor. Dit geheel staat symbool voor de strijd tussen de sociale klassen die ontstond na de kolonisatie. Of ze elkaar ook zo goed aanvullen qua intelligentie is ons niet duidelijk… Maar La Gigatona heeft in ieder geval genoeg hersencellen om lekker met haar armen te zwaaien.
Dan gaan we op weg naar Matagalpa. Dat ging weer iets minder soepel dan gedacht. Als de bus aankomt, staan we strak als eerste bij de ingang van de bus. Maar de busboy begint heel onlogisch ergens achteraan de bus met de kaartverkoop. Sowieso is dit echt de eerste bus in Centraal Amerika waar er vaste zitplekken zijn. Nou tenminste voor andere mensen, want als de busboy bij ons aankomt zijn de laatste zitplekken vergeven… zei hij. GRRRR. Maar goed, we waren onderweg. Matagalpa was een grotere stad dan we dachten, maar best aangenaam en wat minder druk dan León. Mooi gelegen tussen de heuvels en zijn we maar weer eens ergens naar boven gewandeld voor een mooi uitzichtje. Onderweg door Reserva Natural Apante houden we onze ogen open voor de rood-ogige boomkikker en die toekan natuurlijk, maar die zien we natuurlijk niet. Bovenop vindt men het een prima plek voor een verlicht kruis. Compleet met Maria en het kindeke Jezus, waar de kunstenaar wel iets beter z’n best op had kunnen doen, naar onze smaak. Maar goed groot is het in ieder geval wel. Al waren we misschien nog meer onder de indruk van de harde wind, die zijn best doet om orkaan Otto aan te kondigen?! De volgende dag, slaan we een rondleiding van maar liefst $6 pp door het chocolade fabriekje af en beginnen we maar gelijk aan programmaonderdeel 2: een wandelingetje door de koffierijke omgeving van Matagalpa, waar de koffiebessen deze keer wel mooi rood kleuren!
En dan is het weer tijd voor avondeten. Dus weer op zoek naar een restaurantje. Tja 3 keer op een dag uit eten klinkt luxe, maar is niet altijd een pretje. Denk je een aardig tentje gevonden te hebben, blijken die weer geen avondeten te serveren… Na een uitgebreide citywalk, zijn we erg blij met mensen die om het idee komen om van hun gang een restaurantje te maken. Dank je wel ‘lady chef’; een piep klein plekje met 2 tafeltjes waar alles al in kerstsferen is!
De volgende stop is Jinotega. Waar voor de verandering eens een kruis boven op de heuvel staat… Ach we hebben toch niets beters te doen, dus sjouwen we maar weer eens ouderwets een uur lang de trap op naar de top. Het kruis is niet zo groot, maar de wind is hier nog harder dan in Matagalpa. Waarschijnlijk is dat wat wij mee krijgen van orkaan Otto die op dat moment over Nicaragua trekt. Behalve dat we bijna van de top afwaaien, hebben we er gelukkig niets van meegekregen. Vlakbij ligt nog een mooi meer en we besluiten een kijkje te nemen. We moeten de bus pakken naar San Gabriel en dan eruit bij Pulperia (wat zoiets is als een heel klein winkeltje) van Emillo Gomez. Tja, als zo’n beschrijving in de LP staat, denken wij dat iedereen weet waar Pulperia Emillo Gomez is, maar niets blijkt minder waar. De busjongen kijkt wat schaapachtig, al zijn er wel wat mensen in de bus die begrijpend knikken. Het zal dus wel goed komen. Maar bij de plek waar wij gedropt worden, is geen Pulperia te ontdekken en ook geen Emillo Gomez. We lopen maar richting het meer om daar uit te komen bij een groot hekwerk dat bewaakt wordt en we dus niet verder mogen. Nou, dan gaan we maar weer terug. Weer zo’n Nica succesje! Goedkoop eten hebben we hier ook nog niet gevonden. Wel een aardig tentje met buffetstijl, dat doen ze hier veel, al kwamen we er door ervaring achter dat de prijs die ze noemde alleen voor het vlees was en niet voor het totale bord…. oeps. Maar de halve gebraden kip als ontbijt smaakte goed en we konden gelijk lunch over slaan, haha.
Altíjd die bonen weer. Altijd díe bonen weer… Het eten is ook in Nicaragua nog steeds rijst met bonen, bonen met rijst, al noemen ze dat hier dan weer gallo pinto… (gevlekte haan?!?) Het vlees is wel best goed, maar zelfs dat gaat vervelen als je het 3 drie op een dag eet. En de meeste dingen zijn hier dus meer van het zelfde. We hadden gehoopt dat Nicaragua weer een beetje anders zou zijn, maar helaas. En dus slijten we wat uurtjes in de koffiebar met wifi om wat plannen te maken voor een versnelde route richting Zuid Amerika. En dat allemaal onder het oorverdovend reclame maken voor mega grote tv’s etc. Want Black Friday kennen ze hier ook. Sterker nog ze kennen hier zelfs Black weekend en Black week en zelfs Black november…. Met veel bombarie en vooral heel veel lawaai worden de aanbiedingen door de straten geschreeuwd via, uiteraard op maximaal volume afgestelde, luidsprekers en boxen die achter op auto’s door de stad worden gereden. It’s driving us crazy!
Next stop wordt Granada. Wéér een koloniaal stadje, maar waar vandaan we naar vulkaan Mombacha gaan. De ‘eco’-truck omhoog kost maar liefst $15 pp (ons hotel koste $13 voor 2 personen) dus nemen wij de benenwagen. Omdat de truck ‘eco’ te maken, is helaas de weg geen leuk jungle pad maar een wat saaie autoweg. Bovenop doen we een rondje krater, waar gelukkig geen autoweg aangelegd is. Dus houden we de ogen weer open voor die toekan en gekleurde kikker. Picknicken doen we met mooi uitzicht op het meer en Granada. Op de weg naar beneden lopen we een stukje achter de gidsen die naar huis gaan. Als als we hen stil zien staan en enthousiast zien wijzen naar iets hoog in de bomen, hopen we dat we dan eindelijk toch nog de toekan gaan zien. Volgens ons bestaat die stiekem helemaal niet, net als de tijgers in India, en walvishaaien in Honduras, maar vol goede hoop proberen we te zien wat zij zien. Het blijkt geen toekan te zijn, zie ze bestaan echt niet…, maar wel een best grote uil! Heel vet! Als we foto’s proberen te maken, is het net of hij ons heel doordringend aankijkt met die grote ogen. Het is wel duidelijk dat je nooit een staring contest met een uil moet beginnen.
De volgende dag gaan we op zoek naar vulkaan Masaya en daar zien we dan eindelijk lava! WAUW! Hoewel de krater heel diep is en we maar een heel klein beetje lava zien, ver weg, ziet het er toch wel gaaf uit hoor! Priester Bobadilla, die dacht dat dit de poort naar de hel was, heeft er maar een kruis bovenop gezet om ons te beschermen tegen de duivels uit de diepte. Onvoorstelbaar ook die hitte en verwoestende kracht. Omdat de vulkaan heel actief is, mag je niet wandelend omhoog en worden we met een auto gebracht. Die moet dan ook weer met de neus naar beneden geparkeerd worden, zodat we bij een uitbarsting direct weg kunnen rijden… We krijgen 5 minuten de tijd om te kijken en foto’s te maken en dan moeten we vanuit veiligheidsoverwegingen weer weg. Althans zo zou het moeten zijn. Maar eenmaal boven krijgen we gelukkig iets meer tijd en blijk je zelfs de bewaking om te kunnen kopen voor een iets beter uitzicht op een inmiddels verboden platformpje. Uiteraard praten we de prijs nog wel even doormidden, we zijn nu eenmaal aan het backpacken. Daar was het wel echt rapido rapido, vamos vamos en waren ze bang dat we gezien zouden worden, maar we hebben toch nog wel iets meer lava kunnen zien. Uiteindelijk werden we ook nog naar ander punt gebracht waar we uitkeken op een andere krater die pal tegen de actieve krater aanligt. Hoewel het allemaal erg kort was, was het wel gaaf echt lava te zien bubbelen!
Vanuit Granada pakken we de bus richting Rivas. Als we aankomen op het busstation blijkt de bus al weer lekker vol te zitten en worden we via de achterkant naar binnen geduwd en moeten we staan. Onze tassen liggen voor de verandering weer eens op het dak en daar blijk je dan voor te moeten betalen… Dus terwijl wij moeten staan en onze tassen onbeheerd op dak liggen, moeten we meer betalen… daar moet natuurlijk wat van gezegd worden, maar helaas verliezen we die woordenruzie. Het merendeel van de passagiers blijkt toerist… en we hebben zelfs een heel Nederlands feestje achter in de bus. De bussen hier zijn trouwens nog ‘luxer’ dan we al gewend zijn. Je krijgt bijna gegarandeerd een gratis rug massage!! De stoelen en beenruimte zijn zo krap dat zelfs Elske haar korte pootjes niet kwijt kan en dan zit en je dus met je knieën in de stoel voor je te duwen, waar je die mensen daar dus op een heerlijke massage trakteert 😉 Ook is het best warm en worden de bussen lekker volgestouwd en zo heb je soms zelfs een gratis sauna… Nou! Wat wil een mens nog meer 😉
Als de meute links gaat, gaan wij rechts. En in plaats van voor Isla de Ometepe, kiezen wij voor San Juan del Sur, een aardig dorpje aan de zee. Dat vinden niet alleen heel veel mensen, maar ook onze favo zee reptielen; de zeeschildpad. Die plannen hier elk jaar een invasie om met zijn duizenden tegelijk kuilen te graven op het strand. Nee we hoeven niet bang te zijn dat de wereld binnenkort geregeerd word door de zeeschildpadden, dit is meer een strijd voor overleving. De Olive Ridley zeeschildpad wordt namelijk met uitsterven bedreigd. Als we leren dat maar één op de 1000 eitjes een volwassen zeeschildpad wordt, lijkt het bijna bijzonder dat deze beesten niet al eerder uitgestorven zijn. Dit lijkt ons in ieder geval heel bijzonder om te zien, dus nemen we de verplichte tour maar op de, niet zo goedkope, koop toe (er schijnt iig een ‘deel’ naar de zeeschildpad bescherming te gaan). Op de briefing leren we nog even over het liefdespel van de zeeschildpad, of moeten we zeggen groepsverkrachting…, waar de mannetjes elkaar van het vrouwtje proberen te trekken door in de achterpoten van de andere mannetjes te bijten die dan aan de ‘beurt’ zijn. Daarna worden we met zijn allen in een truck geladen en gaan we op weg naar Refugio de Vida Silvestre La Flor. Rode zaklamp mee en dan op zoek naar zeeschildpadden. Bijna gelijk spotten we er al eentje in het eier-leg-proces. De schildpadden raken in een soort van trance en dat is maar goed ook, want zo heeft de hardwerkend moeder in spé niet door dat de parkranger gelijk de eieren onder haar wegkaapt om ze ergens anders in veiligheid uit te komen. Na een eitje of 50-100 gooit ze, alsof er niets aan de hand is, netjes het gat dicht en doet een rondje droog zwemmen om het nest te camoufleren. Waarna ze wat angstig tussen de toeristen door richting zee manoeuvreert. Dan gaan we op zoek naar de volgende schildpad. Deze vindt het strand niet goed genoeg en schuifelt door naar het bos. Maar daar graven blijkt geen groot succes en we laten haar verder klunzen. De volgende is nog met het graaf proces bezig… weten we ook gelijk waarom ze zo erg onder het zand zitten, want dat wordt wild in de rondte gezwaaid. Hier is geen parkranger die de eieren wegkaapt, dus kunnen we even rustig kijken naar dit schouwspel dat, ondanks de vele toeristen, toch wel bijzonder is. Ondertussen lopen de militairen heen en weer over het strand, met grote felle zaklantaarns op zoek naar stropers…
Volgende stop is dan toch Isla de Ometepe. Twee vulkanen gelegen in het grootste meer van Nicaragua, je raadt het al… Lago de Nicaragua. Vroeger zat het meer vol met bull-sharks, maar inmiddels is het meer weer veilig gevist, met dank aan de Chinezen die grof geld neerlegden voor een setje haaienvinnen. Na een bus-taxi-ferry-bus combo staan we in het hele kleine dorpje, Balgüe, aan de voet van de Maderas vulkaan. Door de eigenaresse van ons hostel worden we weer eens voor gek verklaard dat we zonder gids gaan.., dus wandelschoenen aan en gaan! We worden weer gelijk begroet door het T-rex gebrul van de howler-monkeys, wat bij het gefladder van de vele schattige vlinders extra buitenaards klinkt. Ondertussen lopen we steeds dieper het misterieuze cloud forest in en pikken we nog even een mooie view mee van Volcán Concepción. Daarna wordt het steeds vochtiger… en de LP lijkt niet te hebben gelogen dat het een modderige wandeling zou worden… gelukkig hoeven we niet dezelfde weg terug…te glijden. Met dikke brokken modder op onze schoenen… die je dan bij het lopen zo heerlijk aan je benen smeert, komen we na zo’n vier uur lopen, glibberen en klauteren bij het krater meer aan, dat er nogal misterieus bij ligt. Terwijl we niets vermoedend onze standaard trekking lunch van broodjes tonijn (op een soort van suikerbrood dit keer…. = geen aanrader!) trekt de mist stiekem nog even op en missen we bijna het uitzicht… nog net op tijd keken we op en zien we nog even het hele kratermeer! Daarna beginnen we aan de glijbaan terug. Helaas plannen we nog een niet geplande detour in, maar gelukkig komen we er dankzij onze GPS route ‘redelijk’ snel achter. Maar is het rennen om voor het donker het park uit te zijn. Waar de kapucijnapen in de bomen wel heel enthousiast komen kijken wat die twee toeristen nog zo laat in het park doen. Gelukkig hebben we onze hoofdlampjes niet nodig, maar helaas weer die toekan en gekleurde kikkers niet gezien.
Na een chillax dagje maken we ons op voor de ruim 12 uur lange reisdag naar Costa Rica. Dat die reis om 7 uur zou beginnen, merkte we zo’n kleine 10 minuten van te voren. Elske werd rond 4.45 uur wakker van wéér een nachtelijke optocht met zingende mensen en vuurwerk en besloot, toen ze niet meer kon slapen, maar eens een kijkje te nemen. Toen ze mensen op de bus zag wachten, leek het toch verstandig eens naar de bustijden te informeren en toen bleek dus dat de bus nú ging -hij was net toeterend langs komen rijden en zou over een paar honderd meter draaien en aan de rit richting Moyagalpa beginnen- en niet om 7 uur… De volgende bus zou una media, of bedoelde ze óver una media hora…?? we zullen het nooit weten, gaan en dat zou betekenen dat we de grens en ons al geboekte hotel (waarom deden we dat ook al weer??) niet zouden halen. Bij de vraag of de buschauffeur 5 minuten op ons kon wachten, kregen we er 2 en hebben we als dolle razenden alle spullen, nou ja bijna alle spullen, bij elkaar gegraaid en zaten we 2 minuten later in de bus… Een lekker begin van een veel te lange dag… Die dan verder redelijk vlot verloopt. Na 1,5 uur bus, 1,5 uur ferry, volgende bus richting stadje, tandpoetsen (lees: spoelen met listerine, want de tandpasta en tandenborstel zijn we dus vergeten) en gel in de haren bij een tankstation -want je weet, als je haar maar goed zit-, even wat ontbijten, bus richting grens, geld wisselen, alle stempels bij de grens en dan stokt het. De aansluitende bus vertrekt pas over 2,5 uur… Het wachten gaat redelijk snel en dan gaan we verder. De 5 uur durende bus blijkt er over de niet al te verharde weg ruim 6 uur over te doen, dan nog een volgende bus en een km of drie lopen. Ja, het was zo’n dag…!! Maar,… na ruim 15 uur zijn we dan toch op onze plaats van bestemming in Costa Rica!
Nicaragua zit er dan ineens al weer op. We hadden ons er erg op verheugd, maar het viel ons, waarschijnlijk daardoor, een beetje tegen. Rete verwend zijn we… maar koloniale stadjes, katholieke kerken, vulkanen, meertjes, geen toekans, watervallen en natuurlijk de rijst met bonen en bonen met rijst als ontbijt, lunch én avondeten hebben we stiekem wel een beetje gezien. Daarom gaan we gas geven en sjeesen we, bijna als een echte Aziaat, in een krappe 1,5 maand door 4 landen. Op richting de hooggebergten van Zuid Amerika. Sorry moeders, Celiné en een paar andere mensen, maar de verhaaltjes zullen dus voorlopig alleen maar korter worden…
Gegroet vanuit een klam en nat Costa Rica…
Het viel jullie wellicht wat tegen daar, maar voor ons toch leuk om te volgen…Hopelijk voldoet de volgende bestemming beter aan jullie verwachtingen !
Have fun !
Weer een gezellig verhaal(tje) voor de vrijdagmorgen met een kopje koffie erbij.
Nicaragua was voor jullie gevoel misschien niet je van hét maar mogelijk komt dat idd omdat jullie zo langzamerhand ”verwend” zijn. Of heimwee naar het thuisfront, waar het van tijd tot tijd al lekker vriest. Daar houden jullie immers zo van??!!!!
Wij eten vanavond geen bonen met rijst maar…….hutspot met hachee. Oók lekker!!
Bedankt weer voor het leuke verslag en de prachtige kiekjes.
Veel plezier in Costa Rica.
Liefs van ons
Geen Toekan gezien ? toch wel beetje jammer. Gelukkig wel mooie vulkanen. toch weer beetje mee kunnen reizen door jullie verhaal te lezen. Op naar het volgende avontuur!!! Groetjes
Het blijft leuk om jullie verhalen en foto’s van al jullie avonturen te lezen en te zien, kunnen wij vanuit Nederland toch een beetje met jullie meegenieten. Groetjes
Al klinkt en lijkt het allemaal een beetje hetzelfde, ik ben heel benieuwd hoe coasta rica zal zijn. Dat land is immers een stuk toeristischer. Blijf volop genieten. Dat doe ik in ieder geval wel van jullie stukjes! Enne, als de verhalen korter worden, komen ze dan wel extra vaak 😉
Ola!! haha beetje verwend dit ja 😉 maar ja dit is nu jullie reis-standaard he, dan krijg je dat!
Als ik dit typ zitten jullie al, via Colombia in Peru, wauw! en zonder gids overal heen, ik zou ook niet anders van jullie verwachten: lekker zelf door de modder strompelen. Wat mooi zeg die vulkanen, al ben ik best blij dat ze jullie er weer rapido vamos weg hebben gehaald 😉
2 hele dikke kussen
EN BIJNA: (ik ga het lekker alvast zeggen) HAPPY NEW YEAR !!! xxxxxxxx
en ik bedoelde dus natuurlijk: Ola CRAZY people 😉
Hoi Elske en Rogier. Dank voor dit mooie reisverslag. Elke keer weer erg leuk om te lezen. En weer zo’n mooie foto’s!
Veel reisplezier verder én………….blijf schrijven, hé?
Mooie jaarwisseling gewenst!
Liefs
Tonny