Na de exitstempel voor Mongolië stappen weer bij de eerste taxichauffeur in de jeep, waarom deze grote wisseltruc en met zoveel haast nu precies nodig was, is ons niet geheel duidelijk, maar ach. Een klein stukje rijden en weer haastten we ons de auto uit om snel in de rij aan te sluiten voor de Chinese douane. Inmiddels waren onze tassen uit de transporthoes en konden we met de tas op de rug zowaar een sprintje trekken. Even later waren onze visa weer goed gekeurd en waren we terug in China. De taxi zette ons helaas niet meer keurig voor de deur van het busstation af, maar ergens midden in een winkelstraat en was het als vanouds zoeken naar het busstation. Daar kochten we een kaartje voor de nachtbus naar Beijing. We merkten gelijk dat we terug waren in China. Er kwam namelijk een mevrouw op ons afgesneld die ons maant te blijven staan. We kijken elkaar even vragend aan en dan is daar het antwoord. Ze haalt een camera uit de tas, duwt die een andere vrouw in de handen en we moeten met haar op de foto. Als we toch voor elke foto een euro hadden gekregen… De eerste weken was dat namelijk ook aan de orde van de dag. We dachten eigenlijk dat ze in China wel gewend waren aan buitenlanders, maar blijkbaar zijn wij nog steeds heel spannend en bijzonder. Dat doet ons denken aan die keer dat we in de Qifu tempel waren en er een jonge vader en moeder met hun babytje daar liepen. Het leek de papa wel een goed idee om Elske zijn kindje in de handen te duwen en vervolgens een foto van ons met hun kindje te maken. Hij kwam op ons afgesneld met uitstrekte armen met het babytje erin. Maar het babytje zette een keel op joh… Die had duidelijk nog geen blanke gezien en vond dat toch maar heel erg eng en moest niets van een foto weten. En de rest van de middag wisten we tijdens het wandelen door de tempel precies wanneer we weer in de buurt van die mensen kwamen, want dan zette het babytje het buitenlander alarm weer aan…
Voor we de nachtbus in stapten, konden we nog net een hapje eten. En wat smaakte dat Chinese eten goed! Misschien ook omdat we ontbijt en lunch hadden overgeslagen, maar toch. De bus bleek een echte ‘sleeperbus’ te zijn, met bedjes! Eerder dan verwacht komen we rond 1 uur ‘s nachts al in Beijing aan, maar van de chauffeur mogen we met z’n allen in de bus verder slapen. Mooi, dat scheelt weer een hotelovernachting. We verkassen nog even naar een beter bedje en dan tukken we verder tot een uurtje of 7, de bus is dan al helemaal leeg op 2 andere toeristen na. Als we de straat opstappen bij het busstation is het dan ook al een drukste van jewelste en zijn we echt in een ander wereldje dan we ruim een dag daarvoor nog waren. Ons hotel bleek in een goed eetstraatje te zitten. We hadden na de nachtbus inmiddels reuze trek en bestelden twee porties dumplings en nog een roerbakgerecht met rijst. De schalen dumplings waren zo groot dat we het bijna niet op kregen. En toen kwam de rekening… Wat?! Bleken de dumplings standaard per 3 porties te worden geleverd! Dat verklaarde wel de hoeveelheid. En helaas ook de rekening, die kwam dus ook in drievoud. En er was weer straatbbq! We hebben de smaakpupillen dus maar weer eens even goed gereanimeerd na Mongolië. Jummie! In China hebben veel restaurantjes trouwens een ‘smiley’ op de muur of deur staan waaraan je kan zien hoe blij de Chinese smaakpolitie is met dit restaurantje. Bij de meeste restaurantjes waar wij aten was die nou niet echt euforisch 🙂 Rob van de smaakpolitie zou wel zeggen: man man man!
Beijing was een korte tussenstop voor we naar Qingdao reisden. Wel hebben we nog even het Temple of Heaven Park bezocht. Maar aangezien we alleen toegang voor het park hadden, mistten we alle echte bezienswaardigheden. Beetje jammer, aangezien die er van de buitenkant toch wel bewonderenswaardig uitzagen… Vanuit Beijing pakten we de trein naar Qingdao, relaxter en een stuk sneller dan de bus. In Qingdao staat dé originele bierbrouwerij van Tsingtao en je kan daar een bezoekje aan brengen. Bierliefhebber Rogier laat zich dat natuurlijk geen twee keer zeggen. Of eigenlijk wel, want in onze eerste weken in China hebben we Qingdao door wat slechter weer overgeslagen. Maar daar zijn we dan, in de bierbrouwerij. Beiden eigenlijk wel met een glimlach. Rogier omdat de toegangskaartjes recht geven op vier gratis biertjes en Elske omdat de geur herinneringen aan de stage bij Grolsch oproept. De brouwerij zit aan de ‘Beer street’ waar je overal, de naam zegt het al, bier kan kopen. Tijd dus om eens het Tsingtao stout bier te proeven wat verder bijna nergens te krijgen is. Zo blij als een kind die Rogier met z’n plastic zakje bier… met rietje! Want zo drink je bier in Qingdao beer street en niet anders 😀 Onderweg terug naar het hotel nog een detour langs een parkje, waar de uitgang ons een iets andere richting in stuurt dan gedacht, maar uiteindelijk komen we weer op bekend terrein. De volgende dag is het eindelijk tijd voor het strand. Heerlijk even niets en genieten van de zon. Op het strand zijn voornamelijk mannen van middelbare leeftijd te vinden. Vrij actief moeten we zeggen. Volleyballen, fitnessen, opdrukken, baantjes zwemmen (er hangen ook echt van die lijnen in het water), hardlopen etc. Verder wordt er onder het toeziend oog van de politie, als die tenminste niet in de strandstoelen een tukkie doen, een spelletje Chinese chess gespeeld. We hadden een rustig plekje uitgezocht om lekker een dagje te chillen, maar dat was van korte duur. Binnen een uur had onze buurman, die nogal remy leek, ineens wel 9 vriendjes die gezellig bij hem waren komen zitten. Lees: boven op Rogiers voeten… En het volume was weer lekker Chinees 😉 En even later werd dus het spelletje Chinese chess aan de andere kant naast ons gespeeld, waar ook nog de nodige toeschouwers op af kwamen. Hoezo een rustig dagje strand??! Vrouwen zijn er trouwens bijna niet. Behalve een clubje vrouwen met zware brandwonden die geheel bedekt in een wetsuit met masker toch de zee in duiken. Respect! Ééntje durft er zelfs haar masker af te zetten… Ho eens even, die heeft nog wel een heel erg gaaf huidje… Blijkbaar denkt de Chinese vrouw in Qingdao dat je door de zon zware 3e graads brandwonden krijgt. Nu is voorkomen beter dan genezen… maar dit is echt gewoon freaky. Hopelijk komt deze badmode niet naar Nederland overwaaien in 2016.
Ons laatste dagje China zijn we als vanouds nog maar even een berg opklommen: Laoshan. De bus zet ons af bij een mega grote ticketoffice. En dan weet je het wel… Betalen! De prijs was inmiddels verdubbeld en nadat we een kaartje hadden gekocht, moesten we eerst nog met een bus vol toeristen verder gereden worden voor we aan de wandeling konden beginnen. We waren al aan de late kant en waren blij dat de bus snel vertrok. Na 15 minuten rijden zag Rogier net op tijd het begin van het pad en kon de chauffeur vragen ons er uit te laten. De rest van de bus ging blijkbaar richting kabelbaan. Als je van je privacy houdt, kom je trouwens het park niet binnen… Dus hebben we braaf onze vingerafdruk afgestaan… bizar. Wel zijn we een beetje hardleers, want inmiddels weten we heus wel dat alle bergen in China geplaveid zijn met een ‘mooie’ hele stabiele trap van beton. En toch hadden wij die veel te warme wandelschoenen weer braaf aangetrokken. Wat zijn we toch brave burgers aan het worden. De trap naar de top ging best snel en voor we het wisten waren we al bij de tempel op het hoogste punt. Na daar even rondgekeken te hebben en onze picknicklunch te hebben opgesmikkeld, bleek dat inmiddels alle verkoopkraampjes langs de trap het voor gezien hadden gehouden. Echt alles zat dicht en er was geen toerist meer te bekennen. Het was nog geen 16 uur… Aha, die Chinese mevrouw uit de luidspreker net was vast aan het vertellen dat het park dicht ging… Nou ja, wij nog maar snel op zoek naar de volgende tempel. Die zou verder naar beneden zitten, maar waarschijnlijk hadden we niet het goede paadje. Het werd steeds dichter begroeid en de trap was behoorlijk verzakt tot hij ophield en het overging in een theeplantage. Wel leuk zo’n avontuurlijk paadje en nu toch best handig die wandelschoenen 😉 Eenmaal op de weg uitgekomen is het een aardig stukje lopen voor we ongeveer zijn waar we uit hadden moeten komen. Daar krijgen we wel ernstig het vermoeden dat we toch wel aan de erg late kant zijn en bij navraag blijkt inderdaad dat er geen bus maar gaat… We moeten dus lopen naar de ticketoffice om daar de stadsbus naar Qingdao weer te pakken. We komen nog een bordje tegen voor de tempel met 350 meter hier naar beneden, nou we hebben een flink stukje gelopen, maar geen tempel gevonden. Weer terug op de weg lopen we inmiddels behoorlijk door en het zweet staat ons op de rug. Het gevoel bekruipt ons dat het wel eens spannend kon worden of we de stadsbus nog gaan halen. Gelukkig komen we op enig moment een auto tegen die ons vraagt of we mee willen rijden. Pfew! Dat scheelt toch weer ruim 10 kilometer snelwandelen en dan alsnog de stadsbus missen. Eenmaal terug in Qingdao willen we de laatste avond lekker vis gaan eten. Het straatje achter ons hotel is één en al visrestaurant, maar doordat we zo laat zijn is de grootste drukte en gezelligheid al voorbij. We bestellen gegrilde octopus, zee-egel, iets spannends met krab en een gegrilde (geen idee welk soort) vis. Helaas valt het een beetje tegen. De krab en zee-egel komen uit de magnetron en de gegrilde vis is niet helemaal vers. De krab is ook geen krab, maar blijkbaar is het iets van brood dat heel kunstig op krabpoten is gezet, geen krabvlees meer te bekennen…
En dan is het alweer tijd om China te verlaten. Hoewel we weer een 30 dagen visum hadden, kiezen we er toch voor zo snel mogelijk richting Zuid Korea te gaan nu het weer daar nog goed is. En ‘s middags stappen we dus op de boot om de oversteek te maken. Kaartjes hadden we al gereserveerd en met een goed gevulde picknicktas zijn we netjes op tijd, het bijna missen van de trein in Mongolië zat nog vers in het geheugen, bij de vertrekhal. Voor we de boot opgaan, gaan we eerst langs de douane en daar krijgen we opnieuw een exitstempel voor China in ons paspoort. De oversteek duurt zo’n 17 uur en officieel zijn we eigenlijk nergens.
Maar op de boot wanen we ons toch nog wel in China. Op de boot zoeken we onze bedjes en vragen we ons af waar die stangen aan het plafond voor zijn. Voor fitnessoefeningen als jezelf optrekken leken ze eigenlijk niet sterk genoeg. Al snel kregen we het antwoord. Ze zijn voor het drogen van je kleding die je thuis nog snel even gewassen hebt. Vrij snel hingen alle rekken vol met kleding en werden tassen vol eten tevoorschijn getoverd. Ook blijken er geheime luiken waar mensen van alles en nog wat hebben verstopt, zoals flessen olie, drank en zelfs vijzels, die doen dit tripje blijkbaar vaker. Buiten zaten de mensen lekker spelletjes te spelen, zoals je dat ook overal op straat ziet. Hartstikke gezellig, maar wij hadden een bioscoop gespot! Zouden we dan toch nog een kungfu film te zien krijgen voor China verlaten? 15 minuten voor aanvang zaten wij er klaar voor, zou ons niet gebeuren dat er geen plaats meer was voor ons, maar er gebeurde niets en er waren ook geen andere mensen. Toen zijn we maar even bij de balie gaan vragen. Ze begrepen er niets van, dat uitgerekend wij, twee blanke toeristen die geen Chinees en Koreaans spreken, perse de film wilden zien. Maar klant is koning en de projector werd aangezet! Helaas wordt de kungfu film met Sammo Hung na ruim 5 minuten stopgezet en begint er een film. We blijven braaf zitten ook al hapert ie wel heel erg erg. We hebben ons in ieder geval weer 1,5 uur vermaakt.
Terug bij ons bedje is het net te vroeg om te gaan slapen en typen we maar wat verhaaltjes voor jullie. En halen we nog wat herinneringen op aan de eerste weken China. Hadden we jullie al verteld dat we toen we de eerste keer de trein namen we niet doorhadden dat je een half uur van te voren moest boarden? We dachten dat we nog wel even rustig wat konden eten en hadden een mooie grote kom noedelsoep met kippenpoten besteld. Aangezien we wel een beetje haast hadden, zette Elske gelijk haar tanden in de kippenpoot. Op dat moment zag de bediening dat er blijkbaar iets niet klopte aan de bestelling en griste de kippenpoot uit Elskes mond en de bakken soep onder onze neus weg. We keken elkaar wat verwarrend aan en dachten gelijk dat we iemands anders eten zaten te eten! Nog geen minuut later komen de bakken soep terug, met een ander soort kippenpoot erin. Gelukkig ook die waar al een flinke hap uit was… Na nog een paar hapjes te hebben gegeten, horen we tot onze schrik dat onze trein werd omgeroepen en dat iedereen naar het perron moest komen. Gelukkig kun je in China alles in bakjes of zakjes mee naar huis nemen. Rogier heeft nog flink door geslurpt en gehapt, maar Elske heeft de soep in een doggiebag mee de trein in genomen. De stations zijn echt mega groot. Voordat je een station binnenkomt zijn er de nodige security checks waarbij de wachtrij door beveiligingsambten in goede banen wordt geleid en al je bagage wordt gescreend op gevaarlijke stoffen, messen etc. (bij alle openbaar vervoer doen ze dit trouwens). En zomaar wachten op de perrons is er niet echt bij. Er zijn kolossale wachtruimtes en ongeveer een half uur voordat de trein dus vertrekt, wordt je kaartje gecontroleerd en mag je naar het perron toe. Daar staat op de grond aangeven welke wagon waar stopt en ontstaan er keurige rijen per wagon tot de trein er is. Super straks geregeld allemaal.
En verbranden doen ze in China blijkbaar niet. Kan ook bijna niet als je kijkt hoe ze zich tegen de zon beschermen 😉 Als ze niet met maskers op een strand lopen, lopen ze vaak onder een paraplu tegen de zon. Wij niet… En zonnecrème werkt ook niet altijd even goed. In Qikou had Elske haar armen lekker rood gekregen en ‘s avonds een ‘t shirt met kortere mouw aangetrokken, waardoor je het lekker goed kon zien… Een mevrouw in een winkeltje was helemaal verbaasd toen we duidelijk hadden gemaakt dat het van de zon kwam. Ze trok Elske bijna mee de winkel uit om het aan de buren, die gezellig buiten op de stoep met elkaar zaten te kletsen, te laten zien…
Na een tijdje typen, is het nu tijd om te gaan slapen. Helaas zijn ook deze bedjes wat aan de harde kant. Maar verder heel prima, met een gordijntje om je lekker voor de andere mensen te verstoppen en een eigen bedlampje etc.
De volgende ochtend als we wakker worden, zien we al wat kleine eilandjes opdoemen; we komen in de buurt… Nog een bakje oploskoffie (je went er aan?) en wat van dat lekkere brood dat we in Qingdao vonden en dan meren we alweer aan. Langzaam verzameld iedereen zich bij de uitgang tot we daar door een bootmeneer worden weggestuurd. Blijkbaar mag je daar niet op de grond zitten ofzo… dan worden andere mensen van een bank gestuurd en wordt er gemaand dat we daarop moeten gaan zitten… uh okay sorry mensen… aan de andere kant; voorkeursbehandelingen, we kunnen er best aan wennen :-p En helemaal niet vervelend als we daardoor als eerste van de boot kunnen en vooraan in de rij voor de douane kunnen staan. Dat gaat dan ook behoorlijk vlot en voor we het weten hebben we een nieuw stempel in ons paspoort. Jeuh!! Zuid Korea!! Als Taekwondo liefhebbers is Zuid Korea natuurlijk extra speciaal en hebben we er echt naar uitgekeken!!